5-231COM | 5-231COM |
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Het Vlaams Parlement keurde op 18 juli 2008 het decreet betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer goed. Sindsdien hanteert de Vlaamse overheid het principe dat de entiteiten van de Vlaamse administratie de gegevens die ze nodig hebben om het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer uit te bouwen, bij authentieke gegevensbronnen moeten opvragen. Alleen als het om technische of juridische redenen niet mogelijk is een gegeven bij een authentieke gegevensbron op te vragen of als er geen authentieke gegevensbron bestaat, vragen de entiteiten van de Vlaamse administratie gegevens op bij de gebruiker.
In het actieplan 2012-2013 van de dienst Administratieve Vereenvoudiging (DAV), staat onder punt 1.7 vermeld dat de DAV een nota zal voorbereiden over het only once-principe. In de nota moet een overzicht worden gegeven van de bestaande wettelijke bepalingen en moet een werkplan worden voorgesteld met betrekking tot de controle op de naleving van dat principe door de federale overheidsdiensten.
Is het only once-principe dat in het actieplan wordt vermeld, te vergelijken met het principe dat de Vlaamse overheid sinds de invoering van het decreet betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer hanteert?
Zo ja, wat is de huidige stand van zaken van de inventarisatienota die de DAV daarover moet voorbereiden?
Zo neen, kan de minister uitleggen wat het only once-principe precies inhoudt? Denkt hij eraan om in de richting van het Vlaamse decreet te werken?
De heer Olivier Chastel, minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging. - Bepalingen zoals die in het Vlaamse decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer werden al lang voordien in de federale regelgeving opgenomen.
Zo werd het principe reeds in 1990 opgenomen in de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Artikel 11 van die wet bepaalt dat "voor zover de sociale gegevens in het netwerk beschikbaar zijn, de instellingen van sociale zekerheid verplicht zijn ze uitsluitend bij de Kruispuntbank op te vragen." [...] "Ze zijn er bovendien toe gehouden zich tot de Kruispuntbank te richten wanneer ze de juistheid nagaan van de sociale gegevens die in het netwerk beschikbaar zijn." Artikel 6 van de wet van 8 augustus 1983 zoals gewijzigd bij de wet van 25 maart 2003 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt dat "de overheden, de instellingen en de personen bedoeld in de wet, die gemachtigd zijn de gegevens van het Rijksregister te raadplegen, de betreffende gegevens niet meer opnieuw rechtstreeks mogen opvragen bij een persoon." Artikel 22 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen bepaalt dat "overheden, administraties en diensten die gemachtigd zijn de gegevens van de Kruispuntbank van ondernemingen te raadplegen, deze gegevens niet meer opnieuw rechtstreeks mogen opvragen bij de ondernemingen bedoeld in artikel 4 van die wet of bij de lasthebbers van deze laatste. Eens een gegeven is medegedeeld aan en opgenomen in de Kruispuntbank van ondernemingen kunnen de diensten die gemachtigd zijn de gegevens van de Kruispuntbank Ondernemingen te raadplegen, het niet rechtstreeks meedelen ervan niet langer ten laste leggen aan betrokkene." Concreet betekent dit dat gegevens die via de Kruispuntbank van ondernemingen kunnen worden verkregen, niet meer mogen worden gevraagd aan ondernemingen.
In dit beknopte overzicht kan ook nog worden verwezen naar artikel 23 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen. Dit artikel bepaalt dat "behoudens bij de uitoefening van hun controletaken, de diensten die gemachtigd zijn de gegevens van de Kruispuntbank te raadplegen, deze gegevens niet meer rechtstreeks mogen opvragen bij de natuurlijke personen of rechtspersonen, die eigenaar zijn van een voertuig. Van zodra een gegeven werd meegedeeld en in de Kruispuntbank van de voertuigen werd opgenomen, kunnen de diensten die gemachtigd zijn die gegevens te raadplegen, het aan hen niet rechtstreeks overmaken ervan niet meer als een fout beschouwen in hoofde van de betrokken persoon."
Ik verwijs ook naar hoofdstuk 1 van de Vereenvoudigingsgids van de dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging. Die gids is beschikbaar op de website van de dienst en bevat naast een beschrijving van bovenvermelde wettelijke bepalingen een reeks praktische tips om het only once-principe in de praktijk toe te passen.
De dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging gaat samen met Fedict na hoe de toepassing van dat principe nog verder kan worden ontwikkeld, welke obstakels desgevallend nog bestaan en hoe ze kunnen worden opgelost.
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Het only once-principe wordt dus op verschillende vlakken al toegepast en zal in de nota worden onderzocht naar bijkomende toepassingen.
(La séance est levée à 14 h 40.)