5-263COM | 5-263COM |
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Volgens de bepalingen van Europese Verordening 3632/85, artikel 3, overgenomen in artikel 5 van het communautair douanewetboek, van kracht sinds 1 januari 1994, zou het sinds 1 juli 1987, dus al zo'n 25 jaar, mogelijk moeten zijn om douaneformaliteiten te vervullen bij directe vertegenwoordiging. In de ons omringende landen is dat het geval.
Bij directe vertegenwoordiging declareert de douane-expediteur in naam en voor rekening van de aangever van de goederen en is hij niet verantwoordelijk voor fouten gemaakt door zijn opdrachtgever, maar wel voor de correcte verwerking en aangifte van de hem aangeboden informatie en documenten. Hierover werd reeds tot driemaal toe een parlementaire vraag gesteld, maar klaarheid is er nog altijd niet. België werd ter zake al tweemaal in gebreke gesteld door de Europese Commissie.
De voorganger van de minister had beloofd dat de directe vertegenwoordiging bij de douane op 1 juli 2012 mogelijk zou worden. Er kwam weliswaar een dienstinstructie, namelijk D.I.530.9 van circulaire D.D.312.592, maar die is dermate onwerkzaam dat ze tot op vandaag nog geen enkele maal werd toegepast.
Het niet bestaan van de mogelijkheid tot aangifte in directe vertegenwoordiging over die periode heeft tot het faillissement van Belgische douane-expediteurs geleid. Bijgevolg is schade toegebracht aan het Belgisch economisch weefsel, en meer concreet aan de bonafide ondernemers. Daarenboven is dit een aantoonbaar concurrentienadeel voor de Belgische operatoren tegenover hun collega's in de omliggende landen, waar directe vertegenwoordiging wel mogelijk is.
Ik had graag vernomen wat het standpunt is van de minister bij de vaststelling dat de administratie meermaals niet bereid werd gevonden die verordeningen te implementeren, wat ze motiveert met het argument dat met de juiste toepassing van het recht van de EU "de administratie een schuldenaar zou verliezen". Moeten wij daaruit afleiden dat de administratie niet beschikt over juristen om het Europees recht toe te passen? Het kan toch niet dat de administratie beslist welke bepalingen van Europees recht al dan niet worden toegepast.
Uit klachten blijkt dat de administratie de Europese Commissie onvoldoende heeft geïnformeerd. Nochtans heeft de Europese Commissie te kennen gegeven dat de rechtstreekse vertegenwoordiging in het Belgisch recht moet worden opgenomen. Hoe zal de minister dat recht implementeren? Hoever staat het daarmee? Wanneer zal die regeling in ons land van kracht zijn?
De heer Koen Geens, minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken. - Zowel het van kracht zijnde communautair douanewetboek als het toekomstige douanewetboek van de Unie voorziet inderdaad in de mogelijkheid om douaneformaliteiten te vervullen, zowel via de directe als via de indirecte vertegenwoordiging.
Het communautair douanewetboek stelt dat de lidstaten het gebruik van beide vormen van vertegenwoordiging aan voorwaarden kunnen onderwerpen. Bijgevolg deel ik de visie van de spreker dat de Belgische wetgeving in strijd zou zijn met de Europese regels, niet.
De Belgische nationale wetgeving omvat nog geen bijzondere wettelijke voorschriften die het indienen van douaneaangiften via directe vertegenwoordiging regelen. Niettemin heeft de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen in de door de spreker geciteerde dienstinstructie van 1 juli 2012 aan de economische operatoren meegedeeld dat douaneaangiften die via directe vertegenwoordiging worden ingediend, kunnen worden aanvaard binnen de in die dienstinstructie uiteengezette krijtlijnen. De Algemene Administratie van Douane en Accijnzen verzekert mij dat er geen pogingen zijn gedaan tot misleiding van de Europese Commissie.
Tot slot kan ik melden dat de laatste hand wordt gelegd aan een wetsontwerp dat moet leiden tot een specifieke wettelijke regeling voor de toepassing van het systeem van directe vertegenwoordiging in douanezaken. Dit wetsontwerp wordt voorbereid in nauw overleg met vertegenwoordigers van de douane-expediteurs.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Dat een wetsontwerp in de pijplijn zit, is een lichtpunt, maar het zal wellicht niet meer tijdens deze legislatuur aan het Parlement worden voorgelegd. Kan de minister geen enkele tijdsaanduiding geven?
De heer Koen Geens, minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken. - In het Engels beantwoordt men die vraag met: "As soon as possible". In het Frans luidt het: "Il faut le temps qu'il faut." We doen alleszins ons uiterste best.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Dat klinkt niet erg bemoedigend voor de douane-expediteurs. Niettegenstaande de dienstinstructie van 1 juli 2012 durven weinig douane-expediteurs een aanvraag indienen als rechtstreeks vertegenwoordiger, omdat de garantie ontbreekt die in het communautair douanewetboek is ingebouwd. Daarom moet het wetsontwerp niet onverwijld, maar toch binnenkort aan het Parlement worden voorgelegd.
(De vergadering wordt gesloten om 13.25 uur.)