5-90

5-90

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 31 JANUARI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Wetsvoorstel houdende aanvulling van artikel 1231-33/1 van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een automatische verlenging van het geschiktheidsvonnis (van de heren Guy Swennen en Hassan Bousetta en de dames Inge Faes, Zakia Khattabi, Martine Taelman, Güler Turan, Mieke Vogels en Elke Sleurs; Stuk 5-1146)

Algemene bespreking

De voorzitster. - Het woord is aan de mevrouw Talhaoui voor een mondeling verslag.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a), corapporteur. - Ik werd op het laatste nippertje aangewezen als corapporteur.

Het wetsvoorstel is oorspronkelijk ingediend door Guy Swennen c.s. Het beoogt de automatische verlenging van het geschiktheidsvonnis.

Internationale adopties nemen veel tijd in beslag. Daarom heeft de wetgever in 2009 en 2010 de duur van het geschiktheidsvonnis verlengd tot vier jaar, en werd bovendien de mogelijkheid tot verlenging van het vonnis voor een nieuwe termijn van twee jaar ingevoerd.

Die verlenging impliceerde echter een nieuwe gerechtelijke procedure. Om die procedure te vermijden en de kandidaat-adoptieouders zo heel wat frustratie te besparen, diende Guy Swennen samen met enkele andere senatoren het huidige wetsvoorstel in. Het beoogt een automatische verlenging van het geschiktheidsvonnis voor twee jaar indien de gezinssituatie niet is gewijzigd.

De discussies gingen over wat een "gewijzigde gezinssituatie" inhoudt. Onder andere collega Rik Torfs en collega's van de N-VA hebben op dat punt amendementen ingediend.

Een tweede discussiepunt ging over wie de gewijzigde gezinssituatie moet controleren: de adoptiedienst, de centrale autoriteit of de jeugdrechtbank?

Er werd ingegaan op de vraag of een marginale toetsing door de rechtbank wenselijk is.

Verder waren er enkele technische amendementen inzake het woordgebruik, in het bijzonder of in de Franstalige tekst "service" of "institution" moest worden gebruikt, waar in de Nederlandstalige tekst "dienst" wordt gebruikt.

Verder waren er vragen over de communautaire verschillen op het vlak van de adoptieprocedure.

Het wetsvoorstel is eenparig aangenomen door de commissieleden. Als dit wetsvoorstel in de plenaire vergadering wordt aangenomen, zal dit een hele opluchting zijn voor adoptieouders.

Mevrouw Mieke Vogels (Groen). - Ik dank de rapporteur voor haar verslag. Ik ben medeondertekenaar van het wetsvoorstel, maar heb helaas geen tijd gehad om de bespreking in de commissie bij te wonen.

Namens onze fractie wens ik mijn tevredenheid te uiten over het werk van de commissie, vooral met betrekking tot het antwoord op de niet altijd even makkelijke vraag wat een gewijzigde gezinssituatie inhoudt. De bevoegdheid in deze materie is deels federaal, en berust deels bij de gemeenschappen, wat per definitie niet gemakkelijk is.

Het belangrijkste is dat dit wetsvoorstel tegemoetkomt aan een vraag van heel veel kandidaat-adoptieouders. Het Verdrag van Den Haag heeft de internationale adoptie vergaand geregeld. Dat is een goede zaak in de strijd tegen kinderhandel, maar stelt tegelijkertijd veel eisen aan de adoptieouders: ze moeten een hele procedure doorlopen, een door de Gemeenschap georganiseerde opleiding volgen en er volgt een maatschappelijk onderzoek - dat in Vlaanderen door de Centra voor Algemeen Welzijnswerk wordt georganiseerd. Die procedure is zwaar voor kandidaat-adoptieouders. Het is onmenselijk te eisen dat ze na twee of drie jaar die hele procedure moeten overdoen. Ik ben dus heel blij met de voorgestelde regeling. Ik zal mijn petje in het Vlaams Parlement gebruiken om erop toe te zien dat de Vlaamse centrale autoriteit dit wetsvoorstel mee ondersteunt en uitvoert.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Mijn dank gaat ook uit ook naar mevrouw Vogels die de materie als gewezen minister van Welzijn zeer goed kent.

In de commissie werd gesuggereerd om de adoptieprocedure te evalueren. Wellicht moeten we dat ook in Vlaanderen doen zodat we die procedure wat lichter kunnen maken voor de kandidaat-adoptieouders.