5-99 | 5-99 |
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Gisteren heeft de staatssecretaris met de binnenschippers urenlang overleg gepleegd over de blokkades van verschillende havens. Daarbij is de problematiek van de overcapaciteit van de schepen en de daaruit voortvloeiende marktverstoring ongetwijfeld uitgebreid besproken. Het overleg heeft ook tot resultaat geleid. De staatssecretaris kondigde aan bij de Europese Commissie een procedure "structurele marktverstoring" voor de binnenvaart op te starten.
Ik zou in het kader hiervan graag twee onderwerpen aansnijden die voor de schippers en voor hun inkomsten een groot verschil maken.
Er is vooreerst de toepassing van en de controle op de uitvoering van de nieuwe Belgische regelgeving uit 2011 betreffende de ligtijd en het bedrag van de overliggelden. In tegenstelling tot de beginselen van het handels- en overeenkomstenrecht is een charterovereenkomst geen overeenkomst tussen gelijkwaardige partners, maar een toetredingsovereenkomst waarin de uitvoerende partij (de schipper) de zwakste partij is. Daarnaast is er de opdrachtgever en een tussenpersoon, de bevrachter. De bevrachters schrijven de toepassing van de oude Belgische wet in charters. Hierdoor heeft een verlader een veel langere laad- of lostijd. Als hij die overschrijdt, bedraagt de dagvergoeding de helft van wat in de nieuwe wet is voorgeschreven.
Ten tweede zijn de schippers tot het inzicht gekomen dat er grote verschillen bestaan in de aan de opdrachtgever aangerekende tarieven en de door de tussenpersonen betaalde vrachtprijs aan de schippers. Schippers moeten vaststellen dat naast de gebruikelijke commissie aan de verladers soms 40% of meer wordt gevraagd op de vrachtprijs. Elk weldenkend mens zou hierbij de vraag kunnen opperen waarom de schipper die reis dan aanneemt. Welnu, de schippers hebben geen keuze. Ze moeten de vrachten, zelfs onder de prijs, aannemen, anders hebben ze geen inkomen.
Gaan we met het aangekondigde akkoord uit deze binnenscheepvaartcrisis geraken? In Nederland zijn de blokkades immers nog altijd niet opgeheven. Naast de procedure bij de Europese Commissie kondigt de staatssecretaris ook een koninklijk besluit aan om dumpingprijzen tegen te gaan, een werkgroep om de concurrentiepositie van de Belgische vloot ten opzichte van de vloten van de buurlanden te bekijken en ook een evaluatie van het verbod op uitzendarbeid in de binnenscheepvaart.
Wat de schippers eigenlijk van de staatssecretaris verwachten, is dat hij meer transparantie brengt in de markt, zowel op het vlak van het aanbod van de beschikbare vrachten, van de inzetbare capaciteit als van de toepasselijke tarieven en voorwaarden. Het aangekondigde koninklijk besluit inzake dumpingprijzen lijkt alvast een stap in de goede richting.
Wil de staatssecretaris de mogelijkheid onderzoeken om een soort van beurs te organiseren tussen de opdrachtgevers en de schippers, zoals de vroegere schippersbeurs in Antwerpen?
De tussenpersonen zouden bijvoorbeeld nog kunnen optreden bij de totstandkoming van de charterovereenkomst en eventueel ook met betrekking tot de getarifeerde vergoedingen of voor administratieve dienstverleningen.
Zal de staatssecretaris initiatieven nemen om, naast de Europese maatregelen, zijn collega's uit de landen van het Rijn-Seinebekken samen te brengen om de regelgeving in de Benelux, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk op elkaar af te stemmen en iets te doen aan de dumpingprijzen?
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en voor Staatshervorming. - Ik dank mevrouw Talhaoui dat ze de sector van de binnenscheepvaart hier ter sprake brengt. Die was immers lange tijd niet alleen niet goed genoeg georganiseerd maar ook wat in de vergeethoek geraakt. Dat laatste is alvast veranderd, nu de schippers en hun federatie hebben getoond dat ze afspraken kunnen maken en dat ze die ook kunnen nakomen. Dat we gisteren, na een vergadering van tien uur, met hen tot een akkoord zijn kunnen komen, is ook te danken aan mijn collega's van de verschillende gewesten en vooral aan de Vlaamse minister van Mobiliteit, mevrouw Crevits.
De schippers hebben na die vergadering beloofd hun blokkade binnen de 24 uren op te heffen en dat is intussen al volop bezig. Dat alles is een goed voorteken.
Zoals mevrouw Talhaoui al vermeldde hebben we gisteren op verschillende vlakken een akkoord bereikt. Er komt een koninklijk besluit tegen varen beneden de kostprijs, er wordt een procedure opgestart bij de Europese Commissie en de regering heeft zich bereid verklaard om de onderhandelingen tussen de schippers en de bevrachters te faciliteren en daarbij de contractuele verhoudingen tussen de twee partijen ter sprake te brengen.
Over de andere vragen van mevrouw Talhaoui, die handelen over de prijszetting in de binnenvaart, kan ik kort zijn. Ook dit onderwerp is tijdens het overleg met de sector aan bod gekomen. Alle mogelijke maatregelen om een billijke vrachtprijs voor de binnenvaart te garanderen, zullen worden onderzocht, desgevallend ook nieuwe wetgeving. Alle voorstellen zijn daarbij welkom, op voorwaarde dat ze een zekere rendabiliteit van het werk van de schippers garanderen. Ik ben blij dat mevrouw Talhaoui alvast een voorstel klaar heeft.
Aangezien onze schippers vooral in België en in de ons omringende landen actief zijn, zullen we nagaan hoe we de regelingen op elkaar kunnen afstemmen. Daarbij mogen we wel niet uit het oog verliezen dat de transportmarkt een internationaal gegeven is. Een te enge blik komt de sector daarom zeker niet ten goede, maar alle mogelijkheden zullen worden bekeken. Mijn Nederlandse collega, Melanie Schultz van Haegen, met wie ik al contact heb opgenomen, heeft me al haar steun toegezegd voor het opstarten van een procedure bij de Europese Commissie.
Ik wil ook met de collega's uit onze buurlanden contact opnemen ten einde de structurele crisis die we vandaag in België en in de omringende landen in de binnenscheepvaart kennen, op Europees niveau aan te pakken. België kan nu eenmaal niet alles alleen oplossen.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord en voor de engagementen die hij is aangegaan. Hij heeft de tijd genomen om een sector die tot nog toe weinig gestructureerd was, maar die er alle belang bij had om zich te structureren, rond de tafel te krijgen. Ik kijk uit naar zijn koninklijk besluit.
Met Nederland hebben we een goede relatie in het kader van de Benelux, maar zeker met de Fransen en de Duitsers moet nog worden gepraat. Heel veel schippers varen naar Duitsland en Frankrijk en worden ook daar met dumpingprijzen geconfronteerd.
Ik vraag de staatssecretaris ook na te denken over de schippersbeurs. Misschien doen de schippers dat ook zelf wel. Staatssecretaris Wathelet is ook bevoegd voor Energie en Klimaat en ik moedig hem dan ook aan om de binnenvaart te blijven promoten, zeker in deze crisistijden.
Kent de staatssecretaris het liedje "Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan een cent betalen, ja of nee?"? We moeten de hardwerkende schippers hun zuurverdiende centen teruggeven.