5-109

5-109

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 27 JUIN 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «les enfants malades à cause du sperme d'un donneur» (no 5-1080)

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Eind vorige week werd bekend dat in het fertiliteitscentrum van het AZ Sint-Lucas in Gent twee kinderen werden geboren met de erfelijke ziekte neurofibromatose type 1 (NF-1). De kinderen werden verwekt met het zaad van een anonieme Deense donor die drager bleek te zijn van die ernstige genetische aandoening. Dat er problemen waren met het donorsperma van de Deense firma Nordic Cryobank, kwam al eind 2012 aan het licht, toen bleek dat de Deense donor de ziekte had doorgegeven aan 9 van de 43 kinderen die met zijn zaad werden verwekt. Toen werd evenwel nog ontkend dat dit zaad ook in België werd gebruikt.

Maar nu blijkt dat het AZ Sint-Lucas al in juni 2009 aan de alarmbel trok bij de Nordic Cryobank en aan de spermabank liet weten dat er bij hen een baby met NF-1 was geboren. Daarop plaatsten ze het resterende sperma van de donor in quarantaine. Andere ziekenhuizen in België werden daarvan niet op de hoogte gebracht, zodat intussen nog een kind in ons land met het zaad van de bewuste donor werd verwekt. De wet van 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting bepaalt nochtans duidelijk de coördinatie en informatie-uitwisseling tussen de fertiliteitscentra onderling. Helaas blijven de uitvoeringsbesluiten daarvoor al zes jaar uit, waardoor er van coördinatie nog niet veel sprake is.

Uit onderzoek blijkt dat de Deense spermabank bij de eerste waarschuwing uit Gent van oordeel was dat het kind het gendefect zelf had ontwikkeld en dat het probleem niet bij het donorsperma lag. Pas toen Amerikaanse ziekenhuizen gelijkaardige berichten meldden, werd de zaak grondig uitgespit. Het duurde nog tot 21 december 2009 voor de Nordic Cryobank een brief stuurde naar alle fertiliteitsklinieken die het sperma gebruikten. Samengevat lagen er dus bijna zes maanden tussen de eerste vaststelling in Gent en het informeren van de andere Belgische fertiliteitscentra. Intussen heb ik vernomen dat er een spermadatabank in de maak zou zijn.

Was de minister op de hoogte van het eerste geval in 2009? Welke stappen heeft ze gedaan? Wanneer zal de minister nu eindelijk eens werk maken van alle uitvoeringsbesluiten voor de wet van 2007 met het oog op een sluitende coördinatie tussen de fertiliteitscentra? Waarom heeft dat zo lang geduurd?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Dit geval werd inderdaad vastgesteld door het AZ St-Lucas, dat de Deense spermabank daarover heeft ingelicht in juni 2009. Dat was dus voordat de wet betreffende het menselijk lichaamsmateriaal van kracht werd, met inbegrip van de verplichte meldingen in het kader van de biovigilantie. Daarom werd het FAGG niet ingelicht in 2009. Sindsdien is de bewuste wet in voege getreden. Als dezelfde situatie zich vandaag zou voordoen, zou het AZ Sint-Lucas dus meteen het FAGG moeten waarschuwen, dat op zijn beurt alle andere fertiliteitscentra meteen zou informeren. Dit lijkt me toch een belangrijk gegeven.

Pas op 2 oktober 2012 ontving het FAGG van de Deense gezondheidsautoriteiten een first notification rapid alert met betrekking tot de vaststelling dat verschillende kinderen, verwekt met sperma afkomstig van een Deense donor, werden geboren met neurofibromatose type 1. Het FAGG heeft vervolgens contact opgenomen met alle fertiliteitscentra in België om na te gaan of ze op de hoogte waren, en om te weten wat ze met deze informatie hebben gedaan, of ze bijvoorbeeld de families hebben benaderd, enzovoort.

Wat de uitvoeringsbesluiten van de wet op de medisch begeleide voortplanting (MBV) van 2007 betreft, voeren mijn diensten momenteel besprekingen met de vertegenwoordigers van de fertiliteitscentra om na te gaan wat de meest geschikte modaliteiten zijn.

Er werden al verschillende sporen uitgetekend, maar ze moeten uitvoeriger worden beschreven en vooral door de belanghebbenden worden gevalideerd. De MBV-wet voorziet in de invoering van een systeem van informatie-uitwisseling tussen de fertiliteitscentra. Dit systeem zal het onder andere mogelijk maken te controleren of gameten van eenzelfde donor niet gebruikt worden om bij meer dan zes verschillende vrouwen telkens één of meer kinderen te verwekken.

Als het dossier snel vordert, zou vóór het einde van het jaar een koninklijk besluit kunnen worden genomen.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Ik hoop echt dat de uitvoeringsbesluiten er voor het einde van dit jaar zullen komen want de wet op de reproductieve geneeskunde is nu toch al zes jaar oud. We kunnen bijna spreken van schuldig verzuim, gezien de feiten.

Ik heb lang geleden al een wetsvoorstel ingediend. Als de minister inspiratie zoekt om snel de coördinatie te regelen, kan ze daar misschien inspiratie opdoen.