5-188COM

5-188COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MERCREDI 5 DÉCEMBRE 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «les développements en Syrie et les perspectives d'avenir» (no 5-2498)

Demande d'explications de M. Richard Miller au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «l'escalade de violence entre la Turquie et la Syrie» (no 5-2540)

Demande d'explications de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «l'utilisation de bombes à sous-munitions russes au cours de la guerre civile syrienne» (no 5-2572)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De vraag die ik heb ingediend, dateert van 12 september en sindsdien is in Syrië toch een en ander gebeurd. Over het regime in Syrië kunnen veel bedenkingen worden gemaakt. De minister van Buitenlandse Zaken, de Europese Unie en de Verenigde Naties hebben dat ook gedaan, hoewel de Veiligheidsraad tot op heden niet krachtdadig heeft kunnen optreden. Ik ben terughoudend als het gaat over de oppositie, want het is niet heel duidelijk wie dat nu precies is. Sommige nauwe medewerkers van de huidige president, als ik me niet vergis zelfs de vicepresident, maken deel uit van deze oppositie.

Ik heb bedenkingen bij de internationale gemeenschap, die Syrië als een staat van het kwaad bestempelt en het regime demoniseert. Dat heeft volgens mij te maken met internationale gevoeligheden. Een gevaarlijke dictatuur zoals Saoedi-Arabië, steunt de oppositie, terwijl het zelf toch geen toonbeeld is. Een andere "staat van het kwaad", Iran, zou een belangrijke rol kunnen spelen, maar met dat land wordt niet gesproken. Ik ben natuurlijk een minderheid binnen de publieke opinie, maar ik heb toch heel wat vragen.

De huidige situatie zie ik afstevenen op een militaire escalatie. De NAVO heeft gisteren een belangrijke beslissing genomen ter verdediging van lidstaat Turkije. In Turkije, een basispunt van de NAVO, zullen namelijk patriotraketten worden geïnstalleerd om eventuele aanvallen op Turks grondgebied te voorkomen. Er wordt vooralsnog niet ingegrepen in de burgeroorlog, maar tegelijkertijd zijn een aantal buurlanden, de Verenigde Staten en misschien zelfs een aantal Europese landen bezig wapens te leveren. Rusland - en misschien Iran - zal zonder enige twijfel zowat de enige wapenleverancier van het regime zijn.

Kunnen België en Europa nog en rol van betekenis spelen? Kunnen we een burgeroorlog voorkomen?

Volgens mij verdient geen van beide partijen volledige steun. Het regime dat nu aan de macht is, is zeker niet datgene dat we willen, maar ook de oppositie zal geen kwaad kunnen voorkomen. Het zou zelfs wel eens kunnen dat onder leiding van de oppositie in Syrië, een land met vele etnische groepen en godsdiensten, nog meer slachtpartijen zullen plaatsvinden dan onder het huidige regime. De enige oplossing zou een internationaal vredesinitiatief kunnen zijn.

Heeft de minister zicht op de situatie in Syrië? Wat zijn de visies van de Europese Unie? Wat kunnen we doen om te verhinderen dat nog langer onschuldige mensen massaal worden vermoord?

M. Richard Miller (MR). - J'aborderai la problématique d'un point de vue un peu différent de celui de M. Anciaux. Je voudrais d'abord rappeler l'importance de la participation très volontaire de la Turquie face à ces tensions dans la région. Dès le début, la Turquie a en effet accueilli sur son territoire des réfugiés en grand nombre. Elle a accueilli à Istanbul la première réunion des forces de la résistance syrienne.

Le 3 octobre dernier, l'armée syrienne a pilonné le territoire turc. L'armée turque a riposté en visant des objectifs militaires syriens. Les parlementaires turcs se sont rassemblés d'urgence afin de voter une résolution, autorisant ainsi le gouvernement à mener des opérations militaires en Syrie, au nom de la « sécurité nationale ».

