5-224COM | 5-224COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Mijn vraag dateert al van januari en ik vat ze kort samen. Ik heb gemengde gevoelens bij de internationale sancties tegen Iran. Dat betekent niet dat ik een fan ben van het regime. Als ik vandaag hoor dat gewezen president Rafsanjani niet mag deelnemen aan de komende presidentsverkiezingen, vind ik dat verschrikkelijk. Toch denk ik dat de internationale sancties niet in de eerste plaats het regime treffen, maar veeleer de bevolking.
Ik ben ervan overtuigd dat enige samenwerking met het Iraanse regime nuttig kan zijn. We werken ook samen met allerlei andere regimes onder meer Saoedi-Arabië, waar we eveneens veel vraagtekens bij hebben. Het lijkt mij niet onverstandig contacten te hebben met het Iraanse regime, al was het maar omdat Iran ook een belangrijk rol speelt in Syrië. Het conflict in Syrië kan wellicht niet opgelost worden zonder enige betrokkenheid van Iran, niet als bondgenoot, maar als gesprekspartner.
Bovendien denk ik dat, als we on speaking terms zijn met Iran, dit ook tot gevolg kan hebben dat er voor de oppositie meer kansen zijn om verandering teweeg te brengen in dat regime.
Kortom, om te beletten dat de bevolking het voornaamste slachtoffer wordt van sancties, moeten we goed overwegen welke sancties het regime raken en niet de bevolking. Wat is het standpunt van de minister dienaangaande?
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Het strategisch doel van de sancties bestaat erin het Iraanse bewind duidelijk te maken dat het aanhouden van een confrontatiepolitiek ernstige negatieve gevolgen heeft en dat het beter de dialoog zou aangaan met de internationale gemeenschap op basis van de naleving van de bindende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. Bij verschillende gelegenheden is vastgesteld dat Iran onder druk van de sancties toenadering zoekt tot de EU3+3, die geleid wordt door Hoge Vertegenwoordiger van de Unie Ashton. De druk moet aangehouden worden want onderhandelingen hebben nog niet geleid tot een oplossing van het nucleaire vraagstuk. De EU3+3 heeft eind februari een aangepast voorstel voorgelegd aan Iran teneinde de impasse te doorbreken. Het valt af te wachten of Teheran zich deze keer wel degelijk zal engageren ten opzichte van de internationale gemeenschap.
De sancties zijn gericht tegen het nucleaire programma en niet tegen het Iraanse volk. Getuige daarvan zijn de uitzonderingen en de maatregelen die erop gericht zijn ongewenste effecten op het Iraanse volk te vermijden. Medicijnen zijn niet het voorwerp van de VN- en de EU-sancties en evenmin voedsel en andere essentiële goederen.
De achteruitgang van de Iraanse economie is vooral het gevolg van het slechte beleid van het Iraanse leiderschap en de afwending van vele middelen naar het nucleaire programma. Er is inderdaad een tekort aan medicijnen, echter niet in de mate die u aangeeft, dat voornamelijk het gevolg is van de ontoereikende aanwending van de bestaande economische middelen door de Iraanse regering. Indien de Iraanse regering geen prioriteit wenst te geven aan de basisbehoeften van de bevolking, is dat de verantwoordelijkheid van de Iraanse regering. De internationale gemeenschap draagt in dezen geen schuld. Trouwens, het tekort is geen rechtstreeks gevolg van de sancties, omdat er voorzieningen zijn in het sanctieregime om bepaalde, niet gewenste neveneffecten, die de bevolking zouden kunnen treffen te minimaliseren, onder meer wat medische apparatuur en gezondheidszorg betreft.
Ik vrees dat de presidentsverkiezingen niet tot enige verandering zullen leiden. We hebben de selectie van de mogelijke kandidaten gezien. Zij zullen hoe dan ook geen een nieuwe evolutie in Iran op gang brengen.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Hij beweert dat de sancties Iran ertoe zullen aanzetten het gesprek op gang te brengen. Ik hoop het. Hij is beter geplaatst dan ik om dat te beoordelen.
Ik begrijp dat de sancties in hoofdzaak gericht zijn tegen het nucleaire programma. Ik hoop dat men de objectiviteit blijft nastreven in dat debat. Er zijn andere landen die zitten te wachten op blinde repressie tegenover Iran en meer bepaald op Iraanse nucleaire installaties. We moeten daar voorzichtig in zijn.
Specifiek wat de medicijnen betreft, wil ik de minister vragen zijn diensten te laten nagaan of er niets kan worden gedaan om het tekort aan de voor de bevolking levensnoodzakelijke geneesmiddelen te lenigen.