5-1986/1 | 5-1986/1 |
26 FEBRUARI 2013
De burgeroorlog die sinds maart 2011 in Syrië woedt heeft al aan minstens 60 000 mensen het leven gekost. Tussen 2,5 en 3 miljoen Syriërs zijn ontheemd en volgens schattingen van de Verenigde Naties hebben meer dan 4 miljoen Syriërs nood aan humanitaire hulp. Eind januari registreerde het UNHCR bovendien al meer dan 700 000 Syriërs die het geweld in hun land ontvlucht zijn en een onderkomen vonden bij gastgezinnen of in vluchtelingenkampen in een van de buurlanden. Hun aantal zou tegen juni 2013 kunnen oplopen tot 1,1 miljoen.
Daarenboven wordt de regio geteisterd door de ergste winterstorm in jaren. De hevige wind, vriestemperaturen, regen en sneeuw maken de levensomstandigheden voor de ontheemden in Syrië en de mensen in de vluchtelingenkampen er niet beter op. Drieënnegentig procent van de sterfgevallen in de eerste week van 2013 was te wijten aan ziektes als de griep. De meesten van hen waren kinderen van vijf tot veertien jaar.
Eind vorig jaar verklaarde de Europese Unie (EU) dat ze paraat zou staan om extra hulp te leveren aan de buurlanden van Syrië om hen te helpen bij het opvangen van het toenemende aantal Syrische vluchtelingen. Het aantal Syriërs dat asiel aanvraagt in de Europese Unie blijft echter relatief beperkt. De Europese Commissie werkt aan een regionaal beschermingsprogramma dat een antwoord moet bieden op de crisis in Syrië en haar ermee belast er zo spoedig mogelijk gestalte aan te geven, maar dat laat minstens nog tot de lente van 2013 op zich wachten.
In november 2008 werden de Europese lidstaten in de conclusies van de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken aangemoedigd om 10 000 Iraakse vluchtelingen te hervestigen die geen vooruitzicht meer hadden op een normaal en kwalitatief leven, noch op de plaats waar ze opvang hadden gezocht, noch op de plaats waar ze vandaan kwamen. Het ging om mensen in een kwetsbare situatie die makkelijk te identificeren waren, met medische noden, slachtoffers van trauma's of foltering, leden van religieuze minderheden of alleenstaande vrouwen met kinderen. De Raad had ook aandacht voor de Palestijnse vluchtelingen die Irak hadden verlaten en voor wie enkel hervestiging een degelijke oplossing leek.
Wie naar Europa wil vluchten, wordt geconfronteerd met complexe visumprocedures en dreigt in detentie te worden gehouden tijdens het onderzoek van de asielaanvraag. In tegenstelling tot veel Irakezen ten tijde van de oorlog in Irak hopen de meeste Syriërs na het conflict te kunnen terugkeren. Voor hen is permanente hervestiging niet zozeer de oplossing, maar de EU zou wel de tijdelijke beschermingsrichtlijn (2001/55/EG) kunnen toepassen op Syrische vluchtelingen. Hierdoor zouden alle Syriërs een verblijfsvergunning kunnen krijgen voor de duur van de beschermingsperiode, en zouden ze werk kunnen zoeken en toegang hebben tot medische verzorging. Deze richtlijn kan worden toegepast wanneer de EU te maken krijgt met « een massale toestroom van ontheemden afkomstig uit derde landen die niet naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren ».
In 2008 noemde de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken hervestiging de enige degelijke oplossing voor de Palestijnse vluchtelingen die Irak hadden verlaten en zich toen in een precaire situatie bevonden. Ook nu roept het UNHCR op om Palestijnen uit Syrië die in een uitzichtloze situatie zitten op te vangen in Europa.