La Turquie semble donc avoir mis le doigt dans un engrenage qui risque de se transformer en une escalade militaire à laquelle nous serions tenus de participer étant donné que la Turquie est un allié fidèle de l'OTAN depuis très longtemps.

Les ministres des Affaires étrangères réunis à Bruxelles, ces 4 et 5 décembre, ont approuvé le déploiement de missiles Patriot le long de la frontière turco-syrienne. L'objectif est de défendre le territoire turc. Selon le ministre des Affaires étrangères turc, ces missiles ne seraient en aucun cas utilisés pour des opérations offensives. Ce déploiement démontre que les tensions entre les deux pays ne faiblissent pas et qu'elles s'inscrivent par ailleurs dans un contexte où le régime syrien pourrait avoir recours aux armes chimiques, même si cela a été démenti hier par la télévision nationale syrienne.

La Belgique sera tenue de soutenir son allié au sein de l'OTAN. Je souhaiterais savoir de quelle manière notre gouvernement envisagerait d'intervenir le cas échéant. Lors de la précédente réunion sur la situation en Syrie, vous aviez indiqué votre intention, si cela était opérationnellement possible, d'implanter des hôpitaux de campagne sur le terrain. Vu le contexte davantage belliqueux, d'autres modes d'intervention sont-ils envisagés ?

D'après les informations dont vous disposez, que signifie le feu-vert du gouvernement turc à opérer militairement en Syrie ? Est-ce une mise en garde de la part de la Turquie, ou cela signifie-t-il que la Turquie est prête à mener de véritables opérations terrestres sur le territoire syrien ? La Belgique est-elle concernée d'une manière ou d'une autre par cette résolution ?

Quel a été le résultat des discussions lors de la réunion d'urgence de l'OTAN du 3 octobre à Bruxelles ? Nous savons que les États membres de l'OTAN sont et resteront solidaires avec la Turquie, mais jusqu'où cette solidarité peut-elle aller et qu'impliquera-t-elle ?

En cas de conflit ouvert entre la Turquie et la Syrie, quelle sera la position de notre gouvernement ? Quelles sont les conclusions des réunions politiques et militaires ?

Le secrétaire général de l'OTAN a annoncé la décision officielle de déploiement du système de défense anti-aérienne Patriot en Turquie lors de la réunion qui a eu lieu ces 4 et 5 décembre. Pourriez-vous nous donner de plus amples informations sur d'autres décisions qui auraient pu être prises lors de cette réunion ?

De heer Patrick De Groote (N-VA). - De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch meldde op zondag 14 oktober de inzet van clustermunitie tegen opstandelingen in Syrië op ten minste een achttal plaatsen. De bommen RBK-250 en AO-1 SCh zijn afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie. De organisatie weet niet hoe Syrië aan deze wapens is geraakt.

In een persbericht van 17 oktober 2012 uitte de minister van Buitenlandse Zaken zijn verontrusting als volgt: "België heeft als eerste land ter wereld clustermunitie bij wet verboden en is ook groot pleitbezorger voor de universalisering van de Internationale Conventie over Clustermunitie." Deze conventie trad in 2010 in werking en wordt thans gesteund door 111 landen. De minister riep de Syrische autoriteiten op om de betreurenswaardige toestand van de burgerbevolking niet nog te verergeren door het gebruik van wapens die ingaan tegen een breed gedragen humanitaire norm. Volgens de kranten van vandaag beschikt Syrië over grote hoeveelheden chemische wapens.

Ik had graag vernomen welke concrete stappen de minister van Buitenlandse Zaken heeft gedaan. Wordt Rusland aangesproken op de aanwezigheid en het gebruik van clustermunitie door het Syrische regime? Tot hoever in de tijd kan deze levering hebben plaatsgevonden en kan de productie teruggaan? Is het mogelijk te retraceren via serienummers? Werden clausules aan het wapencontract verbonden, zoals het niet gebruiken van dergelijke wapens tegen de burgerbevolking?

