5-188COM | 5-188COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - De kracht van een democratie kan worden gemeten aan de kansen die aan de oppositie worden geboden. In het licht van dit axioma vrees ik dat in Rusland de democratie sinds het uiteenvallen van de USSR nog nooit zo zwak was.
Het Russische parlement, de Doema, nam een wet aan waardoor de boetes voor deelname aan protesten die niet door de autoriteiten zijn goedgekeurd, met honderdvijftig zijn vermenigvuldigd. Deelnemers van niet-toegestane protesten riskeren nu een boete van omgerekend ruim 7200 euro. Voorheen bedroeg de boete nog geen 50 euro. De wet moest nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd, maar ik meen dat dit inmiddels is gebeurd. Hoe dan ook leek dat een formaliteit.
De wet is duidelijk gericht tegen de nieuwe protestbeweging die is ontstaan naar aanleiding van de frauduleus verlopen verkiezingen in Rusland. Nu het regime met die verkiezingen de Doema grotendeels van kritische stemmen heeft ontdaan, wil het blijkbaar ook elke andere vorm van oppositie in de kiem te smoren. Men moet altijd voorzichtig omspringen met zware veroordelingen, maar met deze grove schending op het recht op vrije meningsuiting en de vrijheid van vereniging lijkt het erop dat het Kremlin finaal voor het pad van de dictatuur koos. Dat is zeer ernstig, ook al omdat Rusland als een voorbeeld fungeert voor en navolging krijgt in de naburige landen, tot in Hongarije toe.
Deelt de minister mijn bezorgdheid dat met de nieuwe wet het recht op vrije meningsuiting en de vrijheid van vereniging in Rusland helemaal op de helling komen te staan? Beaamt de minister mijn opvatting dat Rusland steeds verder afglijdt naar een vorm van dictatuur?
Gaat de minister akkoord dat dit een sterk internationaal signaal vereist? Zo ja, hoe kan dat best worden gegeven?
Heeft de minister het probleem reeds besproken met zijn Europese collega's? Zo ja, wat was de uitkomst van die gesprekken?
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik deel de bezorgdheid van de heer Anciaux over de toestand van het recht op vrije meningsuiting en de vrijheid van vereniging in Rusland. België hecht veel belang aan die principes en ik blijf me inzetten opdat de vrije meningsuiting ten volle kan worden beleefd. Door de wetgeving waarnaar de Anciaux verwees aan te nemen en ze ten uitvoer te leggen, voert Rusland een actie uit die zeker niet kan worden onderschreven.
Ik sluit mij derhalve volmondig aan bij de verklaring van mevrouw Ashton, de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken, van 12 juni. Zij uitte daarin haar bezorgdheid over de wet en over de pogingen tot intimidatie van protestleiders en zij riep op tot een constructieve dialoog tussen de Russische regering en de civiele maatschappij.
Tijdens de diverse contacten op officieel niveau tussen België en Rusland staat deze materie steeds op de agenda. Het is mijn bedoeling om dit zo te houden en ik zal dus niet nalaten om bij volgende contacten dit probleem opnieuw aan te kaarten.
De heer Poetin zal in december naar Brussel komen voor een top met de Europese Unie. Misschien is dan ook een ontmoeting met de eerste minister mogelijk. Ik ga alleszins in januari naar Moskou en ik zal dit punt dan ook aankaarten bij mijn collega Sergej Lavrov.