5-105

5-105

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 30 MAI 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Mieke Vogels à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté sur «le rapport annuel du SPF Sécurité sociale dans le cadre de l'objectif Europe 2020» (no 5-1020)

Mevrouw Mieke Vogels (Groen). - De FOD Sociale Zekerheid publiceerde gisteren het jaarlijks rapport in het kader van de Europa 2020-strategie. Volgens het rapport blijft de sociale impact van de crisis relatief beperkt in België. Toch steeg het aantal personen met een risico op armoede of uitsluiting van 2,19 miljoen in 2008 naar 2,27 miljoen in 2011. Volgens de strategie moet het aantal personen in armoede of sociale uitsluiting tegen 2020 worden verminderd tot 1,8 miljoen.

Opvallend aan dit rapport is het grote verschil naargelang van de bevolkingsgroep. Vooral voor kinderen en de gezinnen waarin ze opgroeien, gaat de situatie er jaar na jaar op achteruit. Het armoederisico ging van 16,9% in 2006 naar 18,7% in 2010, terwijl het aantal kinderen in een gezin zonder werkende ouders steeg van 8,9% in 2008 tot 13,9% in 2010. Ook het aantal kinderen in een gezin dat met ernstige materiële deprivatie geconfronteerd wordt, zit in stijgende lijn.

Hoe luider de politici roepen dat ze van het bestrijden van kinderarmoede de allerhoogste prioriteit willen maken, hoe meer de kinderarmoede toeneemt. Dat bleek nog uit de armoedebarometer die vorige week werd voorgesteld door Decenniumdoelen, een vereniging van middenveldorganisaties die een eigen barometer heeft ontwikkeld om er precies in de Europa-2020-context op toe te zien dat de armoede afneemt.

Deze week werden we ook geconfronteerd met de schrijnende cijfers van de onaanvaardbaar hoge kindersterfte in Brussel, waar, zoals bekend, de armoede van gezinnen het grootst is. Er bestaat daar een duidelijke relatie tussen kindersterfte en het aantal gezinnen in armoede.

Kinderarmoede bestaat niet. Achter elk arm kind staat immers een arme vader en/of moeder. Het is dan ook erg hypocriet om politici de ene dag te horen beweren dat de strijd tegen kinderarmoede de hoogste prioriteit krijgt, terwijl diezelfde politici de volgende dag de werkloosheidsuitkering van de vader van dat arme kind verlagen.

De Kamer debatteert nu over de Europese megaboete die ons land net ontloopt. Het dreigde die te krijgen omdat we een begrotingstekort hebben van iets meer dan 3%. Dat ons land steevast weigert om de uitkeringen op te trekken tot de Europese armoedegrens, dat vindt de Europese Commissie blijkbaar geen boete waard.

Het verheugt mij dat de minister van Buitenlandse Zaken, in de vorige regering minister van Financiën, hier ook aanwezig is. Ik wou hem hierbij betrekken omdat ik hem, en eigenlijk de voltallige regering, erop wil wijzen dat het optrekken van de uitkeringen onze economie ten goede zou komen. Mensen die een hogere uitkering krijgen, zullen dat geld niet op een spaarboekje zetten, maar het onmiddellijk besteden, waardoor de economie nieuwe zuurstof krijgt.

Is de regering bereid de uitkeringen te verhogen tot de Europese armoedegrens om een einde te maken aan de stijging van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede en om ervoor te zorgen dat ons land de Europa 2020-doelstelling inzake armoedebestrijding haalt?

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Armoede is een probleem met vele gezichten en vele oorzaken. Er bestaat geen magisch middel om de armoede te bestrijden of uit te roeien. De economische crisis maakt het de mensen die in armoede leven of in armoede dreigen te verzeilen, niet gemakkelijker.

Het rapport waarnaar mevrouw Vogels verwijst, toont aan dat het vangnet van de sociale zekerheid net voor die zwakke doelgroep echt nodig is om een reële bescherming te bieden. Het rapport meldt ook dat in België, dankzij het sociale vangnet, de impact van de crisis anders is dan in tal van andere EU-lidstaten. Moeten we tevreden zijn met die vaststelling? Neen, want in het land der blinden is eenoog koning.