Is Rusland bereid om inzage te geven in deze informatie? Wordt Rusland aangesproken om bij te dragen met het oog op een latere ontmijning?

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Door het systematisch gebruik van geweld van het Syrische regime tegen zijn burgers heeft de Assadclan zonder enige twijfel alle legitimiteit verloren. België blijft dan ook bij zijn eerder ingenomen standpunt, dat tevens het standpunt van de EU is, dat president Assad en zijn vertrouwelingen geen rol kunnen of mogen spelen in de opbouw van een democratische rechtsstaat in Syrië.

Voor de toekomst van een democratisch Syrië is het van groot belang dat de schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten worden onderzocht en worden berecht door het Internationaal Strafhof of andere competente instanties.

De recente onderhandelingen in Doha, met als doel de Syrische oppositie te verenigen, hebben tot de oprichting van een Nationale Coalitie geleid, waarbinnen de Syrian National Council vertegenwoordigd is met 22 van de 60 zetels. Het inclusieve en verruimde karakter van deze coalitie opent de weg naar een politieke transitie in Syrië.

Op het niveau van de Benelux hebben wij onze oproep herhaald tot oprichting van een dergelijke brede oppositiecoalitie, als een geloofwaardig alternatief voor het regime van president Assad en de fundamenten te leggen voor een nieuw Syrië. Ik hoop dat deze Nationale Coalitie dan ook als aanknooppunt zal dienen om hulp van buitenaf te kanaliseren.

Deze ochtend hebben mijn beide Benelux-collega's en ikzelf een telefonisch onderhoud gehad met de voorzitter van de Coalitie. We hebben hem gevraagd nog verder te verruimen, teneinde een zo breed mogelijke coalitie te bereiken. In Marrakech kunnen we onze gesprekken voortzetten naar aanleiding van de vergadering van de Verenigde Naties.

België is actief in het kader van de Group of Friends om de post-Assadperiode voor te bereiden en met institutionele en economische hulp de transitie te begeleiden. Het project The Day After wil een concrete planning met betrekking tot de post-Assadtransitie uitwerken. Dergelijke transitieplanning zorgt ervoor dat wetteloosheid, geweld en instabiliteit niet de overhand kunnen nemen, maar het is de taak van de Syriërs zelf om hun toekomst op te bouwen.

De lokale actiecomités en burgergroepen blijven belangrijke actoren in het vreedzaam protest. Ik zie voor hen dan ook een belangrijke rol weggelegd voor de openbare dienstverlening in de bevrijde gebieden.

België ijvert van bij de aanvang van het conflict voor een diplomatieke oplossing en waardeert het streven van deze groepen naar een geweldloze oplossing dan ook ten zeerste. Militaire escalatie moet worden vermeden. In de raadsconclusies van 15 oktober van de EU, die ik onderschrijf, wordt aan alle staten gevraagd de wapenleveringen aan Syrië stop te zetten.

J'en viens maintenant à la question de M. Miller relative à la Turquie.

Faisant suite à la chute d'un obus de mortier à sa frontière avec la Syrie, qui a fait 5 morts à Akçakale, la Turquie, se prévalant de l'article 4 du Traité de l'Atlantique Nord, a demandé la convocation d'une réunion du Conseil de l'Atlantique Nord en date du 3 octobre.

Dans sa Déclaration, le Conseil a condamné dans les termes les plus forts l'attaque syrienne. Les Alliés ont exprimé leur sympathie et leur entière solidarité avec la Turquie. De nombreux Alliés, au rang desquels la Belgique, ont salué la réaction modérée et proportionnée de la Turquie.

Au cours de cette réunion du Conseil, la Turquie a assuré aux alliés qu'elle maintiendrait sa position de réserve et de modération face à ce type d'incidents. La Belgique apprécie tout particulièrement cette attitude, qui a permis d'éviter une escalade.

