5-221COM

5-221COM

Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives

Annales

MARDI 7 MAI 2013 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances sur «le contrôle par les compagnies aériennes de l'autorisation parentale permettant aux mineurs de se rendre à l'étranger» (no 5-3471)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De minister stelt voor dat luchtvaartmaatschappijen meer nauwlettend zouden controleren of minderjarigen wel over de toestemming van hun ouders beschikken om een internationale vlucht naar bijvoorbeeld Syrië te nemen.

De luchtvaartmaatschappijen stellen dat er voor die maatregel geen wettelijke basis is. Er bestaat geen wet die hen in staat stelt jongeren te weigeren, die geen ouderlijke toestemming kunnen voorleggen. Ook de vervoersvoorwaarden van de maatschappijen bevatten meestal geen richtlijnen daaromtrent. De Europese Unie kan zelfs een geldboete opleggen als maatschappijen een vlucht zouden weigeren aan jongeren omdat ze niet over een ouderlijke toestemming beschikken.

Daarbij rijst ook een probleem met de doelmatigheid. Mocht de maatregel immers toch afdwingbaar zijn, dan zullen de vluchten wellicht via andere landen gaan.

Bevestigt de minister de stelling van de luchtvaartmaatschappijen dat de eventuele opdracht om minderjarigen die een vlucht naar bijvoorbeeld Syrië nemen, nauwgezet te controleren op het bezit van een ouderlijke toestemming niet kan worden uitgevoerd omdat er geen wettelijke basis voor bestaat? Klopt het dat die vorm van controle niet in de vervoersvoorwaarden van de meeste maatschappijen is opgenomen en dat ze daardoor ook kans lopen om door de Europese Unie tot een financiële boete te worden veroordeeld?

Hoe evalueert de minister die tegenargumenten, waarbij ook nog de doelmatigheid van de maatregel wordt betwijfeld, vermits het zeer gemakkelijk lijkt om de eventuele controle te ontlopen?

Op welke wijze zal de minister de kritiek en de tegenargumenten in haar beleidsplannen en maatregelen opnemen? Zal zij het idee om te controleren op ouderlijke toestemming laten vallen of zal ze het op een andere wijze toepassen?

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Ik bevestig de stelling van de luchtvaartmaatschappijen dat er geen wettelijke basis bestaat om te controleren of minderjarigen die een vlucht naar Syrië nemen, in het bezit zijn van een ouderlijke toestemming. Ik heb via de staatssecretaris voor Mobiliteit, de luchtvaartmaatschappijen gevraagd bijzondere aandacht te hebben voor het fenomeen. Dat was ook logisch.

Voor de passagier die een luchtvaartvervoerdienst wil genieten bestaat op het ogenblik geen andere voorwaarde dan het bezit van een geldig vervoerbewijs. Noch het internationale recht, noch het Europees recht leggen bijkomende voorwaarden op opdat een passagier een luchtvaartvervoerdienst zou genieten.

Er bestaan alleen aanbevelingen van de Internationale Vereniging van Luchtvervoerders (IATA) met betrekking tot de niet-begeleide minderjarigen. Die aanbevelingen bepalen dat onder de 13 jaar een kind nog niet geschikt is om zichzelf ten laste te nemen en dat het tijdens de vlucht bijstand nodig heeft. Daarom wordt de luchtvaartmaatschappijen aangeraden een begeleiding te verschaffen aan de minderjarigen jonger dan 13 jaar, die alleen met het vliegtuig reizen.

Naast die aanbevelingen houden de verschillende maatschappijen er diverse praktijken op na. Zo is Ryanair vrij streng: de maatschappij laat niet toe dat een minderjarige onder 16 jaar alleen reist. Andere maatschappijen volgen een andere leeftijdsgrens.

Daaruit volgt dat extra regels inzake controle alleen zouden kunnen worden opgelegd aan de politieoverheden die belast zijn met de controle aan de grenzen.

Ik heb een voorstel met betrekking tot de invoering van nieuwe regels inzake ouderlijke toestemming aan het kernkabinet voorgelegd. Dat wordt nu in een werkgroep besproken. Het Schengenakkoord bepaalt dat een politieambtenaar verplicht is om aan de hand van documenten na te gaan of een minderjarige een ouderlijke toestemming om te reizen heeft. Die regel bestaat sinds 2006, maar tot op heden heeft nog geen enkele bevoegde minister ter zake een wetgevend initiatief genomen of een besluit of rondzendbrief uitgevaardigd. Er is dus niet reglementair vastgelegd welke documenten moeten worden gecontroleerd, zoals een ouderlijke toestemming die door de gemeente is gevalideerd. Ik heb dan ook onmiddellijk een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld met een lijst van officiële documenten, waaronder dus een ouderlijke toestemming die door de gemeente is gevalideerd.

Tot op heden bestaat daarover binnen de regering geen consensus. Twee partijen menen dat er in dit land geen probleem met minderjarigen is en dat geen extra regelgeving is vereist. Er is echter wel degelijk een probleem: de politieambtenaren zijn verplicht een controle uit te oefenen, maar nergens is bepaald op basis van welke documenten ze die controle moeten doen.

Ik moest dus optreden en ik wacht een consensus binnen de regering af. Het probleem is dringend. Bovendien is het niet tot de situatie in Syrië beperkt. De bescherming van minderjarigen is veel breder dan dat.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - In tegenstelling tot minister Milquet ben ik er niet van overtuigd dat de maatregel die ze voorstelt, noodzakelijk is. Ik wacht het resultaat van de besprekingen dan ook af.

(La séance est levée à 11 h.)