5-107

5-107

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 JUNI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie betreffende de post 2015-ontwikkelingsagenda (van mevrouw Fauzaya Talhaoui c.s.; Stuk 5-2098)

Bespreking

(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging, zie stuk 5-2098/4.)

De heer Bert Anciaux (sp.a), corapporteur. - Iedereen heeft het uitstekende verslag ontvangen. Over dit voorstel van resolutie bestond in de commissie een grote eensgezindheid. Het voorstel en de amendementen van collega Arena werden eenparig aangenomen. Het grootste deel van het verslag betreft de uiteenzetting van de indiener, mevrouw Talhaoui. Zij hield namens de werkgroep een uiteenzetting over de post 2015-ontwikkelingsagenda. De inhoudelijke invulling laat ik dus over aan mevrouw Talhaoui.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Ik kon helaas niet aanwezig zijn in de commissievergadering. De Vlaams Belangfractie zal zich bij de stemming onthouden. In de laatste paragraaf van de toelichting staat immers letterlijk dat inzake ontwikkeling meer zinnige inbreng moet komen van de Verenigde Naties, de Europese Unie en van België. Net de regeringen die hun bevolking laten wegkwijnen in armoede, ziekte en analfabetisme, in gehuchten zonder drinkwater, met soldaten die straffeloos moorden en verkrachten, met corrupte rechtbanken die alleen maar een karikatuur van echt recht zijn, met elites die alleen maar zichzelf verrijken, net die regeringen dus hebben een absolute meerderheid in de Verenigde Naties. Ik denk niet dat daarvan veel heil moet worden verwacht. De Verenigde Naties hebben trouwens nog nooit één probleem fundamenteel opgelost.

Ook de verwijzing naar de Europese Unie is vreemd. Deze week las ik nog dat voor de eerste keer in de geschiedenis een westers land, met name Griekenland, het statuut van ontwikkeld land heeft verloren. Enkele dagen later moest dat land zelfs de openbare zender opdoeken. Dat is vreemd, want zelfs extreem arme ontwikkelingslanden kunnen nog wel een openbare omroep in de ether houden. De Europese Unie en de euro hebben een ontwikkeld land als Griekenland gekelderd. Nu moeten wij geloven dat diezelfde Unie in staat zou zijn onontwikkelde landen hogerop te helpen.

Er zitten nog meer absurditeiten in de tekst, bijvoorbeeld over empowerment van vrouwen of over vrouwenrechten en gendergelijkheid. Dat zijn nobele principes, waar ik ten volle achtersta, maar de islam, de ergste factor in het onderdrukken, verminken en marginaliseren van vrouwen wordt niet eens vernoemd. Ons land subsidieert de islam die de eenzijdige verstoting en de besnijdenis van meisjes toelaat, wat absoluut het tegenovergestelde is van vrouwenrechten, gendergelijkheid of empowerment, maar in het buitenland zouden we ons inzetten voor vrouwenrechten en gendergelijkheid. Ik wil wel, maar ik denk niet dat het op die manier met elkaar te rijmen valt.

Hoe geloofwaardig zijn alle nobele doelstellingen eigenlijk als we schaamteloos handel blijven drijven met China, dat alle regels inzake democratisering, sociale rechten, mensenrechten en milieu zijn laars lapt? Niemand durft echter een kik geven als het over grote handelspartner China gaat.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wel!

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Dat siert u, mijnheer Anciaux, maar de Senaat heeft al moeite met het in overweging nemen van voorstellen die bijvoorbeeld over Tibet gaan.

Dan zijn er die heel algemene, vrijblijvende, holle woorden over de Millenniumdoelstellingen. Die zijn natuurlijk veel veiliger als ze in een resolutie worden geformuleerd. Ik ben geen aanhanger van dat soort resoluties, omdat ze meestal maar bij holle woorden blijven. Die gaan niemand voor het hoofd stoten, China noch andere landen, en niemand zal die resolutie ernstig nemen.

Ontwikkeling hangt hoe dan ook niet af van wat onze regering beslist en zelfs niet van wat alle regeringen in het Westen beslissen. Ontwikkeling hangt ook niet af van het aantal euro's die eraan worden besteed. Ontwikkeling hangt bijna uitsluitend af van wat de regeringen in de ontwikkelingslanden zelf doen en daar hebben we weinig of geen vat op. Tegen hun onverschilligheid, hun inefficiëntie, dikwijls ook cynisme en vooral hun hebzucht en corruptie is geen kruid gewassen.

Een resolutie zal daaraan in ieder geval niets veranderen. Dit soort teksten dient in mijn ogen alleen maar om onszelf een deugdzaam gevoel te geven, maar ik vrees helaas dat de voorliggende resolutie, hoe nobel de doelstelling ervan ook is, totaal niet efficiënt is. Om die reden zal de Vlaams Belangfractie zich bij de stemming over de resolutie onthouden.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Ik wil kort benadrukken dat de N-VA-fractie blij is dat we de resolutie samen hebben kunnen opstellen. Over de grenzen van meerderheid en oppositie heen hebben we allen een bijdrage geleverd. Ik hoop dat we in de toekomst nog vaker op die manier tot besluiten kunnen komen. Ik dank collega Talhaoui nog voor haar deskundige leiding van de werkgroep. Zo hebben we samen een sterk statement kunnen maken.