Selon toute apparence, le régime syrien a lui aussi pris conscience qu'une escalade n'était pas dans son intérêt. Il a par ailleurs présenté ses excuses à la Turquie après cet incident.

La Turquie a aussi indiqué qu'elle garderait ses frontières ouvertes aux réfugiés syriens, ouverture que j'ai saluée au cours de deux récents entretiens avec mon homologue, le ministre Davutoğlu. C'est dans ce contexte que le gouvernement a décidé en octobre dernier de financer la construction d'écoles dans les nouveaux camps de réfugiés en Turquie. Lors d'une visite dans un des camps, j'ai pu me rendre compte de l'excellent dispositif d'accueil mis en place par la Turquie. Ce soutien belge est très apprécié par nos partenaires turcs.

Après l'incident survenu début octobre et la réaction turque, la situation s'était quelque peu calmée. Plus aucun incident majeur n'avait en effet été à déplorer. Toutefois, de nouveaux incidents ont récemment conduit à de nouvelles tensions. Ankara a protesté diplomatiquement mais n'a pas riposté aux bombardements, qui n'avaient d'ailleurs pas touché le sol turc.

Finalement, le 21 novembre, la Turquie a formellement demandé le déploiement de missiles Patriot sur son territoire, afin de renforcer ses capacités de défense aérienne. Ce développement devrait se faire dans le cadre de l'Integrated Air Defence System de l'OTAN, selon les plans de défense existants. Les Alliés, y compris ceux qui disposent de systèmes Patriot (l'Allemagne, les Pays-Bas et les États-Unis), sont disposés à examiner la requête turque avec bienveillance. Des équipes exploratoires se sont rendues en Turquie pour examiner les options. Les missiles Patriot ne seraient utilisés qu'à des fins de défense.

Une décision du Conseil OTAN sur le déploiement des missiles Patriot a été prise hier, après le retour des équipes exploratoires. La question a été débattue lors de notre réunion des ministres des Affaires étrangères de l'OTAN des 4 et 5 décembre. Cette décision doit d'abord être considérée en fonction de la qualité de membre de l'Alliance de la Turquie. La décision de l'Alliance de participer à la protection du territoire et de la population d'un de ses membres est une décision tout à fait normale. Nous avons en outre fait part de notre préoccupation concernant l'utilisation éventuelle d'armes chimiques sur le territoire syrien.

Rusland noch Syrië heeft de conventie over clustermunitie ondertekend. Ze zijn dus niet gebonden door de verbodsbepalingen van deze conventie aangaande aanmaak, uitvoer of gebruik van clustermunitie. Wij bepleiten actief de wereldwijde toepassing van de conventie over clustermunitie en hebben Rusland al opgeroepen om zich bij de conventie aan te sluiten. Rusland is perfect op de hoogte van het algemene wapenembargo dat de Europese Unie tegen Syrië heeft uitgevaardigd. Jammer genoeg is het niet mogelijk te weten welke beperkingen de wapenleveranciers aan het regime in Damascus hebben opgelegd.

Ik blijf de internationale gemeenschap mobiliseren om het Syrische regime, en ook de oppositie, te dwingen de humanitaire normen na te leven die van toepassing zijn in geval van gewapend conflict, in het bijzonder die aangaande de bescherming van de burgerbevolking. Ik zal tevens gebruik maken van de volgende ontmoeting met mijn Russische collega om de kwestie van de wapenleveringen, en zeker van dit type van wapens, op te werpen.

We steunen de initiatieven van Lakhdar Brahimi, de speciale gezant van de Verenigde Naties, maar die is pessimistisch over de resultaten. Desalniettemin probeert hij vooruitgang te boeken. Allicht krijgen we bijkomende informatie op de vergadering van de Raad voor Buitenlandse Zaken van volgende maandag.