Volgens de EU-SILC-enquête neemt het risico op armoede of sociale uitsluiting licht toe, maar deze toename wordt als zeer beperkt omschreven. Twee kanttekeningen verdienen onze bijzondere aandacht. Sinds het begin van de crisis zijn de sociale uitgaven, uitgedrukt in een percentage van het bruto nationaal product, gestegen. Daardoor zijn de gevolgen van de crisis beperkt, maar het is duidelijk dat binnen de huidige budgettaire context de EU 2020-doelstelling moeilijker zal worden gehaald. Bovendien toont de analyse aan dat de situatie van de ouderen eigenlijk wat verbeterd is en de situatie van de kinderen er eerder is op achteruitgegaan. Daarom gaat onze bijzondere aandacht naar de bestrijding van de kinderarmoede.

Ik ben het eens met mevrouw Vogels dat het bestrijden van armoede in gezinnen met kinderen belangrijk is. Een van de elementen in het federaal plan voor armoedebestrijding is er net op gericht om samen met de regio's onze acties ten behoeve van de kinderen te bundelen. Daarom ook heb ik beslist dat de projecten die in aanmerking komen voor de Federale Armoedeprijs gericht moesten zijn op alleenstaande oudergezinnen of kinderen die zich in een kwetsbare situatie bevinden.

Het plan is klaar, maar moet nog worden goedgekeurd. Het is een voortzetting van de acties die mijn collega's van de regio's en ikzelf reeds hebben opgezet. Het gaat om 140 concrete acties om de kinderarmoede op diverse terreinen aan te pakken en trachten uit de wereld te helpen. Als we de kinderen kunnen helpen, doen we ook iets aan de moeilijke situatie van de ouders.

Mevrouw Vogels vraagt of de regering de uitkeringen zal optrekken tot het Europese minimuminkomen. De regering heeft eind vorig jaar de uitkeringen geïndexeerd en met 2% verhoogd. Daarnaast wordt, zoals afgesproken in het regeerakkoord, ook de welvaartsenveloppe voor een deel aangewend om het leefloon van 1 september af nog eens 2 procent te verhogen. Daarover werd een akkoord met de sociale partners gesloten.

Voorlopig zijn dat alle afspraken hierover binnen de regering. Als het van mij afhangt, zou ik het liefst zoveel mogelijk geld aanwenden ter bestrijding van de armoede. Mevrouw Vogels verwees zelf ook naar de dreigende Europese boete en naar de besparingen. Als gewezen minister van welzijn en als gewezen schepen van de stad Antwerpen moet ze beseffen dat, ofschoon haar verzuchtingen ook de mijne zijn, ik niet alles kan beloven wat gevraagd wordt. Ik wil niet hypocriet zijn.

Als gemeenschapssenator weet mevrouw Vogels bovendien ook dat maatregelen inzake huisvesting, onderwijs, tegemoetkomingen en begeleiding een belangrijke rol spelen. Kortom, armoede is een monster met veel koppen dat ik elke dag met veel energie tracht te bestrijden.

Mevrouw Mieke Vogels (Groen). - Ik dank de staatssecretaris voor het uitgebreide antwoord. Ik ben inderdaad nog minister van Welzijn geweest. Ik heb toen de armoedebeweging opgericht, die nu haar tienjarig bestaan viert en er mee voor zorgt dat armoede voortdurend op de agenda blijft. Alleen zien we dat sindsdien de armoede, vooral in gezinnen met kinderen, toeneemt.

De staatssecretaris zei ook dat er geen wondermiddel voorhanden is. Dat klopt. Maar als de uitkeringen zouden stijgen, zou dat wel een verschil maken, al was het maar dat de mensen aldus hun huishuur zouden kunnen blijven betalen.

Over de partijgrenzen heen kan ze mij dus als partner beschouwen. Dan kan ik vanuit de oppositie samen met de meerderheid voortdurend op tafel slaan bij de minister van Financiën, om ervoor te zorgen dat de uitkeringen stijgen en dat er echt iets wordt ondernomen om het aantal kinderen dat in armoede moet opgroeien, te beperken. De kinderen zijn onze toekomst. Zij verdienen beter!