5-88

5-88

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 17 JANVIER 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Elke Sleurs au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement sur «la politique humanitaire à l'égard du Mali» (no 5-790)

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Om familiale redenen is Mali mij welbekend. Het is dan ook pijnlijk om te zien hoe Mali, sinds tientallen jaren een van de armste landen van de wereld, is terechtgekomen in een burgeroorlog waarin België door het regeringsbesluit van eergisteren een actieve rol vervult.

De politieke redenen voor het buitenlands militair ingrijpen behoren niet tot de bevoegdheid van de minister, maar toch wil ik hem enkele vragen stellen. Elk militair ingrijpen, van welke aard ook, heeft immers consequenties voor de burgerbevolking.

De vluchtelingenorganisatie van de VN schat dat het conflict al 150 000 Malinezen het land heeft uitgejaagd en dat er 230 000 binnen de grenzen op de vlucht zouden zijn. Ook hierover moet worden nagedacht.

Militaire steun houdt voor mij ook de verplichting in om op zijn minst te voorzien in logistieke ondersteuning en medische hulp, vooral aan een land dat zelfs in vredestijd niet aan die behoefte kan voldoen.

Ik had dan ook graag vernomen of ook humanitaire hulp wordt geboden.

Heeft de minister overleg gepleegd met ngo's ter plaatse of met zijn collega's, onder meer met zijn Franse ambtsgenoot? Wat met de ondersteuning en de hulp na het conflict? Werd daarvoor een plan uitgewerkt?

Laten we alleszins hopen dat het conflict snel zal worden opgelost, al vrezen waarnemers van niet. Ik weet dat deze vragen al deels werden beantwoord, maar ik hoop dat de minister ook op de resterende vragen een positief antwoord kan geven.

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De militaire interventie zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de bevolking van Mali en van de buurlanden. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking heeft niet op een militaire interventie gewacht om zich te bekommeren over de humanitaire situatie in het land. Mali is bovendien al vele jaren een Belgisch partnerland. België zal zijn inspanningen de volgende jaren dus voortzetten, vooral omdat de lijst van partnerlanden van de gouvernementele samenwerking ongewijzigd blijft.

De actualiteit en de realiteit op het terrein dwingen ons er echter toe een regionale aanpak uit te werken en de uitdagingen op het niveau van het gehele gebied van de Sahel te evalueren. België verstrekt al verschillende jaren humanitaire hulp aan die regio. Bovenop de vrijwillige flexibele bijdragen aan internationale organisaties, zoals UNHCR of het Wereldvoedselprogramma, financierde Ontwikkelingssamenwerking in 2012 in de Sahel drie specifieke projecten: 750 000 euro aan het Wereldvoedselprogramma om voedselhulp te verstrekken, 1 250 000 euro aan Unicef voor de bescherming van kinderen op het vlak van voedsel en gezondheid, en 2 000 000 euro aan de Voedsel- en Landbouworganisatie, FAO, in de strijd tegen de woestijnsprinkhanen die de oogsten bedreigen.

Sinds de staatsgreep in maart 2012 heeft de Belgische Ontwikkelingssamenwerking de projecten opgeschort waarbij rechtstreeks met de Malinese autoriteiten werd gewerkt. Ik heb er echter op toegezien dat de projecten die de bevolking rechtstreeks ten goede kwamen, met inbegrip van voedselhulp en humanitaire hulp, werden voortgezet als de veiligheidssituatie dit toelaat.

Wat de te financieren projecten voor 2013 betreft, heb ik de administratie gevraagd voorstellen te doen om de programma's aan te passen aan de dramatische politieke omstandigheden in het gebied. Via multilaterale organisaties of via de ngo's wordt zo snel mogelijk steun verleend aan de bevolkingsgroepen van de Sahel die het slachtoffer zijn van een voedselcrisis, die door de politieke crisis en de militaire situatie nog werd versterkt. Die projecten moeten worden beoordeeld op basis van hun relevantie binnen de regionale context. Daarbij mag niet worden vergeten dat de grote veiligheidsproblemen en het noodzakelijke respect voor de humanitaire beginselen de hulpverlening uiteraard bemoeilijken.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Het verheugt me dat de hulp aan de noden wordt aangepast. Ik blijf dit evenwel van nabij volgen.