5-188COM

5-188COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MERCREDI 5 DÉCEMBRE 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «les atteintes à l'État de droit en Roumanie» (no 5-2456)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ondervroeg de minister al meermaals over de gevaarlijke slippers die Hongarije van het pad van de democratie en de rechtsstaat verwijderen. Een krachtige reactie van de EU of van de individuele landen bleef nochtans in mijn ogen uit. De gevolgen daarvan zijn ernstig, onder andere omdat door deze permissieve houding het gedrag van Hongarije nu ook navolging krijgt in Roemenië.

In de afgelopen maanden zette de eerste minister van Roemenië, Victor Ponta, de voorzitters van de beide kamers van het parlement opzij, ontsloeg de ombudsman, bedreigde de rechters van het Grondwettelijk Hof met afzetting en ontnam hen, toen dat niet lukte wegens de internationale kritiek, de bevoegdheid om de parlementaire handelingen te controleren op hun grondwettigheid. De regering nam ook de publicatie van het Staatsblad volledig in handen, zodat de beslissingen van het Grondwettelijk Hof en de decreten van de president gewoonweg niet worden gepubliceerd en dus geen kracht van wet verkrijgen. Momenteel poogt men die president op een zeer bedenkelijke en weinig constitutionele manier af te zetten.

Het loopt weliswaar niet zo'n vaart als in Hongarije, want Ponta beschikt niet over de absolute meerderheid en de macht van Viktor Orbán. De handelswijze van Ponta bewijst wel dat hij weinig respect heeft voor de Grondwet en de rechtsstaat. Omwille van de ernst van deze ontwikkelingen, pleit ik nogmaals voor een sterk politiek signaal. Landen die tot de Europese Unie zijn toegetreden, moeten zich aan enkele fundamentele democratische spelregels houden. Tolerantie voor dit soort van praktijken ondermijnt de democratische basis van de gehele Europese constructie.

Hoe evalueert de minister deze bedenkelijke gebeurtenissen in Roemenië? Deelt de minister mijn bezorgdheid over deze ontwikkelingen? Heeft hij de Roemeense ambassadeur al om uitleg verzocht?

Kwam deze kwestie al ter sprake in de Raad van de Europese Unie en bij de Commissie? Zo ja, welk standpunt vertolkte België? Is de minister bereid om hieromtrent een initiatief te nemen?

Ziet de minister een verband met de situatie in Hongarije? Deelt hij mijn opvatting dat er hieromtrent, onder andere door de EU, veel te laks en weinig daadkrachtig is opgetreden? Gaat de minister akkoord dat hier duidelijke en sterke politieke signalen en daden nodig zijn van de staats- en regeringsleiders van Europa en dat we de behandeling van deze praktijken niet kan overlaten aan een administratieve afhandeling door de Commissie?

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Het is voor alle EU-lidstaten belangrijk dat ze geen enkele twijfel laten over hun eerbied voor waarden zoals de rechtsstaat, het democratisch evenwicht en een onafhankelijke justitie. De indruk mag niet ontstaan, zoals in Roemenië, dat de politieke en electorale agenda van de regering en het parlement zwaarder doorwegen dan de onafhankelijkheid en de bevoegdheden van het Grondwettelijk Hof.

De Europese Commissie toonde zich meermaals bezorgd over de ontwikkelingen in Roemenië. Premier Ponta werd op 12 juni 2012 in Brussel uitgenodigd voor een gesprek met voorzitter Barroso. De heer Barroso herhaalde daar zijn bezorgdheid over de politieke en institutionele ontwikkelingen en stelde dat de Roemeense regering de onafhankelijkheid van het gerecht ten volle moet respecteren, de bevoegdheden van het Grondwettelijk Hof moet herstellen en ervoor moet zorgen dat beslissingen van het Hof gerespecteerd worden. Hij drong aan op de aanstelling van een ombudsman die de steun geniet van alle politieke partijen, en op een nieuwe, transparante procedure voor de aanstelling van de procureur-generaal en de directeur van de anticorruptiecel. In totaal gaat het om elf aanbevelingen.

Premier Ponta verzekerde dat zijn regering er alles aan zou doen om deze maatregelen uit te voeren. Hij zou dat schriftelijk bevestigen.

