5-188COM | 5-188COM |
M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)
De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Vooreerst wens ik de minister te feliciteren met de houding van ons land vorige week in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Aanvankelijk was ik minder optimistisch. Ik vreesde namelijk dat ons land zich bij de stemming over de status van de Palestijnse gebieden zou onthouden. De beslissing om voor te stemmen vind ik een wijze beslissing. Ik hoop dat ons land de volgende maanden de inspanningen om het conflict in de regio te beslechten, zal volhouden.
De Israëlische openbare radio berichtte op 17 oktober dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu zijn regering een rapport wil laten goedkeuren waarin de "wilde" nederzettingen worden gelegaliseerd en de juridische obstakels voor een uitbreiding van andere nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever worden opgeheven. Volgens het rapport zou Israël geen "bezettende militaire macht" zijn, zodat het internationaal recht de oprichting en de uitbreiding van kolonies niet kan verbieden.
De Israëlische premier wil dat de regering het rapport voor de vervroegde parlementsverkiezingen van 22 januari goedkeurt. Volgens de Israëlische media heeft de eerste minister de tekst de voorbije maanden bewust achtergehouden, uit vrees voor een storm aan internationaal protest. Om de hardliners uit zijn Likoedpartij en de joodse kolonisten voor de verkiezingen te paaien, zou hij de "concrete schikkingen" uit het rapport nu toch willen laten goedkeuren.
Beschikt de minister via zijn diplomatieke vertegenwoordigers over informatie of premier Netanyahu het bewuste rapport aan de Israëlische regering ter goedkeuring zal voorleggen of heeft voorgelegd?
Heeft hij al de gelegenheid gehad of is hij bereid om zijn ongerustheid en afkeuring over deze gang van zaken kenbaar te maken aan de Israëlische autoriteiten en zijn Europese collega's hierover aan te spreken?
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Vooreerst wens ik de minister te feliciteren met het stemgedrag van België in de Verenigde Naties, een belangrijk signaal, ook binnen Europa. Het kan een aanzet zijn voor een structurele oplossing van het probleem. De reactie van Israël op de beslissing van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is echter niet hoopvol. De aankondiging van extra nederzettingen is eerder een provocatie dan een stap naar een duurzame tweestatenoplossing binnen de grenzen van 1967.
Welke initiatieven kunnen ons land en de Europese Unie nemen? Ik ga er niet vanuit dat er voor de verkiezingen in Israël in januari nog iets zal gebeuren. Integendeel! We mogen al tevreden zijn als voor de verkiezingen in januari nieuw geweld kan worden voorkomen.
De situatie van de Egyptische president Morsi is niet stabiel. Egypte speelde een rol in het staakt het vuren in Gaza; Hamas had Egypte als bondgenoot. De vraag is echter hoe het verder zal evolueren. De Palestijnse autoriteiten hebben ongetwijfeld een morele overwinning behaald met de stemming in de Verenigde Naties, maar Hamas blijft krachtig en er zijn nog strijdbare milities binnen de Palestijnse gemeenschap.
De Europese Unie moet samen met de Verenigde Staten proberen een initiatief te nemen. Ik hoop dat president Obama, nu hij herverkozen is en hij misschien minder de druk voelt van de Israëlische lobby, zijn nek verder zal uitsteken. Misschien zal hij zelfs een initiatief nemen. Ik ga ervan uit dat hij dat zal doen ten aanzien van Rusland inzake ontwapening. Ik vrees echter dat de toekomstige Israëlische regering niet soepeler zal zijn dan de huidige.
Hoe ziet de minister de toestand verder evolueren? Ik blijf erbij dat de oplossing van het Israëlisch- Palestijnse conflict wellicht de grootste stap is die kan worden gedaan in de bestrijding van terrorisme. Als deze schandvlek opgelost raakt, zal er minder basis zijn voor internationaal terrorisme.
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik veronderstel dat de vraag betrekking heeft op de publicatie van het rapport-Levy, waarvan de aanbevelingen gericht zijn op het vergemakkelijken van de activiteiten in de bestaande kolonies en het legaliseren van de outposts.
Ik weet niet of de Israëlische ministerraad het rapport goedgekeurd heeft. Net als de Hoge Vertegenwoordigster van de Europese Unie, veroordeel ik de kolonisatie, die in strijd is met het internationaal recht. Dat deed ik nogmaals op 8 november jongstleden na de aankondiging van nieuwe stappen in de kolonisatie in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever. Dat deed ik trouwens ook na de aankondiging van Netanyahu.
Ik aarzel niet om dit te bespreken met mijn Israëlische gesprekspartners. Dat deed ik al tijdens het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Lieberman, aan België in juli van dit jaar. Ik ben zinnens dat eveneens te doen ter gelegenheid van mijn geplande bezoek aan het Midden-Oosten. Omwille van de budgettaire besprekingen heb ik dat evenwel moeten uitstellen tot volgend jaar.
Samen met Hoge Vertegenwoordigster Ashton en de EU-partners zal ik de kolonisatie in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever blijven veroordelen. Nederzettingen zijn niet alleen illegaal onder internationaal recht, ze vormen ook, zoals de besluiten van de EU-Raad van mei dit jaar vermelden, een bedreiging voor de tweestatenoplossing.
