5-107

5-107

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 JUNI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Hassan Bousetta aan de minister van Justitie over «het PRISM-programma en de bescherming van de privacy» (nr. 5-1042)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de minister van Justitie over «het PRISM-programma van het Amerikaanse National Security Agency en privacy van de Belgische bevolking» (nr. 5-1049)

De voorzitster. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

M. Hassan Bousetta (PS). - Madame la ministre, la presse a révélé que la liste des entreprises compromises dans le scandale PRISM, du nom de ce vaste programme d'espionnage élaboré depuis 2007 par la National Security Agency, la NSA, est longue. Elle toucherait les sociétés qui dominent l'Internet d'aujourd'hui, à savoir Microsoft, Yahoo !, Google, Facebook, Skype, etc.

Il serait peu exagéré de dire que ce scandale touche potentiellement l'ensemble de la planète. Il pourrait en effet s'agir d'un scandale à l'échelle mondiale.

Il ressort des éléments récemment révélés par la presse internationale, le Washington Post et le Guardian que dès lors qu'un individu est considéré comme suspect dans une affaire touchant à la sécurité des États-Unis - terrorisme, espionnage -, les analystes de la NSA auraient la possibilité, via les outils dont il est question, de chercher ses traces et l'historique de son activité sur l'ensemble des serveurs de ces grands groupes de l'Internet.

Mme Fleur Pellerin, ministre déléguée à l'Économie numérique du gouvernement français a récemment déclaré qu'il s'agissait d' « un sujet très préoccupant pour nos citoyens et nos entreprises ». Mme Viviane Reding, commissaire européenne, a également décidé d'interpeller le gouvernement américain à la suite du débat qui s'est tenu hier au Parlement européen.

Il convient de se montrer à la fois prudent et très déterminé à propos de ces révélations pour faire la clarté et obtenir toutes les explications nécessaires.

Dans ce contexte et en particulier au regard de la menace que le programme PRISM fait peser sur la protection de la vie privée et les données à caractère personnel de la population belge, pourriez-vous, madame la ministre, nous donner toutes les explications en votre possession en ce qui concerne la nature de cette menace localisée à l'extérieur du pays et qui pèse sur tous nos concitoyens ? Comptez-vous interpeller les autorités des États-Unis et sous quelle forme ?

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Collega Bousetta heeft al correct de context geschetst waarin het PRISM-programma van het Amerikaanse NSA blijkbaar al jaren directe toegang heeft tot alle gegevens van gebruikers van Microsoft, Google, Facebook, Skype, Apple en andere internetgiganten. Doordat de Belgische inlichtingendiensten informatie uitwisselen met de Amerikaanse, kan er informatie uit het omstreden PRISM-programma bij de Staatsveiligheid zijn beland.

Ik ga ervan uit dat niet alleen de heer Bousetta en ikzelf dat bijzonder verontrustend vinden. Groen heeft al aangedrongen op een hoorzitting met de minister van Justitie, haar collega van Buitenlandse Zaken, de Belgische veiligheidsdiensten, vertegenwoordigers van de Belgische en Europese privacywaakhonden en van de Amerikaanse regering. Ik hoop dat de minister onze bezorgdheid deelt en dus op onze vraag zal ingaan.

Op "digitale huiszoekingen", want zo mogen we het wel noemen, zijn de Belgische wetten van toepassing. Het kan niet dat er gegevens vanuit België aan de VS worden verstrekt. Het is van primordiaal belang dat de privacy van de Belgen voldoende wordt beschermd en dat er, mocht dat niet het geval zijn, bijzonder snel extra maatregelen worden genomen.

Ik weet niet of de minister al extra informatie heeft gevraagd aan de Amerikaanse regering of aan de Amerikaanse ambassadeur in ons land. De Europese Unie heeft het in elk geval wel gedaan en dat is niet meer dan terecht. Ik leg hier meteen een bruggetje naar een punt dat we straks bespreken, de resolutie van collega Hellings en mijzelf. Wanneer we het over vrijhandelsakkoorden met de VS hebben, moeten we ons ervan bewust zijn dat de VS de term "vrij" overdreven letterlijk neemt. Daar moeten we ons, zeker in het licht van de huidige onthullingen, bijzonder grote zorgen over maken. Zeker als we merken dat de VS er geen graten in ziet onze nationale wetten te omzeilen.