In Syrië leefden er bijna een half miljoen Palestijnen, meer bepaald in Damascus en in vluchtelingenkampen in de omgeving van Homs, Hama, Aleppo, Latakia en Dera'a. Volgens het UNRWA, het VN-agentschap dat de 5 miljoen geregistreerde Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten helpt, beschermt en voor hun rechten opkomt, hebben zo'n 360 000 Palestijnen in Syrië nood aan humanitaire hulp. Een steeds groter aantal trekt weg, op zoek naar een nieuw onderkomen in Jordanië en Libanon.
De instroom van Palestijnse vluchtelingen zorgt voor een nog zwaardere druk op de hulpmiddelen en opvangcapaciteiten van die landen. Al 10 000 Palestijnen zijn de grens van Syrië met Libanon overgestoken en de verwachtingen zijn dat dit aantal zal verdubbelen tegen juni 2013. De Libanese regering is beducht voor spanningen tussen de vluchtelingen en de andere gemeenschappen. Een drieduizendtal Palestijnen is erin geslaagd om Jordanië te bereiken, maar velen wordt de toegang tot het Jordaanse grondgebied ontzegd. Er zijn ook berichten over Palestijnen die naar Syrië worden teruggestuurd. De Palestijnen die wel binnen geraken, worden naar een afzonderlijk kamp, Cyber City, gestuurd. Terwijl de vluchtelingen in het Za'atari-kamp water, voedsel en medische verzorging krijgen, moeten de Palestijnse vluchtelingen het met veel minder stellen. Veertig jaar geleden ontstond een bloedig conflict toen Palestijnse militanten met de steun van Syrië de Jordaanse regering omver probeerden te gooien. Nog steeds blijft er een zeker wantrouwen van de Jordaniërs ten opzichte van de Palestijnen en de regering gaat heel omzichtig om met het gegeven dat een groot aantal Palestijnen zich in het land wil hervestigen. Als er nog meer Palestijnse vluchtelingen blijven toestromen, wordt er gevreesd voor hevigere spanningen tussen de vluchtelingen en de gastgemeenschap. Zowel voor hun eigen veiligheid als om de druk op Libanon en Jordanië te verminderen moet de Europese Unie ingrijpen en de mensen in de meest precaire situaties hervestigen.
Op de internationale donorconferentie van 30 januari 2013 in Koeweit werd meer dan 1,5 miljard dollars verzameld. Dat geld gaat enerzijds naar het Syrian Humanitarian Assistance Response Plan. Dit plan werd op basis van resolutie 46/182 van de Algemene Vergadering, getiteld « Strengthening of the Coordination of Humanitarian Emergency Assistance of the United Nations » en de principes in zijn bijlage opgestart. Het zamelt fondsen in voor projecten in verschillende sectoren die voorzien in voedselhulp, water- en sanitaire voorzieningen, onderdak, gezondheidszorg en medische voorzieningen voor de mensen in Syrië en zich inzetten voor de heropbouw van belangrijke infrastructuur en openbare diensten. Daarnaast is er het Regional Refugee Plan van de UNHCR (RRP), dat dient om de humanitaire noden van de Syrische vluchtelingen in de buurlanden te lenigen. Het financiert het werk van VN-agentschappen, NGO's en lokale partners in Jordanië, Libanon, Turkije, Irak en Egypte.
In het verleden is echter gebleken dat het toegezegde geld vaak niet vlug genoeg bij de hulporganisaties terecht komt. Volgens Artsen Zonder Grenzen wordt de huidige hulpstroom bovendien niet gelijk verdeeld tussen de gebieden die nog door de troepen van president Assad worden gecontroleerd en de zones die onder toezicht van de rebellen staan. Men zal erop moeten toezien dat de humanitaire hulp diversifieert en mensen in alle delen van het land hierbij gebaat zijn.