De Europese ambassadeurs in Israël hebben het rapport-Levy en de houding dienaangaande besproken. Onze ambassadeur ter plaatse heeft tegenover zijn Israëlische gesprekspartners zijn bezorgdheid uitgesproken. Ik lees in de pers dat we onze ambassadeurs moeten oproepen het gesprek aan te gaan. Ik verzeker dat dit geregeld gebeurt. Dat doen we ook met de Israëlische ambassadeur naar aanleiding van de aankondiging van de eerste minister.
Niet-gecoördineerde acties van Europese landen zijn niet de oplossing. Ik pleit in elk dossier voor een Europese aanpak. Het stemt me dan ook tevreden dat het vandaag gelukt is contact te leggen tussen de Europese Unie en de Israëlische ambassadeur bij de EU.
Ik stem absoluut niet in met de blokkade van de Gazastrook. De bevolking heeft er, zeker door jongste operatie, erg te lijden. Ik voeg er evenwel onmiddellijk aan toe dat de lancering van raketten op Israël evenmin een oplossing vormt.
De Europese Unie was, zoals ik zelf, van bij de aanvang van het recente geweld van oordeel dat Israël het recht heeft zijn bevolking te beschermen, maar dan met een berekende reactie, en dat er zo snel mogelijk een staakt-het-vuren tot stand moest komen. Dat is inderdaad gebeurd. Ik stel vast dat in de nasleep van het staakt-het-vuren de controlemaatregelen in Gaza door de Israëlische autoriteiten zijn afgezwakt.
Het bestraffen van Israël is niet de beste manier om de communicatiekanalen open te houden. Hoe kan men dan boodschappen overbrengen of enige invloed uitoefenen? Om een tweestatenoplossing te bereiken, waar beide partijen in vrede naast elkaar leven, moeten we met de twee partijen kunnen onderhandelen.
België handelt in samenspraak met de andere lidstaten van de EU. We consulteren elkaar geregeld. Mijn Europese collega's wensten Israël niet bestraffen voor de interventie in Gaza. Prioriteit werd gegeven aan een staakt-het-vuren, wat gelukt is, in grote mate dankzij de inspanningen van de Egyptische president.
Ik veroordeel het geweld en heb alle partijen opgeroepen om een escalatie te vermijden en de bescherming van de burgerbevolking te garanderen.
De recente ontwikkelingen in Gaza hebben opnieuw aangetoond hoe belangrijk een duurzame oplossing is voor het welzijn van de Palestijnse burgers alsook voor de veiligheid van Israël. Ik hoop dat het akkoord over het staakt-het-vuren zal worden uitgevoerd en zal leiden tot concrete veranderingen op het terrein, ten behoeve van alle partijen.
Onze ambassadeur zal na de stemming in New York alle partijen vragen om zonder enig vooroordeel opnieuw rond de tafel te gaan zitten. Dat is de enige manier om een onderhandelde oplossing uit te werken. Ik hoop dat het de Europese Unie samen met Amerika lukt een nieuwe dialoog op te starten. Een gezamenlijk standpunt van de Europese Unie zal een meerwaarde betekenen voor haar deelname aan alle mogelijke dialogen. Een verdeeld standpunt verzwakt onze vertegenwoordiger. Ik dank iedereen overigens voor de steun aan ons stemgedrag in New York.
De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn precisering in verband met mijn heel concrete vraag; voor zover wij weten is het rapport nog niet goedgekeurd.
Wat de opmerkingen van de minister over een Europees standpunt betreft, ben ik het met hem eens dat een eensgezind Europees standpunt altijd zwaarder doorweegt dan een verdeeld Europees standpunt. Dat neemt niet weg dat, als men zijn uiterste best heeft gedaan om een eensgezind standpunt te bereiken, maar daar uiteindelijk niet in geslaagd is, het zinvol is het eigen standpunt ook op het internationale forum te verdedigen. Ik zou betreurd hebben mochten we ons in die omstandigheden hebben onthouden. We stuiten hier op één van de beperkingen van het Europees buitenlands beleid. Daaraan moet gewerkt worden en het is een werk van lange adem.
Wat het Israëlisch-Palestijns conflict betreft, heb ik wel het gevoel dat er Europees een horde is genomen. Duitsland heeft zich onthouden, waar dat land doorgaans een pro-Israëlstandpunt pleegt in te nemen. Het zelfde geldt voor Nederland. Ik hoop dat het signaal in Israël wordt gehoord.
Samen met collega Anciaux maak ik me geen illusies dat we vóór 22 januari enige toegeeflijkheid moeten verwachten. Laten we in elk geval zorgen dat we met de Amerikaanse partners en met het kwartet, waar we al heel lang niets meer van gehoord hebben, de druk kunnen opvoeren om de tweestatenoplossing, binnen de gekende contouren, te blijven verdedigen.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik waardeer het antwoord van de minister en ik ben het eens met de reacties van collega De Bruyn.
We moeten toch eens nadenken over iets minder diplomatische standpunten, bijvoorbeeld over een wapenembargo. Daarvoor wordt momenteel actie gevoerd door Vrede vzw. Binnen de Europese Unie moet daarvoor toch de nodige steun kunnen bestaan. Verder hoop ik dat men niet moedeloos wordt en zich blijft inspannen. Ik blijf ervan overtuigd dat de sleutel bij de Verenigde Staten ligt, al moeten we het hen steeds weer duidelijk maken.