5-200COM

5-200COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 23 JANUARI 2013 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over «de aanmaningskosten die de nutsbedrijven aanrekenen» (nr. 5-2913)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Verschillende organisaties, onder andere het Netwerk tegen armoede, Samenlevingsopbouw Antwerpen, Welzijnszorg, de Vlaamse Huurdersbonden, het Vlaams Huurdersplatform en het Limburgs Sociaal Forum, pleiten ervoor de kosten bij de eerste herinnering van niet-betaling van facturen van nutsbedrijven af te schaffen. Heel vaak sturen die bedrijven al een aanmaningsbrief enkele dagen na het overschrijden van de uiterste betalingsdatum. De genoemde organisaties zijn begonnen met een petitie waarin ze vragen de regelgeving ter zake te corrigeren en dat nefaste mechanisme te fnuiken. Rond Pasen zouden ze de handtekeningen aan de minister overhandigen.

De organisaties hebben vastgesteld dat vooral arme mensen door de extra kosten van aanmaningen worden getroffen. Mensen in armoede moeten immers vaak wachten op hun inkomsten, niet zelden uitkeringen, alvorens ze hun uitgaven kunnen regelen. Ze beschikken zelfs niet over minimale financiële reserves, een exponent van hun extreme armoede. Bij de minste hapering in hun inkomsten, zoals een laattijdige uitkering, de niet-onmiddellijke terugbetaling van ziektekosten door hun ziekenfonds, een ziekenhuisopname, extra schoolkosten voor de kinderen enzovoort, betekenen de aanmaningskosten meteen onvoorziene en ook moeilijk te betalen uitgaven voor bijvoorbeeld het gebruik van een televisie, gsm of verwarmingstoestel. Zo ontstaan nieuwe vicieuze cirkels van achterstallige betalingen en stapelen de problemen voor deze mensen zich op.

Ondertussen neemt de armoede alsmaar toe. Steeds meer mensen kloppen aan bij de verenigingen waar armen het woord nemen, en bij de voedselbanken. Ook gezinnen met een zogezegd normaal inkomen komen steeds gemakkelijker in de armoede terecht. De problematiek is uiterst complex. Het afschaffen van de kosten bij een eerste aanmaning is wellicht slechts een druppel op een hete plaat. Desondanks kan de maatregel toch het verschil maken voor het dagelijkse overleven van vele gezinnen in armoede.

Ik ga ervan uit dat de minister op de hoogte is van de vraag en de petitie van de genoemde organisaties. Hoe beoordeelt hij de ingeroepen motieven en de relevantie van de actie? Gaat de minister ermee akkoord dat nutsbedrijven veel te snel overgaan tot het vorderen van aanmaningskosten en dat die maatregel vooral de armen treft? Beaamt de minister de opvatting dat juist door zulke ingrepen steeds meer gezinnen in nieuwe spiralen van armoede verzeild geraken? Overweegt de minister corrigerende maatregelen?

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Ik ben uiteraard op de hoogte van de petitie; ik heb ze ook bekeken.

In het kader van de openbare dienstverplichtingen in de energiesector hebben de drie gewesten een aantal maatregelen getroffen.

Zo vallen de kosten van een aanmaningsbrief voor de beschermde afnemers, ongeveer 600 000 gezinnen, krachtens het energiebesluit van 2010 ten laste van de leveranciers. De nalatigheidsinteresten voor deze groep zijn bovendien geplafonneerd. Die bepalingen gelden dus voor ongeveer 10% van de gezinnen.

Krachtens het akkoord over de consument in de vrijgemaakte energie- en gasmarkt, het zogenaamde Freya-akkoord, moeten energiemaatschappijen de consument voor elk verschuldigd bedrag de uiterste betaaldatum heel duidelijk en expliciet meedelen. Het volstaat dus niet een overschrijving op te sturen of een algemene betalingstermijn in het contract op te nemen.

De consument heeft het recht een factuur te betwisten. Is die betwisting gegrond, dan moet hij of zij vrijgesteld kunnen worden van de kosten voor ingebrekestelling. De aanmaningskosten moeten evenredig zijn met het verschuldigde bedrag. Rechtmatige aanmaningskosten mogen worden aangerekend behalve aan de beschermde afnemers.

Een algemeen verbod op het aanrekenen van aanmaningskosten zou er natuurlijk toe leiden dat die kosten over alle consumenten worden gespreid. Wie te laat betaalt, is dus aanmaningskosten verschuldigd. Over de grens kan nog lang gediscussieerd worden, maar de keuze is nu eenmaal gemaakt dat de tijdige betalers niet hoeven op te draaien voor de andere.

Er bestaat nu een regel en een uitzondering erop voor de beschermde afnemers. Moet die uitzonderingsgroep nog verder worden uitgebreid? Ik zou daar voorzichtig mee zijn.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - 10% van de bevolking leeft feitelijk in armoede. Voor de 15% die een net iets hoger inkomen heeft, volstaat echter één tegenslag om in de armoede terecht te komen. Dat zijn de bestaansonzekere gezinnen. Misschien moet de federale overheid in overleg met de gewesten eens bekijken wat mogelijk is voor die tweede, heel kwetsbare groep.

Ik heb een wetsvoorstel klaar over de onaanvaardbare kosten die gerechtsdeurwaarders aanrekenen in zaken waarin niets meer te vorderen valt. Dat is een groot probleem. Ik ken heel wat mensen die aanvankelijk een schuld hadden van 500 euro, die door de nalatigheidsinteresten en administratieve kosten na enkele jaren is opgelopen tot 5000, 6000, 7000 euro.

We hebben het nu over de eerste aanmaningskosten en ik begrijp standpunt van de minister. We mogen het laattijdig betalen niet institutionaliseren, noch laksheid ter zake aanvaarden. Toch vraag ik de aandacht van de minister en de gewesten voor de tweede groep, die van de zeer kwetsbare consumenten die geen beschermde afnemer zijn.