Mme Vanessa Matz (cdH). - Je voudrais simplement souligner le travail important fourni par le groupe de travail sur cette résolution et remercier Mme Talhaoui qui a réussi à fédérer tous les partis sur cette résolution. Le risque était bien sûr d'arriver à une sorte de catalogue rassemblant toutes les dispositions imaginées par chacun. L'enjeu est capital.

Je voudrais en particulier me féliciter de l'importance que la résolution accorde aux femmes de manière générale. Avec la crise et à cause de différents facteurs, les femmes restent les premières victimes de violences et sont les premières touchées par la précarité. Il s'agit-là aussi d'un enjeu essentiel et, à travers les objectifs du Millénaire, d'un enjeu transversal. Je me réjouis donc qu'il occupe une place centrale dans la résolution.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Ik ben er trots op dat ik vandaag in de voetsporen van mevrouw Temmerman als voorzitter van de werkgroep Ontwikkelingssamenwerking - post 2015 MDG de resolutie betreffende de post 2015-ontwikkelingsagenda mag voorstellen.

Het rapport van VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon over de Millenniumdoelstellingen vroeg de VN-lidstaten een strategische visie voor een nieuw doelenkader na 2015 te formuleren. Op de lange termijn denken is niet echt de comfortzone van politici. Een visie wordt ontwikkeld door de studiediensten van partijen voor grote congressen. Wij, de verkozenen, denken gewoonlijk in termen van concrete projecten op korte of middellange termijn, die binnen het tijdsbestek van een legislatuur kunnen worden gerealiseerd. Dat is nu eenmaal de predestinatie van politici, zeker in deze tijd. Nu daagde de VN-secretaris-generaal ons uit om dit carcan te doorbreken en verder na te denken.

Ter attentie van mevrouw Van dermeersch wijs ik er even op dat deze ontwikkelingsdoelstellingen niet alleen gelden voor ontwikkelingslanden. Ook bij ons is er helaas enorm veel kinderarmoede en jeugdwerkloosheid en dus gelden de Millenniumdoelstellingen post 2015 zeker ook voor de ontwikkelde landen.

De werkgroep heeft verschillende experts uit eigen land en daarbuiten gehoord en telkens weer werden we verleid door heel concrete projecten. Keer op keer moesten we onszelf eraan herinneren dat we vooral een visie moesten ontwikkelen. Samen met het middenveld, de coalitie "2015 De tijd loopt" van 11.11.11 en het CNCD hebben we een ontwerpresolutie gemaakt, die door de verschillende Senaatsfracties is bewerkt en geamendeerd. Op die manier zijn we tot een consensustekst gekomen, waarover we zo dadelijk kunnen stemmen.

De resolutie heeft niet bedoeling om wetgevend werk te verrichten. Ze is een breed gedragen tekst, waarin het maatschappelijk middenveld, de ngo's en de meeste fracties van de Senaat zich kunnen vinden. Alle ministers van de federale regering kunnen de resolutie ook gebruiken om het standpunt van België over de post 2015-ontwikkelingsagenda vast te leggen en te verduidelijken en om in hun eigen bevoegdheidsdomeinen toe te passen.

Deze resolutie geeft de regering daarvoor de nodige handvaten. Het gaat om een tekst die weerspiegelt wat er in het brede maatschappelijk middenveld leeft en gebeurt en waar de beleidsmakers van de federale en regionale regeringen iets mee kunnen beginnen.

Wij vragen de regering om initiatieven op te zetten binnen het door de VN uitgestippelde denkkader, dat een aanpak langsheen universele dimensies voorstelt, namelijk op het vlak van mensenrechten, goed bestuur en gelijkheid en duurzaamheid.

Er worden op vier werkingsgebieden doelstellingen geformuleerd: inclusieve economische ontwikkeling, inclusieve sociale ontwikkeling, milieu en duurzaamheid, en vrede en veiligheid.

Zoals in de conclusies van A decent Life for All: Ending poverty and giving the world a sustainable future van de Europese Raad van 28 mei jongstleden, roepen ook wij de regering op een coherent beleid te formuleren voor de ontwikkeling van alle beleidsgebieden, met meetbare en haalbare doelstellingen. Die doelstellingen moeten niet enkel betrekking hebben op België en zijn partners, maar ook op internationaal vlak op alle donorlanden en hun partners. We vragen ook zorg te dragen voor een multilaterale coherentie. We vragen dat de noden van de minst ontwikkelde landen ook worden gereflecteerd in dat raamwerk.

