5-178COM | 5-178COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben al een hele tijd overtuigd dat we `staatsadvocaten' zouden moeten installeren. Mensen die `staat' een vies woord vinden, mogen dat kind uiteraard een andere naam geven.
In de slipstream van de Salduzwetgeving ontwikkelt zich op EU-niveau een richtlijn die de bijstand van een advocaat verplicht bij elk verhoor. Nu al lijken justitie en politie amper of niet bij machte om de Salduzbepaling correct toe te passen, terwijl ook de advocatuur worstelt met de vele vragen om op elk moment en op korte termijn beschikbaar te zijn. De te verwachten EU-richtlijn zal zeker zorgen voor heel wat ongewenste en gevaarlijke bottlenecks.
Het concept van een staatsadvocaat, in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten bekend als public defender, kan een oplossing bieden. In essentie betekent dit concept dat advocaten in loondienst van de overheid als advocaat kunnen optreden. Uiteraard stellen zich hier uitdagingen, zeker inzake de onafhankelijkheid van deze advocaten. Maar dat probleem is er ook op andere gebieden, bijvoorbeeld bij artsen die voor de dienst Vreemdelingenzaken werken.
Een advocaat in loondienst betekent een duidelijk hiërarchische relatie die een essentie van de advocaat, namelijk zijn professionele onafhankelijkheid en onvoorwaardelijke loyaliteit aan zijn cliënt en dus niet aan zijn werkgever, ten volle moet kunnen waarborgen. Anderzijds lijken nog al wat advocaten wel bereid om zich in het relatieve comfort van een ambtenarenomgeving te bewegen. Achterliggende hypotheses zijn duidelijk: een snellere en adequatere inzet van gespecialiseerde pleiters tegen een duidelijk lagere kostprijs.
Hoe evalueert en apprecieert de minister het concept van een staatsadvocaat of public defender, waarbij een advocaat in dienst van de overheid toch volwaardig kan pleiten? Deelt de minister de mening van vele betrokkenen dat dit concept kan bijdragen tot een meer adequate, toegankelijke en juridisch correcte rechtsbedeling en ook tot een kostenbeheersing? Koestert de minister hieromtrent concrete plannen of voorstellen? Zo ja, met welke concrete krachtlijnen en op welke termijn?
Ik voeg hier nog een bedenking aan toe. Onze sociale zekerheid is een van de mooiste dingen die er ooit in het land zijn gerealiseerd. Die verdedigen en het belang ervan duidelijk maken blijft een grote uitdaging. Maar helaas valt de rechtszorg, de toegankelijkheid tot het recht, buiten die sociale zekerheid en precies daar groeit meer en meer een kloof tussen hen die een batterij advocaten kunnen inschakelen om hun rechten af te dwingen, en hen die dat niet kunnen. Het idee van de public defender kan de toegankelijkheid tot het recht voor iedereen helpen realiseren. Misschien moet de overheid dat zien als een basisuitdaging, net als voor gezondheidszorg, pensioen...
De public defender kan voor een deel zelfs gefinancierd worden met de premies die de mensen nu vrijwillig betalen voor rechtsbijstand. Uit een eerste en nog lang niet afgewerkt onderzoek dat ik daar zelf rond heb gevoerd, blijkt dat die premies alles samen een enorm bedrag uitmaken.
Ik hoop voor het idee van de public defender snel bondgenoten te vinden.
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Om het systeem van de tweedelijnsbijstand beheersbaar te houden, zeker in het licht van de komende EU-richtlijnen, is een hervorming van ons gerecht noodzakelijk. De Europese Raad van december zal naar alle waarschijnlijkheid een richtlijn goedkeuren die ons oplegt om ons strafrecht te veranderen. Dat is een taak die we de komende drie jaar fundamenteel moeten realiseren. En de Europese Commissie zal begin volgend jaar, waarschijnlijk in maart, een richtlijn uitvaardigen over de kosteloze rechtsbijstand. Op de twee terreinen moeten we hervormingen voorbereiden.