De spreker is ongetwijfeld op de hoogte van de politieke blokkering wat Syrië betreft ingevolge het veto van Rusland en China in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties maar we moeten opnieuw onderhandelingen opstarten. Alleen een politiek gesprek in de Veiligheidsraad kan een oplossing bieden.

België steunt de leden van de Veiligheidsraad die een wijziging voorstaan van het regime in Damascus. Daarnaast proberen we aan allerlei acties deel te nemen. Ter illustratie verwijs ik naar wat ik daarnet zei in verband met de Nationale Coalitie in Syrië en de Group of Friends.

Ik acht het ook nuttig een humanitair initiatief op te zetten. In het kader van de Verklaring van Genève, die inmiddels werd voorgelegd, stel ik zowel de leden van de Europese Unie als de Arabische Liga voor de minimale toepassing van de humanitaire regels voorop te stellen, zoals de vrije toegang tot medische instellingen, niet alleen voor de slachtoffers, maar voor de hele bevolking en voor het medisch personeel zelf. Ik heb dit initiatief voorgesteld aan de diverse actoren. Vanmorgen nog sprak ik erover met de voorzitter van de nieuwe coalitie en ik zal in dat verband ook contact opnemen met Rusland. Allicht is het gemakkelijker een consensus met Rusland en China te bereiken voor humanitaire aangelegenheden dan op politiek vlak.

De burgeroorlog duurt al lang en is nog niet voorbij. Zo'n oorlog is vooral tragisch voor de bevolking.

Het gebruik van chemische wapens is niet geoorloofd. Dat is niet alleen het standpunt van de NAVO, maar tevens van mijn Russische collega. Allicht kan ik na de vergadering van maandag meer details verstrekken. Ik blijf voorlopig evenwel pessimistisch. Ik vrees dat de burgeroorlog in Syrië nog enkele maanden zal aanslepen. Vandaar onze humanitaire initiatieven.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor zijn uitgebreide antwoord. Hij vertrekt wel van een duidelijke visie: de Assadclan moet weg, het Internationaal Strafhof moet de schending van de mensenrechten onderzoeken en de brede oppositiecoalitie kan de start zijn voor een democratisch Syrië. Dat wil zeggen dat een oplossing maar mogelijk is na een militaire operatie tegen het regime van Assad.

Er is nog een derde mogelijkheid. Het is niet de eerste keer dat in een zwaar burger- of militair conflict het huidige en het toekomstige regime de handen in elkaar slaan, een overgangsperiode inlassen en een democratische constructie installeren. Dat is volgens mij de enige mogelijkheid om het conflict op een vreedzame manier op te lossen, maar ze is misschien niet realistisch.

Ik begrijp wel de houding van de minister. Bij het conflict in Libië werd zwaar de nadruk gelegd op het feit dat het Internationaal Strafhof moest interveniëren. Kadhafi voelde zich zo in het nauw gedreven dat hij niets te verliezen had. Hij ging door tot hij ten onder ging. Als dat het geval is in Syrië, zal het conflict nog een tijd aanslepen.

Ik vrees echt voor een militaire beslechting.

M. Richard Miller (MR). - Comme M. Anciaux, je remercie le ministre de sa réponse très complète. Je tiens par ailleurs surtout à souligner l'engagement humanitaire que le ministre défend de manière très concrète.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat is inderdaad een goed initiatief.

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Dank u.

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn antwoord en zijn inspanningen in het kader van de wereldwijde toepassing van de conventie over clustermunitie.

Ons land heeft samen met een aantal andere staten als eerste de clustermunitie verboden omdat ze zoveel burgerslachtoffers maakt. Een tijd geleden sloegen de media weer alarm nadat het Syrische regime bewust clusterbommen op een kinderspeelplaats had gegooid. Rusland, de producent van die bommen, moet toch opgeroepen worden om de steun aan het Syrische regime te stoppen en op te houden met de productie van die wapens die zonder onderscheid slachtoffers maken.