Ik kom tot mijn vragen.

Maken de Belgische inlichtingendiensten gebruik van informatie uit het PRISM-programma? Zo ja, sinds wanneer en kan en wil de minister dat cito presto een halt toeroepen? Zo nee, welke garanties kan de minister geven opdat de privacy van de Belgische bevolking nu en in de toekomst zal worden gerespecteerd zowel door onze als door buitenlandse inlichtingendiensten.

Indien er toch persoonlijke gegevens van Belgen via PRISM zijn doorgegeven, dan wil ik graag van de minister horen hoe deze personen op de hoogte worden gebracht en hoe ze zich daartegen kunnen verdedigen.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - PRISM is een bewakingsprogramma dat door de Verenigde Staten werd ontwikkeld en door het National Security Agency wordt beheerd. Dat overheidsagentschap is belast met het verzamelen en analyseren van de communicatie, alsook met het beveiligen van de communicatie- en informatiesystemen van de Amerikaanse regering. Volgens de informatie die de voorbije dagen in de media is verschenen, volgt het PRISM-programma automatisch en op grote schaal de activiteiten van Amerikaanse en buitenlandse internetgebruikers. Het programma biedt het NSA de mogelijkheid om de informatie, e-mails, bestanden, audioberichten, video's en activiteiten op de sociale netwerken die bij grote Amerikaanse bedrijven zoals Google, Facebook, Microsoft, Yahoo, werden verkregen, te centraliseren. Het PRISM-schandaal dat thans de Verenigde Staten beroert, werpt dus vragen op over de wijze waarop de inlichtingen- en veiligheidsdiensten informatie verzamelen en over het door die diensten uitgeoefende toezicht in democratische staten.

In België vormt de wet van 4 februari 2010 betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en de veiligheidsdiensten het wettelijke kader waarin de Staatsveiligheid kan handelen om persoonsgegevens te verzamelen. De wet voorziet in een a priori toezicht door een administratieve commissie belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Die commissie bestaat uit magistraten en wordt door de Ministerraad benoemd op voorstel van de ministers van Justitie en Landsverdediging. Ze is belast met het toezicht op de wettigheid en de inachtneming van de persoonlijke levenssfeer van de personen op wie toezicht wordt gehouden.

Toute demande d'utilisation de ces méthodes de recueil de données est donc soumise à l'approbation de cette commission. Par ailleurs, le Comité permanent de contrôle des services de renseignement peut, quant à lui, exercer un contrôle a posteriori, de sa propre initiative, à la demande de la Commission de suivi du Sénat ou à la suite de la plainte d'un citoyen.

Les services de renseignement sont donc soumis à un double contrôle légal qui encadre étroitement les processus de recueil de renseignements afin de veiller strictement au respect de la vie privée et des libertés individuelles.

En ce qui concerne les informations que nous recevons des services étrangers, nous devons tout d'abord préciser que la VSSE n'a que rarement été en relation avec la NSA, organe américain au centre du « scandale PRISM », qui n'est pas un partenaire direct de notre service.

Des représentants de cet organe ont, à quelques occasions, été présents en tant qu'experts techniques aux côtés de nos interlocuteurs réguliers que sont la CIA et le FBI.

Les informations que nous recevons de la part des États-Unis nous parviennent exclusivement par le biais du FBI ou de la CIA et sont habituellement classifiées « secret ».

D'une façon générale, les services étrangers ne sont pas disposés à communiquer les méthodes qu'ils utilisent pour recueillir l'information, ce qui nous empêche d'en connaître la provenance exacte. Il est dès lors impossible pour la Sûreté de l'État de juger de la méthode utilisée par les autres services pour obtenir l'information et donc, en l'occurrence, de savoir si elles proviennent du programme PRISM.

De door een partnerdienst overgezonden informatie wordt, net als onze eigen informatie, behandeld, geanalyseerd en gecontextualiseerd. Op grond daarvan evalueert onze dienst de relevantie om die gegevens te gebruiken in onze communicatie met de bevoegde Belgische autoriteiten.