Ondertussen heeft de Commissie op 18 juli 2012 een verslag over Roemenië voorgesteld waarin ze de gemaakte vooruitgang onderzoekt in het kader van het Coöperatie- en Verificatiemechanisme, ingesteld door de EU na de toetreding van dit land. Uit dat rapport blijkt dat er belangrijke lacunes blijven bestaan op het vlak van de hervorming van het rechtssysteem, de integriteit en de strijd tegen de corruptie. De Commissie spreekt ook haar ongerustheid uit over de aantasting van de rechtsstaat door de Roemeense regering en het parlement in de voorbije maanden. Gelet op de specifieke situatie van Roemenië zal de Commissie voor het einde van dit jaar binnen het Coöperatie- en Verificatiemechanisme een bijkomend rapport over het land opstellen.

Deze ontwikkelingen maken de vraag naar een volwaardige toetreding tot de Schengenruimte, gevraagd door Roemenië, nog gevoeliger. Als gevolg van het felle debat binnen de EU heeft het Cypriotische voorzitterschap de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, die op 17 september de toetreding van Roemenië en Bulgarije opnieuw zou bespreken, geannuleerd. Het vraagstuk stond op de agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van eind oktober als eenvoudig informatiepunt.

Hoewel het gesprek tussen voorzitter Barroso en de Roemeense eerste minister Ponta positief verliep, blijf ik de diverse aspecten van dit dossier van nabij volgen. Het referendum over het lot van president Băsescu op 29 juli 2012 werd geacht een test te zijn voor de afspraken tussen Barroso en Ponta. Bij dit referendum heeft 87% van de kiezers zich uitgesproken voor het vertrek van president Băsescu. Niettemin heeft het Grondwettelijk Hof op het einde van de zomer beslist de resultaten van het referendum niet te valideren, omdat maar 47% van de ingeschreven kiezers, dus minder dan de vereiste helft, eraan had deelgenomen. De spanning tussen het kamp van eerste minister Ponta en dat van president Băsescu blijft niettemin groot, zoals bleek uit de verklaringen van diverse protagonisten na de beslissing van het Grondwettelijk Hof en de krachtmeting tussen president Băsescu en de regering over de benoeming van het hoofd van de nationale anticorruptie-autoriteit. Niemand kan zeggen of de wetgevende verkiezingen van 9 december een zekere stabiliteit in het politieke leven in Roemenië zullen terugbrengen.

Eerste minister Ponta heeft op donderdag 16 november aangekondigd zich niet te verzetten tegen de beslissing van president Băsescu om Roemenië op de Europese top van 22 en 23 november te vertegenwoordigen. Dat is een positieve evolutie tegenover afgelopen zomer, toen hij dit recht van de president wel betwistte. Nadat het Grondwettelijk Hof in deze kwestie zijn steun gaf aan de heer Băsescu, werd het dispuut hierover de eerste episode in het geschil tussen de centrumlinkse meerderheid en het staatshoofd.

Ik durf te hopen dat deze houding andere vergelijkbare ontwikkelingen aankondigt.

Mijn adjunct-kabinetschef ontving in juli 2012, bij afwezigheid van de ambassadeur die naar Boekarest terugkeerde, de zaakgelastigde van de Roemeense ambassade te Brussel om zich over de situatie te beraden en hem te wijzen op onze gehechtheid aan het respect door Roemenië van de waarden waarop het lidmaatschap van de EU berust, zoals de rechtsstaat en de democratie. Bij een beleefdheidsbezoek aan mijn departement op 7 november laatstleden werd de nieuwe Roemeense ambassadeur in België, de heer Stefan Tincu, eveneens herinnerd aan het belang dat we hechten aan de evolutie van de toestand in zijn land. Kwesties als deze vereisen krachtiger signalen, indien snelle en bevredigende oplossingen uitblijven. De langdurige inbreukprocedures van de Commissie inzake de Hongaarse Grondwet geven stof tot nadenken.

Ik wil onderzoeken of de Europese Raad, indien nodig, een rol kan spelen. De Raad zet met haar verklaringen immers de bakens uit voor het economische en budgettaire beleid. De Europese Raad zou ook duidelijke boodschappen kunnen uitsturen omtrent de eerbiediging van onze gemeenschappelijke grondwaarden inzake democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Zo kan ze duidelijk maken dat in de EU onze fundamentele waarden even belangrijk zijn als economische en budgettaire discipline.

Persoonlijk heb ik er altijd voor gepleit, zowel inzake Hongarije als inzake Roemenië, dat we niet alleen de economische en budgettaire toestand van het land moeten in het oog houden, maar ook oog moeten hebben voor de politieke evolutie.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het verheugt me te horen dat de minister en zijn kabinet de evolutie in Roemenië op de voet volgen.