5-188COM

5-188COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MERCREDI 5 DÉCEMBRE 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «l'utilisation illégitime de drones pour des exécutions extrajudiciaires» (no 5-2548)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ondervroeg de minister eerder over dit onderwerp, namelijk op 18 juli 2012. De minister antwoordde toen dat hij niet over voldoende informatie beschikte om mijn vragen afdoende te beantwoorden. Hij zou mijn vragen naar de ambassade doorsturen met het verzoek een gedetailleerd antwoord te geven.

Nog steeds vind ik het gebrek aan verontwaardiging en aandacht voor de problematiek onbegrijpelijk en zelf stuitend. Onze grootste bondgenoot, de Verenigde Staten, gebruikt drones voor buitengerechtelijke executies. Niemand kan nog pretenderen dat het zich niet voordoet. Er dreigt een ernstige verschuiving naar ongewenste en onmenselijke oorlogsvoering. De eerste tekenen van ontsporing zijn al duidelijk zichtbaar. Onder het mom van de oorlog tegen het terrorisme, hebben sommige staten de fundamentele beginselen van de bescherming van burgers in de Conventie van Genève inmiddels op de helling gezet. Door middel van newspeak worden steeds meer burgers als strijders aangezien en worden de grenzen van wat aanvaardbaar is als collateral damage voortdurend verlegd. Een speciaal rapporteur van de VN beschreef het als een vage licence to kill.

Het grootste probleem van drones is niet de inzet ervan boven oorlogsgebied. Een veel groter risico is de grootschalige inzet in niet-oorlogsgebied, in veel gevallen door niet-militairen, versta geheime diensten. Omdat het over `geheime' operaties gaat, wordt er over dat soort inzet grotendeels buiten de democratische kanalen beslist. Die beslissingen zijn echt niet controleerbaar. De geheime diensten beschikken ook niet over een grondige kennis van het internationaal humanitair recht.

De minister zei in zijn vorige antwoord dat niet enkel op de VS moet worden gefocust. Wellicht is dat juist en ik heb daar in mijn vraag naar verwezen. De VS scheppen echter wel een precedent en daarmee ook de standaard. Zou er overigens eveneens zo laconiek worden gereageerd indien Rusland, China of Iran mensen op andermans grondgebied ombrachten door middel van drones? Onlangs is een onbemand vliegtuigje van onbekende origine - maar niet van een staat - het Israëlische grondgebied binnengedrongen. Men kan dus al spreken van proliferatie.

Juist daarom ontstaat er een dringende noodzaak om een duidelijk internationaal kader te scheppen over het gebruik van drones alsook van een duidelijke en expliciete definiëring van legitieme doelen. Dat moet bij voorkeur gebeuren op globaal niveau, maar in de eerste plaats ook voor de eigen strijdkrachten en die van de bondgenoten. De standaard die de VS en de NAVO gebruiken vormen nog steeds een belangrijke maatstaf voor andere landen en uiteraard ook voor ons land.

Ontving de minister al een antwoord van de Amerikaanse ambassade? Hoe beoordeelt de minister dat antwoord en kan hij mij dat bezorgen? Begrijpt de minister dat in vele gevallen die operaties geheim zijn en dat zelf het Amerikaans Congres er niet officieel op de hoogte van is? Begrijpt de minister bijgevolg dat de informatie die verstrekt wordt door de ambassade op zijn minst onvolledig kan zijn? Is de minister het ermee eens dat het gebrek aan een officiële bevestiging door de Verenigde Staten geen excuus mag zijn om die ontwikkelingen te negeren?

Deelt de minister mijn verontwaardiging en ongerustheid over de ontsporingen die ontstaan door het ongecontroleerde gebruik van gevechtsdrones? Zo ja, is de minister bereid om die bezorgdheid te uiten bij de Amerikaanse overheden? Is het thema al besproken op Europese of op NAVO-bijeenkomsten? Is België bereid om het probleem aan te kaarten en op zijn minst te pleiten voor een internationaal kader?

Ik ben bijzonder ontgoocheld in president Obama, die zich op dat punt niet van zijn mooiste kant laat zien.

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik heb nog geen bevestiging van de Amerikaanse ambassade gekregen over procedures die de Verenigde Staten in die kwestie zouden volgen of over de lijst waarover president Obama elke dinsdag zou beslissen.

De militaire inzet van drones is een typisch voorbeeld van een technologische ontwikkeling die voor nieuwe uitdagingen zorgt op het vlak van de reglementering. Op het ogenblik bestaat in dit verband geen specifieke internationale conventie en moet de kwestie worden bekeken vanuit de regels van het internationaal humanitair recht, onder meer wat betreft het onderscheid tussen militaire en burgerdoelwitten. Het is duidelijk dat over het gebruik van drones, gelet op de context waarin die worden ingezet, weinig informatie beschikbaar wordt gesteld. Er gaan stemmen op om zowel onafhankelijke toezichtmechanismen op te richten als om binnen de VN-mensenrechtenraad specifieke gevallen van het gebruik van drones te onderzoeken. België blijft de problematiek aandachtig opvolgen en stelt daarbij het sparen van de burgerbevolking bij militaire operaties voorop. Over dit thema zou misschien een colloquium of een vergadering met afgevaardigden van Defensie kunnen worden gehouden, met als doel een richting aan te geven. Er bestaat immers geen conventie in verband met drones. Er zijn al conventies ingevoerd voor andere technologieën. Ik ben er niet tegen enkele regels in te voeren in verband met het inzetten van drones. Tot nu toe zijn daarover geen besprekingen op Europees vlak of in de NAVO gevoerd. Ik ben bereid dergelijke bespreking te starten.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het laatste punt uit het antwoord is hoopvol. België heeft al een voortrekkersrol gespeeld bij de invoering van regels over het gebruik van clusterbommen en landmijnen. Het is misschien een goed idee een duidelijk voorstel voor regels op te stellen. Ik ben bijzonder bezorgd over het onrechtmatig gebruik van drones. Ik neem de uitdaging aan en zal proberen samen met enkele collega's een initiatief te nemen.