5-178COM

5-178COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 7 NOVEMBRE 2012 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la ministre de la Justice sur «le rapport du Conseil central de surveillance pénitentiaire sur le soutien et l'encadrement lamentables de ce conseil» (no 5-2495)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De minister nam enkele maanden geleden kennis van het verslag van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen, over de periode 2008-2011. Dat verslag maakt brandhout van de wijze waarop de CTRG moet werken en ook van de toepassing van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden.

Naar aanleiding van deze publicatie beloofde de minister een grondige denkoefening. Zowat alle betrokkenen, en niet het minst de gedetineerden, de geïnterneerden en hun onmiddellijke omgeving, hopen dat deze denkoefening zal leiden tot een grondige, meer nog, een radicale verbetering.

Het verslag besteedt aandacht aan de werkomstandigheden, de ondersteuning en de omkadering van de CTRG. In het verslag staan surrealistische situaties beschreven die hilarisch zouden zijn, als ze niet zouden getuigen van een intrieste en totaal onaanvaardbare werkelijkheid. Zo is er sprake van een defilé van onbekwame secretariaatsmedewerkers, het ontbreken van basisomkadering waardoor de CTRG in de cafetaria van de FOD Justitie moest vergaderen, het ontbreken van verplaatsings- en werkingsmiddelen voor de leden, die deze opdracht als vrijwilliger vervullen.

Het rapport velt dan ook een duidelijk en vernietigend oordeel: Justitie beschikt over een CTRG omdat het zo wordt verplicht, maar in de feiten worden de werkzaamheden geboycot en lijkt dit toezichtsorgaan enkel te bestaan om de internationale verplichting in te vullen. Harde woorden, die in het rapport omslachtig worden bewezen. De lawine aan ontslagen bewijzen systematisch de malaise waarin de raad verkeert. De laatste voorzitter, een bekend en alom gerespecteerd gerechtspsychiater, nam in mei jongstleden ontslag.

Hoe evalueert en apprecieert de minister de analyses, standpunten en kritieken van de CTRG, waarin wordt gesteld dat de raad niet over de minimale werkomstandigheden beschikt om de opdracht naar behoren uit te voeren. Beaamt de minister dat de CTRG gedurende maanden onwettig was samengesteld, onder andere door het ontbreken van een arts als lid? Geeft de minister toe dat de behandeling en de attitude van de FOD Justitie ten opzichte van de toezichtsraad een uiting is van misprijzen, ontkenning van relevantie en zelfs ronduit onbeleefdheid? Is de minister het ermee eens dat de werkomstandigheden totaal ongepast zijn en dat ze meteen aanpassingen moet opleggen die leiden tot een competente ondersteuning, verplaatsings- en werkingsmiddelen en een vrijwilligersvergoeding voor de vrijwilligers? Vindt de minister ook dat de CTRG alleen kan werken indien de FOD Justitie dit orgaan met het nodige respect, empathie en sympathie benadert?

Of beaamt de minister de stelling van de CTRG dat deze toezichtsraad enkel adequaat, duidelijk en ongeremd kan werken indien ze niet aan de uitvoerende, maar wel aan de wetgevende macht wordt gehecht? Zal de minister de leidende ambtenaren van de FOD Justitie, verantwoordelijk voor deze mistoestanden, hierop streng aanspreken en indien nodig negatief evalueren?

Is de minister bereid om met inzet, veel energie, goede wil en respect de CTRG een veelbelovende toekomst te geven? Zo ja, welke plannen heeft ze concreet en op welke termijn? Wanneer mag ik van de minister hieromtrent hoopvolle berichten ontvangen?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen is samengesteld uit maximaal twaalf personen: zes Nederlandstaligen en zes Franstaligen. Onder hen worden een voorzitter en vicevoorzitter aangesteld, elk van een verschillende taalrol. De Centrale Raad is samengesteld uit ten minste een advocaat, een criminoloog, een magistraat en een arts. De leden zijn aangesteld voor vijf jaar. Kandidaat-leden worden geselecteerd op basis van hun motivatie en ervaring.

