5-201COM | 5-201COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - In 2006, zeven jaar geleden, werd een landgenoot die op een commerciële missie was in Dubai, aangehouden en veroordeeld voor drugssmokkel. Recent werd hij in hoger beroep vrijgesproken. Al die tijd moest de man in de gevangenis doorbrengen. Zijn Belgische advocaat kon daar niet pleiten en een plaatselijke advocaat bleek onbetaalbaar.
De Verenigde Arabische Emiraten, waarvan Dubai deel uitmaakt, ondertekenden het Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke en politieke rechten niet, waardoor bemiddeling veel moeilijker was. Onze landgenoot werd niet alleen onterecht veroordeeld en gevangengezet, hij onderging eveneens lichamelijke en mentale folteringen. Hij werd gedwongen een volledige en eentalig in het Arabisch opgestelde verklaring - wellicht een bekentenis - te ondertekenen. Het verblijf in de gevangenis bleek een permanente beproeving: hij zat met zo'n honderd mensen in één open ruimte, had nooit privacy en zijn voeding was beperkt tot het minimum minimorum.
Hoe evalueert de minister dit verhaal? Op welke wijze heeft de Belgische diplomatie gepoogd om deze middeleeuwse gang van zaken te stoppen en de belangen van onze landgenoot maximaal te verdedigen? Vindt de minister dat België voldoende energie en betrokkenheid aan de dag heeft gelegd om dit leed, dat helemaal onterecht werd opgelegd en buiten elke proportie onmenselijk was, te lenigen? Was het niet mogelijk om te bemiddelen zodat toch een plaatselijke advocaat kon worden aangesteld? Voor alle duidelijkheid, ik weet dat de huidige minister van Buitenlandse Zaken dit dossier van zijn voorgangers heeft geërfd.
Is de ambassadeur van Dubai hierover ooit op het matje geroepen? Werd de zaak besproken tijdens bilaterale ontmoetingen met Dubai? Gaat de minister akkoord om dergelijke zaken - en er zijn zeker vergelijkbare zaken in vergelijkbare landen - op een internationaal forum, zoals de EU of de Verenigde Naties, aan te kaarten en de druk op ondemocratische en onmenselijke regimes zoals dat van Dubai, en bij uitbreiding Saudi-Arabië en andere rijke oliestaten, drastisch op te voeren? Is dit verhaal geen uitgelezen aanleiding om staten die zich graag gerespecteerd zien, maar tegelijkertijd internationale akkoorden zoals het Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke en politieke rechten afwijzen, diplomatiek, economisch en politiek te isoleren? Wil de minister concrete initiatieven nemen, en zo ja, welke en wanneer?
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Onze landgenoot werd in begin 2006 in de Verenigde Arabische Emiraten veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf wegens zijn betrokkenheid bij een grootschalige drugssmokkel. Hij is tegen die uitspraak niet in beroep gegaan.
Hij werd telkens bijgestaan door een pro Deo advocaat. De Belgische ambassade heeft altijd een regelmatig contact onderhouden met de betrokkene en met zijn familie, wanneer die op bezoek kwam. Tijdens die contacten is er nooit sprake geweest van folterpraktijken. Ook andere Belgische gedetineerden hebben nooit dergelijke klachten geformuleerd.
Behalve tijdens de eerste weken van zijn gevangenschap heeft onze landgenoot nooit over wantoestanden in de gevangenis geklaagd. Hij verklaarde dat hij een cel voor zich alleen had en dat hij over een televisietoestel beschikte waarmee hij Engelstalige zenders kon ontvangen. Ook zou het gevangenispersoneel hem goed behandelen.
Ik zie dan ook geen reden om op bilateraal of op enig ander niveau de detentieomstandigheden in de Verenigde Arabische Emiraten aan te kaarten. Ik zal de vraag van de heer Anciaux evenwel aan onze ambassade meedelen.
Sommige medebeklaagden van onze landgenoot zijn in beroep gegaan tegen hun veroordeling. Zij werden onlangs op technische gronden vrijgesproken. De stalen die in 2006 van het drugstransport waren genomen, waren niet meer beschikbaar, omdat ze na enkele jaren worden vernietigd. Onze landgenoot kan op grond van de vrijspraak van zijn medebeklaagden een herziening van zijn straf aanvragen bij de gerechtelijke overheden van de Emiraten.
Hij komt in elk geval in de loop van dit jaar in aanmerking voor vervroegde vrijlating. Die mogelijkheid staat los van recente de uitspraak met betrekking tot het beroep van zijn medebeklaagden.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Volgens mij hebben we het niet over dezelfde persoon. Ik heb het over iemand die na beroep in vrijheid is gesteld.
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Hij is vrij?
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik denk dat ik het over een van de zeven medebeklaagden heb die in beroep zijn vrijgesproken. Die persoon heeft in een getuigenis de wanpraktijken in de gevangenis aangeklaagd. Kunnen de diensten van de minister dit dossier nog eens onderzoeken?
Misschien hebben we het over dezelfde feiten en dezelfde zaak, maar alleszins niet over dezelfde persoon.
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Het gaat over dezelfde feiten, maar mijn antwoord gaat inderdaad over iemand die nog in de gevangenis zit.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wist zelfs niet dat in die zaak nog iemand in de gevangenis zat.
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik zal onze ambassade vragen onmiddellijk contact op te nemen met de betrokkene.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Hij is inmiddels in België. Ik zou alleszins graag zien dat Buitenlandse Zaken zijn verhaal eens aanhoort.
Misschien kan iemand die nog altijd in de gevangenis zit niet altijd zo gemakkelijk een getuigenis over zijn detentieomstandigheden afleggen. Het is raadzaam om het verhaal van de zeven medebeklaagden te horen. Als zij allen hetzelfde verhaal vertellen, moet er wel iets van waar zijn.
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik zal alleszins mijn diensten vragen contacten te nemen met de vrijgelaten persoon of met de ambassade. Ik herhaal dat ik een ander verhaal heb gehoord, maar dat is dan blijkbaar afkomstig van een andere persoon.
(La séance est levée à 16 h 15.)