5-108

5-108

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 20 JUIN 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Martine Taelman au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics sur «la cybercriminalité» (no 5-1069)

Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Het verbaast mij enigszins dat de staatssecretaris mijn vraag zal beantwoorden, die zeer specifiek betrekking heeft op de beleidsnota van minister Milquet. Ik hoop dat hij ook een antwoord zal kunnen geven op die aspecten van mijn vraag die betrekking hebben op de bevoegdheden en de plannen van de minister.

Het regeerakkoord vermeldt dat cybercriminaliteit een nieuwe bedreiging van niet-militaire aard voor onze veiligheid is. In het kader van de internationale samenwerkingsverbanden zou ons land zich krachtig inzetten voor de bestrijding van dat fenomeen. De Belgische wetgeving moet, zo stelt het akkoord, worden aangepast aan de nieuwe criminaliteitsvormen, zoals internetcriminaliteit.

In de kadernota Integrale Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken worden een aantal doelstellingen geformuleerd: ratificatie van de Convention on Cybercrime van de Raad van Europa, ter beschikking stellen aan politie en justitie van de nodige wettelijke instrumenten om de informaticacriminaliteit efficiënt te bestrijden, en ontwikkelen van een nationale cyberstrategie en van een integraal en geïntegreerd beleid inzake de informatieveiligheid in België. Een hele resem beleidsinitiatieven dus om het gebruik van het internet voor criminele doeleinden aan banden te leggen.

In de beleidsnota 2013 voor de federale politie - ook een bevoegdheid van minister Milquet - komt cybercriminaliteit ook veelvuldig aan bod, onder meer bij de te bestrijden criminaliteitsfenomenen en bij de uitvoering van het Nationaal Veiligheidsplan. Politie en justitie zouden worden voorzien van de nodige instrumenten om informaticacriminaliteit efficiënt te bestrijden. Onze veiligheidssystemen werden zelfs getest op hun doeltreffendheid tegen cyberaanvallen.

Het regent de laatste tijd berichten over allerhande vormen van misbruik, oneigenlijk gebruik en crimineel gedrag in cyberspace. Het internet zorgde voor een nieuwe technologische omwenteling en een nieuwe realiteit met zeer veel voordelen en kansen, die we niet aan banden mogen leggen. Door het internet ontstaan echter ook problemen. De aandacht van het beleid voor het fenomeen van de internetcriminaliteit komt dus niet uit de lucht gevallen.

Kan de staatssecretaris een stand van zaken geven van de vele aangekondigde beleidsinitiatieven om cybercrime aan te pakken? Wat heeft de regering in de loop van deze legislatuur ter zake al gedaan en wat zal ze nog doen, zowel in België als daarbuiten? Welke planning wordt aangehouden?

Erkent de staatssecretaris dat het internet gigantische opportuniteiten biedt, maar dat er dringend werk moet worden gemaakt van de regulering en handhaving van deze nieuwe omgeving? Wat is zijn visie ter zake?

De heer Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten. - Beleidsinitiatieven tegen cybercriminaliteit maken deel uit van de algemene Cyber Security Strategy die de regering op 21 december 2012 heeft goedgekeurd. De eerste minister is belast met de coördinatie en uitvoering ervan.

De federale politie heeft van de bestrijding van cybercriminaliteit een prioriteit gemaakt en daartoe een programmadossier opgesteld. Dat dossier bevat verschillende actiepunten om de kennis en de capaciteiten te versterken van alle politiemensen die op dat vlak actief zijn. Gelijktijdig wil de federale politie botnets bestrijden en de capaciteit uitbouwen die nodig is om vitale ICT-infrastructuur te beschermen, zowel bij bedrijven als bij de overheid.

Ook is er geregeld overleg met Europol en Interpol, niet alleen over de operationele dossiers, maar ook over de beleidsmatige aspecten om de acties van de politiediensten en de internationale samenwerking te verbeteren. Vandaag is het internet inderdaad essentieel om zowel onze economie als onze overheden goed te laten werken. Maar ons land moet er zorgvuldig mee omspringen.

Ik ben van mening dat een nationale cyberveiligheidsstrategie echt nodig is en dat België zich dringend moet wapenen tegen de toenemende cyberaanvallen. Dat vereist aanvullende investeringen in mensen, meer bepaald in ICT-experts én in infrastructuur.

Volgens mij is een investering van twintig miljoen euro nodig, weliswaar gespreid over vier jaar. Dat bedrag kan hoog lijken, maar is eigenlijk zeer laag, gelet op de grote schade die cybercriminaliteit kan veroorzaken. Die schade kan immers volgens verscheidene studies oplopen tot meerdere honderden miljoenen euro.

Ik heb al gewezen op de rol van de premier op het vlak van de coördinatie en de implementatie. Daarnaast zitten feitelijk gesproken heel wat acties bij Fedict en CERT. Dat verklaart wellicht waarom de vraag naar mij is toegespeeld. BELNIS, dat gecoördineerd wordt door Fedict, is tot nu toe het enige bestaande overlegplatform inzake informatieveiligheid.

Ik deel bijgevolg de bezorgdheid van mevrouw Taelman volkomen en meld nog dat BELNIS onder meer presentaties heeft gegeven en discussies heeft gevoerd over de strategie, nadat ze door de regering werd goedgekeurd. Nu is het nodig snel het plan van uitvoering goed te keuren dat in voorbereiding is.

Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Dat de staatssecretaris heeft geantwoord, stemt me zeker niet ontevreden. De werkwijze verbaast me wel, aangezien mijn vraag zeer specifiek verband hield met de beleidsnota van de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen.

De staatssecretaris denkt dat een investering van 20 miljoen euro, gespreid over vier jaar, nodig is om een cyberveiligheidsstrategie uit te werken.

Zullen daarvoor bij de volgende begrotingsbespreking de nodige middelen worden uitgetrokken? Alleen dan immers kan het plan snel van start gaan.

De heer Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten. - Ik zal voorstellen dat bedrag in de begroting op te nemen. Dat wordt trouwens ook door andere collega's in de regering gevraagd. Ik kan echter niet voorspellen wat het resultaat zal zijn. Ik kan alleen herhalen dat zelfs in tijden van besparingen moet worden geïnvesteerd in de strijd tegen cybercriminaliteit, anders zal vroeg of laat een groot probleem rijzen. Daar heb ik al verschillende keren voor gewaarschuwd.