Momenteel werken we in België met een systeem van gesloten enveloppes en pro-Deopunten. Het budget van de overheid voor rechtsbijstand is de afgelopen tien jaar met 175 procent gestegen, van 25,27 miljoen euro in 2001 tot 69,45 miljoen euro in 2011. Een mogelijke oplossing om de kosten te beheersen is de invoering van een systeem van staatsadvocaten, public defenders, zoals dat bestaat in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada.
Dit denkspoor is toegelicht op de studiedag Evaluatie van de Salduzwet en vooruitblik naar de toekomst van 18 september 2012 en is ook vermeld in de studie van het NICC over de tweedelijnsbijstand. Onmiddellijk werd ook opgemerkt dat het systeem, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk, niet noodzakelijk minder kost. Men kan dus voor dat concept kiezen uit andere dan budgettaire overwegingen. Dat is niet onbelangrijk, omdat sommigen voor dit concept kiezen vanuit de overtuiging dat dit de staat minder kost.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Vaak wordt het omgekeerde gezegd, dat dit systeem de overheid meer kost. Ook dat is dus niet noodzakelijk het geval?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Het hangt af van wie er kosteloze rechtsbijstand krijgt. De nieuwe richtlijn van de Europese ministerraad van dit voorjaar bepaalt bijvoorbeeld dat een rechtzoekende in elke fase van de procedure recht heeft op een advocaat. In ons systeem is de rechtsbijstand in bepaalde omstandigheden wel kosteloos voor de rechtzoekende, maar wordt de advocaat wel betaald. Dat maakt dat ons budget compleet explodeert, wat wij ons in deze economisch moeilijke tijden niet meer kunnen veroorloven. België heeft zich als enige tegen de nieuwe EU-richtlijn verzet. Andere lidstaten deden dat niet omdat ze werken met een totaal ander systeem. Daar heeft een rechtzoekende wel altijd recht op een advocaat, maar die is niet noodzakelijk betaald door de overheid. Dat is een heel andere situatie.
Ik ben er wel van overtuigd dat we de tweedelijnsbijstand de komende jaren of mogelijk zelfs de komende maanden moeten hervormen, teneinde iedereen die dat echt nodig heeft ook echt te kunnen helpen.
Indien een dergelijk systeem in België wordt ingevoerd, dan moeten zeker de nodige waarborgen worden ingebouwd om de onafhankelijkheid van deze advocaten te garanderen. Maar zoals de heer Anciaux ook al zei, dat gebeurt vandaag al voor artsen die in dienst van DVZ werken of de bedrijfsartsen die voor de overheid controleren of ambtenaren effectief ziek zijn of niet. En op Vlaams niveau bestaan er milieuambtenaren die een statuut hebben dat hen een zekere onafhankelijkheid garandeert.
We zijn de wenselijkheid om staatsadvocaten in België in het leven te roepen, vandaag aan het onderzoeken. Nu we toch een hervorming moeten doorvoeren, is het beter om alle opties op tafel te leggen en moeten we ook buiten het huidige systeem durven te denken. We willen vooral nagaan in welke mate deze optie kostenefficiënt en ook kwalitatief hoogstaand is.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben blij met dit antwoord, omdat het een perfecte aanzet is tot een verdere discussie. Ik geloof erg in dit systeem van de staatsadvocaat.
De voorzitter. - Ik vraag al van bij het begin van de Salduzdiscussie dat, als er een supplementair budget voor de advocaten komt, er ook een buitengewoon budget zou komen voor de medewerkers van justitie, tolken, artsen en deskundigen die vaak door justitie worden aangesteld. Ik betreur heel sterk dat ik in die opstelling niet ben gevolgd. Ook de politieagenten komen door de Salduzbepaling op de commissariaten plots tegenover advocaten te staan. Ook voor hen is dat een nieuwe en andere context.
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Misschien moet er ook een supplementair budget komen voor al de vragen om uitleg die de heer Anciaux aan de ministers stelt. (Gelach)
De voorzitter. - Ik heb die discussie vooral gevoerd met de vorige minister van Justitie in de commissie voor de Justitie en tijdens plenaire vergaderingen, omdat ik vind dat er niet alleen een buitengewoon budget moet komen voor advocaten, maar ook voor andere medewerkers van justitie. Dat lijkt mij logisch.
(La séance est levée à 12 h 20.)