Dalila DOUIFI. | |
Bert ANCIAUX. | |
Fauzaya TALHAOUI. | |
Marie ARENA. | |
Johan VERSTREKEN. | |
Dominique TILMANS. | |
Vanessa MATZ. | |
Benoit HELLINGS. | |
Freya PIRYNS. |
De Senaat,
A. gelet op de desastreuze humanitaire situatie in Syrië;
B. gelet op de blijken van solidariteit en verantwoordelijkheid van de buurlanden die de gevluchte Syriërs, ondanks hun beperkte middelen, opvangen;
C. gelet op de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 oktober 2012 in Luxemburg, waar de Europese Unie (EU) de morele plicht erkent om alle getroffen bevolkingsgroepen in Syrië en de naburige landen te helpen en zich engageert om bijstand te verlenen;
D. gelet op de conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 25 en 26 oktober 2012 in Luxemburg met betrekking tot de opvang van Iraakse vluchtelingen, waarin de nood aan hervestiging erkend wordt voor vluchtelingen die zich in een kwetsbare situatie bevinden en geen vooruitzicht hebben op een leefbare oplossing;
E. gelet op de oproep na de Raad van ministers voor Justitie en Binnenlandse Zaken op 27 en 28 november 2008 tot de EU-lidstaten om 10 000 Iraakse vluchtelingen te hervestigen en de aandacht die werd geschonken aan de precaire situatie van de Palestijnse vluchtelingen;
F. gelet op de erkenning van de Europese Commissie van het nut van hervestiging om de beschermingscapaciteit van een opvangland te verhogen voor de personen die beschermd moeten worden maar geen behoefte hebben aan hervestiging, in de mededeling (COM/2004/0410) inzake de gereguleerde binnenkomst in de EU van personen die internationale bescherming behoeven en de versterking van de beschermingscapaciteit van de regio's van herkomst « verbetering van de toegang tot duurzame oplossingen »;
G. gelet op richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen;
H. gelet op resoluties 46/182, 66/253 en 67/183 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN);
I. gelet op resolutie 2012/2788 van het Europees Parlement over de situatie in Syrië;
J. gelet op het Humanitarian Assistance Response Plan voor het voorjaar van 2013;
K. gelet op het Regional Response Plan voor het voorjaar van 2013;
L. gelet op de resultaten van de internationale donorconferentie van Koeweit op 30 januari 2013;
M. vu l'appui que quarante-neuf États réunis au sein du Forum humanitaire sur la Syrie, ont exprimé le 19 février 2013 en faveur de l'appel lancé par l'ambassadeur de Belgique à Genève en vue de respecter le droit aux soins de santé et d'améliorer l'accès aux soins de santé humanitaires,
Vraagt de regering :
1. er tijdens een Europese Raadszittingen voor te pleiten dat de Euroepse Unie (EU) de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn (2001/55/EG) toepast op Syrische vluchtelingen;
2. er bij de andere EU-lidstaten voor te ijveren dat de Europese Unie Palestijnse vluchtelingen van wie de situatie uitzichtloos is een kans op een nieuwe toekomst biedt door hen te hervestigen;
3. er in het kader van de EU bij de strijdende partijen in Syrië op aan te dringen om snel humanitaire hulp toe te laten en humanitaire hulpverleners volledige toegang tot Syrië te verlenen, de invoering van humanitaire pauzes mogelijk te maken zodat veilig humanitaire hulp kan worden verleend en af te zien van alle vormen van intimidatie en geweld tegen patiënten, artsen, medisch personeel en hulpverleners;
4. er bij de internationale donors op aan te dringen dat de vrijgemaakte fondsen voor humanitaire hulp zo vlug mogelijk de hulporganisaties ter plaatse bereiken;
5. er bij de internationale donors op aan te dringen dat de vrijgemaakte fondsen voor humanitaire hulp gediversifieerd worden en ook de gebieden bereiken die niet langer onder de controle van de Syrische regering zijn.
5 februari 2013.
Dalila DOUIFI. | |
Bert ANCIAUX. | |
Fauzaya TALHAOUI. | |
Marie ARENA. | |
Johan VERSTREKEN. | |
Dominique TILMANS. | |
Vanessa MATZ. | |
Benoit HELLINGS. | |
Freya PIRYNS. |