5-215COM | 5-215COM |
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Op 19 maart 2008 werd tussen de Belgische staat en de Europese Unie een definitieve conventie ondertekend betreffende de vestiging van de nieuwe zetel van de Raad van de Europese Unie in Blok A van het gebouw Résidence Palace. Volgens deze conventie worden de kosten van dit project door de Europese Raad gedragen. Volgens de bepalingen van de conventie treedt de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Regie der Gebouwen, als opdrachtgever op.
Het project bestaat uit het restaureren van gebouw A, dat dateert uit 1925 en een nieuwe constructie, die er uiteindelijk zal uitzien als een grote glazen kubus, verzonken in het oude gebouw.
De geraamde kostprijs bedraagt 240 000 000 euro (waarde 1 januari 2004), exclusief btw.
De ondertekening van een verkoopcompromis tussen de Belgische staat en de Europese Raad zou binnen de drie maanden na de voorlopige oplevering van de werken moeten plaatsvinden. Uiteindelijk zou dat moeten resulteren in de verkoop van het volledige complex Blok A via een erfpachtovereenkomst.
Hoeveel bedraagt de meest actuele raming van het budget?
Welk bedrag is tot nu toe vastgelegd? Welk bedrag is tot nu toe vereffend?
Hoeveel voorschotten werden er al ontvangen van de Europese Raad? Hoeveel bedragen de reeds betaalde intresten?
Hoeveel zou de Europese Raad uiteindelijk moeten hebben betaald? Met andere woorden wat is de actuele waarde van de 240 miljoen euro van 2004? Hoeveel rente zal de Europese Raad hierover moeten betalen?
Wanneer is de voorlopige oplevering gepland?
Wat zijn de gevolgen van de erfpachtovereenkomst? Blijft de Belgische staat eigenaar van de grond?
Wie betaalt de eventuele budgetoverschrijdingen? Wat als de totale investeringskost uiteindelijk de 240 miljoen euro (waarde 1 januari 2004) overstijgt?
De heer Servais Verherstraeten, staatssecretaris voor Staatshervorming, en voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling. - Het totaal geraamde budget bedraagt actueel 220 717 565 euro (waarde 1 januari 2004), exclusief btw.
Op datum van 31 december 2012 werd in totaal een bedrag van 304 958 107 euro (inclusief 21% btw en herzieningen) vastgelegd. Hiervan is op dezelfde datum een bedrag van 74 208 771 euro (inclusief 21% btw en herzieningen) vereffend.
Op datum van 31 december 2012 werd in totaal een bedrag van 265 164 148 euro aan voorschotten betaald door de Europese Raad. Het totaal aan betaalde interesten bedroeg op hetzelfde moment 10 353 011 euro.
De waarde van het bedrag van 240 000 000 euro bedraagt op datum van 31 december 2012 327 016 800 euro. Deze herziening gebeurt volgens de bepalingen van artikel 26 van de definitieve conventie van 19 maart 2008.
De voorlopige oplevering was oorspronkelijk gepland eind 2013 doch is door verschillende omstandigheden uitgesteld. Met akkoord van de Europese Raad is de oplevering uitgesteld tot 15 april 2014. Bijkomende behoeften, bijkomende werken, de complexiteit van de uitvoering en andere redenen kunnen leiden tot nog verder uitstel.
In de definitieve conventie van 19 maart 2008 wordt onder meer het volgende gestipuleerd.
De Belgische staat, eigenaar van het Résidence Palace, is bereid voor een symbolische euro Blok A van dit gebouwencomplex af te staan aan de Europese Gemeenschappen, in de toestand waarin het gebouw zich bevond op het moment van de ondertekening van het protocolakkoord van 25 november 2005, dit met het oogmerk er de zetel van de Europese Raad en de Raad van Ministers van de Europese Unie te vestigen na het beëindigen van het project.
De kostprijs van de renovatie zal worden terugbetaald met periodieke betalingen na de oplevering van het gebouw, in het kader van een verkoop met uitgestelde betalingen.
Er is echter geen sprake van het afsluiten van een erfpachtovereenkomst. In de preambule werd letterlijk gesteld dat de verkoop de voorkeur geniet boven de initieel voorziene erfpacht met aankoopoptie.
De Belgische staat zal bij de verkoop derhalve én het gebouw én de grond waarop het gebouw staat, verkopen.
De procedures voor het beheer van de wijzigingen aan het project en de daaraan verbonden kosten worden beschreven in de reeds hoger aangehaalde definitieve conventie.
In het op de dag van vandaag hypothetische geval van overschrijding van het voorziene budgettaire plafond zal voor elk deelbedrag dienen bepaald te worden wie hiervoor verantwoordelijk is.
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn uitvoerige en gedetailleerde antwoord. Ik zal dit dossier blijven opvolgen.
(La séance est levée à 11 h.)