5-211COM | 5-211COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Onlangs presenteerde de Vlaamse regering de Vlaamse Spoorstrategie, een pakket van 51 maatregelen die volgens de Vlaamse regering prioritair door het NMBS-conglomeraat moeten worden aangepakt. Naast de concrete plannen, geeft de nota ook duidelijk te kennen dat de Vlaamse overheid structureel wil samenwerken met de NMBS. Er wordt ook gewaagd van een mogelijke cofinanciering, maar hierover bleef de Vlaamse nota erg vaag. De gevraagde samenwerking wordt uiteraard ook ingegeven door een streven naar complementariteit en naar een optimale taakverdeling tussen De Lijn en de NMBS.
Hoe apprecieert en evalueert de minister de Vlaamse Spoorstrategie en de vraag van de Vlaamse overheid naar een structurele en concrete samenwerking met de NMBS? Op welke wijze zal de minister dit dossier en dit verzoek verder opvolgen? Bevestigt de minister dat de federale regering nog voor de komende zomer dit plan formeel zal behandelen en hierover mogelijk beslissingen zal nemen? Zal er ook in de toekomst, bij de verdere beleidsontwikkelingen van de NMBS, keuzes voor investeringen en andere op structurele wijze met de gewesten worden onderhandeld?
Kan er overwogen worden om een gesprek aan te gaan met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangezien het merendeel van de problemen met de treinverbindingen verband houden met de Noord-Zuidverbinding en het knooppunt Brussel? In het meerjarenplan van de NMBS worden, wegens financiële redenen, niet echt nieuwe initiatieven genomen voor de Noord-Zuidverbinding. Naar verluidt kan het worden samengevat in twee punten: onderhoud en veiligheid. Gelet op de financieel moeilijke situatie van de NMBS kan cofinanciering door de gewesten een interessante optie zijn.
De voorzitter. - Als gemeenschapssenator sluit ik mij aan bij deze vraag. Donderdagnamiddag pleegt het Vlaams parlement met verantwoordelijken van de NMBS overleg over de Vlaamse Spoorstrategie.
Er is niet alleen de Vlaamse Spoorstrategie. Ook in het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) worden van de NMBS engagementen gevraagd voor nieuwe investeringen, die de reconversie na de sluiting van Ford Genk zouden moeten ondersteunen.
Zullen de minister en de NMBS rekening houden met het SALK? Kan er, naast het bijeenroepen van interministeriële comités, ook een direct engagement van de minister en van de NMBS worden verwacht?
De heer Jean-Pascal Labille, minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - Donderdag ontmoet ik Vlaams minister Crevits om de spoorprioriteiten van de Vlaamse regering te bespreken. Overleg vind ik zeer belangrijk, zowel met De Lijn, de TEC en de MIVB. De Noord-Zuidverbinding is een heel groot, zo niet het grootste probleem. De rol van de gewestregeringen is ook voor provincies zoals Limburg heel belangrijk; ik ben me ervan bewust dat er nog te weinig overleg is tussen de NMBS, De Lijn, de federale en de Vlaamse regering.
Volgens het ontwerp van investeringsplan 2013-2025 zal vanaf 2017 1,5 miljard euro worden uitgetrokken voor de realisatie van prioritaire projecten voor de gewesten. Daarenboven wordt ook 500 miljoen euro uitgetrokken voor het aandeel van het federale niveau in de mogelijke cofinanciering met de gewesten. Deze projecten moeten met de gewesten worden besproken, evenals de manier waarop de cofinanciering geregeld zal worden. Het overleg daarover tussen de federale overheid en de gewesten loopt. Het doel is vóór juli 2013 het meerjareninvesteringsplan ter goedkeuring aan de Ministerraad voor te leggen.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik kijk uit naar de concrete resultaten van het overleg. Ik noteer dat er vanaf 2017 anderhalf miljard wordt uitgetrokken voor de prioriteiten van de gewesten. Begrijp ik het goed dat daar bovenop nog een half miljard komt als federale inbreng in het kader van de cofinanciering, die los staat van die 1,5 miljard voor de prioriteiten?
Ik sta natuurlijk ook achter de vraag van collega Sannen. Vergeleken met de andere provincies, laat de ontsluiting van Limburg echt wel te wensen over. Dat is niet enkel een noodkreet vanuit Limburg, maar een terechte eis voor heel het Vlaams Gewest.
Ik vroeg de aandacht van de minister voor de Noord-Zuidverbinding, maar ik wil ook aan alle gewesten vragen om die verbinding niet alleen te zien als een Brussel probleem, maar als een mogelijk oplossing voor veel problemen in Vlaanderen en Wallonië.
(M. Patrick De Groote prend place au fauteuil présidentiel.)