Ik ben de mening toegedaan dat de reactie hierop eerst en vooral Europees moet zijn. Het Amerikaanse programma richt zich niet enkel of in het bijzonder op Belgische burgers en bedrijven. Bovendien werden de verschillende onderhandelingen met de Verenigde Staten over gegevensuitwisseling de laatste jaren uitsluitend op het niveau van de Europese Unie/Europese Commissie gevoerd, en niet op bilateraal vlak.

Europees Commissaris van Justitie Viviane Reding heeft overigens dinsdag al gezegd dat zij de PRISM morgen zal aansnijden in haar ontmoeting met de Amerikaanse attorney general Eric Holder in Dublin. Zij zal daarbij eisen dat de Verenigde Staten de fundamentele rechten en wettelijke bescherming van de Europese burgers respecteren. Ook het Europees Parlement, dat deze week bijeen is in Straatsburg, heeft zich in die zin al uitgesproken. Ik ben er zeker van dat het onderwerp ook op de volgende Europese Raad Justitie en Binnenlandse Zaken aan bod zal komen.

M. Hassan Bousetta (PS). - Ce que nous apprenons cette semaine au sujet de ce programme est d'autant plus grave que ce n'est pas nouveau.

En effet, le programme PRISM s'inscrit dans la continuité d'autres méthodes très intrusives, dont notamment le programme Échelon, de triste mémoire, qui date d'une époque où les réseaux sociaux et autres mécanismes d'information étaient moins développés qu'aujourd'hui.

Le fait que notre premier ministre lui-même ait été victime d'un vol de données personnelles devrait attirer notre attention sur la gravité de tels faits et sur l'intrusion ainsi permise dans notre vie privée.

Hier et avant-hier, de hauts responsables de la NSA, auditionnés notamment en commission du Sénat, ont reconnu l'existence de ce programme, qui n'est donc plus niée par les États-Unis.

Le président Obama lui-même déclare que seuls les non-Américains sont ciblés ! Les Européens sont donc tout à fait concernés, mais cette manière de justifier le programme pose néanmoins question, alors que nous débattons, cet après-midi même, d'un partenariat, d'un accord de libre-échange. Les Européens sont donc menacés dans leur vie privée par le programme d'un pays partenaire. Je vois dans cette situation pour le moins interpellante - je le dis franchement - une rupture de confiance. Il s'agit d'un écart disproportionné entre une quête de sécurité, légitime dans ce monde dangereux, et les droits fondamentaux - respect de la vie privée et donc protection des données personnelles - des citoyens que nous sommes.

Ce sujet est donc propice à une réflexion plus générale sur la manière de nous protéger, mais ce que la ministre vient de nous dire m'inspire une dernière remarque.

D'une part, elle explique que nos services - nous pouvons être rassurés à cet égard - ne font pas usage de données qui sortent du cadre de la loi qui règle la manière dont nos services de sécurité, notamment, peuvent récolter les données. D'autre part, elle précise que dans le cadre de la collaboration internationale, nous pouvons recevoir des données en provenance de services comme le FBI ou la CIA, au sujet desquels nous avons appris cette semaine qu'ils récoltaient eux-mêmes des données issues du programme PRISM. Nous n'avons donc pas la possibilité de contrôler ces données. Cela évoque un système de passoire et j'en conclus que ce programme pose problème et qu'il est nécessaire de soutenir la position adoptée par la commissaire européenne Viviane Reding.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Ik ben wat teleurgesteld met dit lauwe en nietszeggende antwoord. Het is niet helemaal duidelijk welke rol België in dit verhaal speelt en welke informatie er precies is doorgegeven. Onze inwoners moeten erop kunnen rekenen dat de overheid hun privacy tegenover binnen- en buitenlandse veiligheidsdiensten beschermt.

Ik ben het ermee eens dat in de eerste plaats op Europees niveau moet worden gereageerd. Ik apprecieer dus dat er vanuit de EU al een aantal brieven zijn verstuurd. Toch ontslaat dat ons land niet van zijn verantwoordelijkheid. De Franse overheid heeft vandaag het hele PRISM-programma als illegaal bestempeld en veroordeeld. De andere lidstaten moeten op dezelfde manier reageren. Ik neem aan dat de minister op de Europese Raad een fermer standpunt zal innemen dan vandaag het geval was.