Volgende beleidsaccenten moeten zeker aanwezig zijn in het door België verdedigd standpunt: een genderspecifieke formulering van de doelstellingen, de actieve participatie van het maatschappelijk middenveld, de zogenaamde civil society, en een adequate financiering, ook op lange termijn. We moeten de ambitie blijven koesteren om de internationaal erkende en wettelijk bepaalde 0,7%-norm te bereiken; we mogen de crisis niet gebruiken als een schaamlapje om onze engagementen ten aanzien van de internationale en nationale armoede- en ontwikkelingsproblematiek naar het verdomhoekje te verwijzen.

Samen met de Europese Raad stellen wij de nood vast om een gemeenschappelijke en allesomvattende financiering te realiseren, innovatieve financieringsinstrumenten te zoeken en ongeoorloofde financiële stromen aan te pakken.

Alle publieke en private middelen moeten worden gemobiliseerd voor een succesvolle implementatie van het raamwerk met een verbetering van de democratische participatie als onderdeel van de geformuleerde doelstellingen.

Het Belgisch standpunt dat in deze resolutie wordt verwoord, moet zowel lokaal als internationaal worden uitgedragen. Op sommige terreinen munt de Belgische ontwikkelingssamenwerking uit en kan ze expertise bieden. Dat moet door de regering wordt gepromoot.

Ik wil van deze gelegenheid ook gebruik maken om de medewerkers van de ngo's van de coalitie "2015 De tijd loopt" te bedanken, alsook het CNCD en het commissiesecretariaat voor hun inzet en het vele werk dat ze samen met ons hebben verricht. Ik dank ook medewerkers van de dienst Protocol, niet het minst voor hun hulp bij de organisatie van ons succesvol colloquium. Ik bedank ook van harte de medeondertekenaars: mevrouw Marie Arena, mevrouw Elke Sleurs, de heer Yoeri Vastersavendts, de heer Benoit Hellings, mevrouw Vanessa Matz en de heer Johan Verstreken van harte te bedanken. Ik dank ook u, mevrouw de voorzitster, voor uw morele steun achter de schermen. Tot slot bedank ik de rapporteurs Bert Anciaux en Patrick De Groote, die mee de amendementen redigeerden.

Om af te sluiten wil ik nog het volgende aan de collega's van de werkgroep zeggen: dit was maar een eerste stap; de volgende stap zal erin bestaan de doelstellingen die we in het ontwikkelingskader willen opgenomen zien worden, te concretiseren. Ik hoop iedereen dan ook binnenkort te mogen begroeten, met evenveel enthousiasme. Dat geldt ook voor u, mevrouw Van dermeersch. (Applaus)

M. Armand De Decker (MR). - Je voudrais à mon tour féliciter Mme Talhaoui pour l'enthousiasme avec lequel elle a effectué son travail de promotion de cet important domaine qu'est la coopération au développement, élément d'ailleurs fondamental et essentiel pour la stabilité et l'équilibre du monde, donc pour la paix dans le monde.

Je me réjouis que notre parlement, en votant pour cette résolution, exprime une fois de plus son soutien unanime à la politique belge dans cet important domaine où les effets du travail accompli sont considérables à l'échelon international.

Nous sommes toujours - en tout cas je l'espère - parmi les sept ou huit pays qui consacrent le plus grand budget à l'aide au développement, même si je regrette que la crise financière nous ait amenés à devoir réduire notre contribution en la matière.

Un bémol, toutefois. Ce rapport, marqué par un grand enthousiasme, est très idéaliste. Ayant vécu les choses de près, je me réjouis que ce rapport base l'aide au développement sur les trois principes essentiels que sont le respect des droits de l'homme, l'égalité, notamment entre hommes et femmes, absolument fondamentale, et la durabilité. Il me semble toutefois un peu optimiste d'espérer pouvoir les appliquer avec beaucoup de succès à des domaines aussi importants que la politique sociale, l'économie, l'écologie, la paix et la sécurité, même si nous devons bien entendu tendre vers cet objectif.

Je suis convaincu que la clé du développement réside essentiellement dans l'efficacité de l'aide - élément que la communauté internationale n'a découvert que très tardivement - et bien sûr dans les budgets consacrés à nos objectifs. Tout en me réjouissant du vote de cette résolution, je tenais à apporter cette nuance.

Mme Marie Arena (PS). - Permettez-moi d'ajouter un petit mot à l'intention de M. De Decker qui s'est exprimé de manière réaliste et pragmatique.

Dans le cadre d'une résolution, il est important d'avoir des objectifs ambitieux. C'est le cas du texte qui nous est soumis. Certes, le chemin est encore long mais ce n'est pas une raison pour revoir nos ambitions à la baisse. En outre, vous avez souligné l'importance de l'efficacité de l'aide. J'y ajouterai la cohérence des politiques. S'il est vrai que notre aide représente 0,7%, cette cohérence représente 99,3% de l'action que nous pouvons mener à l'égard de ces pays. Nous devrons agir sur cet aspect qui, je le sais, génère de nombreuses discussions.

-De bespreking is gesloten.

-De stemming over het voorstel van resolutie heeft later plaats.