5-254COM

5-254COM

Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives

Annales

MARDI 5 NOVEMBRE 2013 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de Mme Helga Stevens à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances sur «la pénurie de personnel dans les centraux d'appels d'urgence 100 et 101» (no 5-3991)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - De personeelsperikelen bij de noodcentrales blijven maar aanslepen. Ik heb de minister hierover in het verleden al enkele vragen gesteld. Er lijkt echter geen verbetering in zicht. Integendeel, het personeelstekort blijft nijpend en dat weegt steeds zwaarder door in de dienstverlening. De centrales zijn inmiddels dermate onderbemand dat de continuïteit van de dienst in gevaar komt en de kwaliteit van de dienstverlening wordt bedreigd. Dagen waarbij het personeel werkt met de helft van de normale personeelsbezetting zijn geen uitzondering meer. Tegelijkertijd moet datzelfde personeel dubbele shifts draaien omdat er te weinig personeel beschikbaar is. Het is, met andere woorden, een vicieuze cirkel.

Het gevolg is dat het op sommige plaatsen al drie minuten kan duren voordat de beller iemand aan de lijn krijgt, hoewel hooguit tien seconden het streefcijfer is. Een zo lange reactietijd is onaanvaardbaar en zonder meer levensgevaarlijk indien de beller zich echt in een noodsituatie bevindt.

De maatregelen die de minister heeft genomen, blijken op het terrein weinig effect te hebben gehad. Er wordt amper beterschap waargenomen.

Het personeel aanvaardt dit - terecht - niet langer en dreigt nu met stakingen, eerst in Oost-Vlaanderen waar de situatie het ergst is. Het ongenoegen verspreidt zich echter snel naar alarmcentrales in het hele land.

Enkele weken geleden heeft de minister maatregelen genomen om de dreigende staking af te wenden. Dat is positief, maar het neemt niet weg dat het verzekeren van hulp en dienstverlening in noodsituaties een van de kerntaken van de overheid is. Om die reden heb ik de volgende vragen voor de minister.

Wat heeft ze tot op heden precies ondernomen om de potentieel explosieve situatie binnen de 101- en 112-alarmcentrales te ontmijnen?

Welke van de beloofde maatregelen werden reeds uitgevoerd? Welke nog niet? Waarom niet?

Hoeveel mensen zijn sinds mei vorig jaar bij de noodcentrales aangeworven? Hoeveel zijn er vertrokken?

Zijn de problemen met betrekking tot het statuut van de personeelsleden op de alarmcentrales intussen opgelost? Welke zijn de nog eventueel resterende knelpunten en hoe zullen die verder worden aangepakt?

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - De afgelopen maanden is de responstijd in het Centrum voor Informatie en Communicatie (CIC) 101 Oost-Vlaanderen inderdaad opgelopen. Recente metingen tonen echter wel aan dat ruim 90% van de oproepen nog binnen 40 seconden steeds beantwoord worden; 97% van de oproepen worden binnen een minuut en 99,4% binnen twee minuten beantwoord.

De staking heeft betrekking op het CIC 101 Oost-Vlaanderen. Zowel voor het CIC 101 Oost-Vlaanderen als voor het hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen wordt dit jaar in zes extra operatoren voorzien.

Mijn diensten hebben de afgelopen twee jaar inspanningen geleverd om de personeelsformaties in de meldkamers op te trekken, zodat er altijd voldoende operatoren aanwezig zijn om de noodoproepen op een adequate manier te kunnen blijven behandelen. In 2012 werden meer dan 100 nieuwe operatoren aangeworven en mijn diensten hebben voor 2013 bijkomende middelen ter beschikking voor 72 extra aanwervingen voor de CIC 101 en 44 extra aanwervingen voor de hulpcentra 112/100. Mijn diensten zijn momenteel bezig om alle nodige aanwervingen, zowel voor de CIC 101 als voor de hulpcentra 112/100, voor te bereiden zodat de operatoren nog dit jaar, of uiterlijk begin volgend jaar in dienst kunnen treden.

Mijn diensten denken ook aan de creatie van een vliegende brigade van extra calltakers/operatoren, bovenop de vastgestelde organieke en operationele formaties binnen de CIC 101 en de hulpcentra 112/100. Die brigade zou een oplossing kunnen zijn voor de operationele personeelstekorten. Ze zou versterking kunnen bieden in de noodoproepcentrales waar personeelsleden tijdelijk niet beschikbaar zijn.

Sinds 19 augustus zijn er 71 mensen in opleiding. Sinds 14 oktober hebben nog eens 51 mensen een opleiding aangevat als calltaker voor een CIC 101 of als operator voor een hulpcentrum 100/112.

Sinds mei 2012 hebben iets minder dan 30 personen hun dienst verlaten.

Wanneer alle nieuwe en nodige personeelsleden hun opleiding zullen hebben voltooid, zal in het CIC 101 de vooropgestelde bezetting, die door de federale politie werd bepaald, worden bereikt. Een basisopleiding voor calltaker duurt normaal een viertal maanden en daarna is nog coaching op de werkvloer nodig. Het aanvullen van het personeelstekort vergt dus de nodige tijd. Het gaat over een zware opleiding en het is geen evidente job.

Met betrekking tot de specifieke situatie in het CIC Oost-Vlaanderen hebben mijn diensten in overleg met de vakbonden en de politie de volgende crisismaatregelen genomen. Er komt een versnelde opleiding op het terrein voor zes calltakers van het CIC Oost-Vlaanderen die op 19 augustus of op 14 oktober in dienst zijn getreden. Ook zal aan andere CIC worden gevraagd om het betrokken CIC tijdelijk te versterken.

Met de vermelde aanwervingen komt het aantal operatoren in de verschillende CIC 101 bijna overal overeen met de organieke personeelsformaties die door de federale politie werden bepaald.

Ten slotte vond in 2012 de eerste fase van de campagne over het juiste gebruik van noodnummers plaats. De boodschap was tweeledig: bel alleen naar de noodnummers als het echt nodig is en bel naar het correcte noodnummer. We geven in 2014 voorrang aan een campagne gericht op jongeren. Door de nadruk te leggen op het juiste gebruik van de noodnummers kan de werkdruk in de meldkamers aanzienlijk dalen.

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Het verheugt me dat de toestand op het terrein de jongste tijd is verbeterd.

Ik denk niet dat ik een antwoord heb gekregen op mijn vraag over het statuut van de personeelsleden. Een deel van het probleem is dat het statuut wordt aangepast. Personeelsleden moeten kiezen: ofwel blijven ze op gemeentelijk niveau werken, ofwel stappen ze over naar het federale niveau. Toen die maatregel werd bekendgemaakt, was nog niet duidelijk wat het federale statuut inhield. Is dat inmiddels uitgeklaard?

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Ik had meer tijd gevraagd om de kandidaten beter te informeren. Inmiddels beschikt iedereen over die informatie. Ongeveer 90% heeft voor het nieuwe federale statuut gekozen. Vanaf 2014 zal dus bijna iedereen een federaal statuut hebben.