5-212COM | 5-212COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Steeds meer landgenoten kampen met een zware schuldenlast, een complexe problematiek die zelden in een handomdraai is op te lossen. Een aantal zaken die nefast zijn voor de schuldenproblematiek kan echter wel meteen worden aangepakt.
Met de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, wou de wetgever een einde maken aan het sneeuwbaleffect waardoor de kosten van gerechtsdeurwaarders steeds opnieuw de hoofdschuld van de schuldenaar vergroten.
Een enquête van het Steunpunt voor de diensten Schuldbemiddeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bewijst dat deurwaarders die wet nog al te vaak kunnen omzeilen. Dat heeft soms als gevolg dat in sommige gevallen de hoofdschuld tot meer dan 200% toeneemt. Het Steunpunt doet enkele aanbevelingen om de wet aan te passen.
Nam de minister kennis van het verslag "De excessen van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument: invordering van schulden door gerechtsdeurwaarders" van het Steunpunt Schuldbemiddeling?
Hoe beoordeelt de minister dat document? Beaamt de minister de goed gedocumenteerde stelling van het Steunpunt dat deurwaarders, ondanks de wet van 20 december 2002 nog veel misbruiken stellen?
Het Steunpunt pleit er onder meer voor de bedragen die van de consument mogen worden geëist in geval van wanbetaling, vast te leggen.
Hoe staat de minister tegenover dat voorstel? Acht de minister het realiseerbaar en zal zij ter zake een voorstel uitwerken?
Ik heb zelf enkele voorstellen in dat verband ingediend en de voorzitter gevraagd ze op de agenda te plaatsen. Ik hoop dat ze ondanks de drukke agenda van de commissie kunnen worden besproken.
Het Steunpunt bepleit om de controle op gerechtsdeurwaarders te verstrengen door hen ook onder het toezicht van de minister van Economie te plaatsen, zoals de incassobureaus.
Zo dat niet mogelijk blijkt, bepleit het Steunpunt minstens een onafhankelijke ombudsdienst op te richten en de arrondissementskamers meer mogelijkheden te bieden voor het bestraffen van onrechtmatige praktijken.
Hoe staat de minister tegenover dat voorstel? Acht zij het realiseerbaar en wanneer zal hij daarover een voorstel voorleggen?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik ken het verslag "De excessen van de Wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument: invordering van schulden door gerechtsdeurwaarders".
Ik heb aangaande dat rapport contact gehad met de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. De Nationale Kamer benadrukt dat het grootste deel van de gerechtsdeurwaarders hun opdracht op een correcte wijze uitvoert en dat eventueel misbruik op geen enkele manier wordt getolereerd, ook al zijn gevallen van misbruik een minderheid.
Als misbruiken worden vastgesteld, treedt de Nationale Kamer systematisch op, onderzoekt de zaak en stuurt ze indien nodig door naar het parket met de vraag een onderzoek te starten.
De Nationale Kamer heeft vorig jaar het initiatief genomen om een colloquium te organiseren tijdens haar jaarlijks Nationaal Congres in oktober 2012, met de minnelijke invordering als voorwerp.
De Nationale Kamer heeft tijdens dat congres haar leden nogmaals expliciet gewezen op het wettelijke kader ingevolge het relevante arrest van de Raad voor de Mededinging en gewaarschuwd voor de misbruiken die aan haar diensten werden gesignaleerd.
Het dossier betreffende de minnelijke invordering van schulden wordt eveneens besproken binnen het Vlaams Centrum Schuldenlast.
Mijn diensten leggen momenteel de laatste hand aan een nieuwe tuchtregeling voor gerechtsdeurwaarders die een verstrenging en een uitbreiding van het huidige arsenaal aan maatregelen inhoudt en waarbij de tuchtrechtspraak ook niet meer alleen in handen van beroepsgenoten zal liggen.
Wat de suggestie betreft van een plafond voor het bedrag van de schadevergoeding ingeval van wanbetaling door consumenten, verwijs ik naar mijn collega, de vice-eerste minister en minister van economie, consumenten en de Noordzee.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik zal de vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee daarover aanspreken.
De uitspraken van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders moeten genuanceerd worden. De Nationale Kamer is immers tegelijkertijd rechter en partij en verdedigt de belangen van de gerechtsdeurwaarders.
Ik zal via schriftelijke vragen nagaan of de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders de misbruiken terdege aanpakt.
Dat de minister aan een nieuwe tuchtregeling voor gerechtsdeurwaarders werkt is positief. Ik kijk er met hoge verwachtingen naar uit.