De heer Paul Cosyns heeft op het moment dat hij zijn ontslag heeft ingediend kritiek geuit op het beleid ten aanzien van het gevangeniswezen. Hij was van mening dat er te weinig rekening werd gehouden met de aanbevelingen van de Centrale Raad en dat het orgaan op onvoldoende logistieke steun kon rekenen van de FOD Justitie. Ik heb het ontslag van de heer Cosyns in beraad gehouden en mijn beleidscel heeft hem ontvangen voor een open en constructief gesprek over de werking van de Centrale Raad. Ondanks de inspanningen die geleverd werden, blijft de heer Cosyns echter bij zijn standpunt en heb ik geen andere keuze dan zijn ontslag te aanvaarden. De Nationale Orde van geneesheren wordt nu gevraagd een nieuwe arts voor te stellen, zodat aan de wettelijke voorschriften inzake de samenstelling van de Centrale Raad wordt voldaan. Idealiter moet de Orde van Geneesheren ons een Nederlandstalige arts aanbevelen om de vereiste samenstelling in acht te nemen.

De FOD Justitie biedt wel degelijk steun aan de Centrale Raad. Dat gebeurt zowel op budgettair als op logistiek vlak. Sinds 2011 beschikt de Centrale Raad over een eigen budget van 100 000 euro. Dit budget werd vorig jaar en dit jaar opgenomen in het algemene budget voor Justitie. De Centrale Raad is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van deze financiële middelen. Ze betaalt hiermee in de eerste plaats de vervoerskosten van de leden van de lokale commissies van toezicht. Daarnaast kunnen ze met dit geld colloquia organiseren, budgetten toekennen aan de lokale commissies voor aankopen van boeken, het volgen van studiedagen en dergelijke meer.

De huidige regelgeving voorziet in een terugbetaling van de verplaatsingskosten voor de leden van de Centrale Raad en de toezichtscommissies. Onder bepaalde voorwaarden is eveneens voorzien in presentiegeld voor de secretarissen van de toezichtscommissies. Het toekennen van presentiegeld is misschien niet opportuun in de huidige toestand, aangezien cumulatie voor sommige leden, zoals magistraten, niet toegestaan is en men terechtkomt in een door het Gerechtelijk Wetboek strikt geregeld complex systeem van afwijking. Bovendien zou de toekenning van presentiegeld per lid, indien wordt uitgegaan van de hypothese van 108 leden van de toezichtscommissies en 12 leden van de Centrale Raad, dus 120 personen, op basis van tien zittingen per jaar, al 100 800 euro kosten. Het huidige totale budget van de Centrale Raad bedraagt echter maar 100 000 euro en de budgettaire ramingen voor 2013 zijn van dezelfde orde. Nu nemen de verplaatsingskosten de grootste hap uit het huidige budget.

De Centrale Raad maakt al jaren gebruik van de logistieke ondersteuning van de FOD Justitie. De raad beschikt over een bureau dat uitgerust is met het nodige materiaal, waaronder ICT-materiaal, en gebruikt maandelijks een vergaderzaal. De door de Centrale Raad georganiseerde studiedagen, zoals die studiedag van 4 oktober 2012, waarop meer dan 65 personen aanwezig waren, werden trouwens georganiseerd in de gebouwen van de FOD Justitie. Sinds begin mei 2012 beschikt de Centrale Raad ook over een voltijdse secretaris.

Het is vandaag dus niet correct om te spreken van een gebrek aan logistieke ondersteuning of een gebrek aan werkingsruimte. De FOD Justitie stelt alles in het werk voor het goed functioneren van de Centrale Raad en dit rekening houdend met de schaarse beschikbare middelen en de talrijke taken.

De FOD Justitie zou inderdaad, overeenkomstig de ter zake toepasselijke regelgeving, een plaatsvervangend secretaris voor de Centrale Raad moeten aanwijzen. Er is een oproep tot kandidaatstelling gedaan in september 2012, maar tot nog toe zonder het verhoopte succes. Deze persoon zou moeten worden aangeworven onder het personeel dat reeds bij de FOD Justitie werkt, een werving via affectatiewijziging. De dienst Selectie van het Directoraat-Generaal P&O van de FOD Justitie heeft ons immers laten weten dat bij gebrek aan een budgettaire enveloppe geen oproep tot externe kandidaatstelling kan worden gedaan om deze functie in te vullen.

De overheveling van de Centrale Raad naar de Kamer van volksvertegenwoordigers blijft een mogelijkheid. De Centrale Raad heeft daartoe inderdaad voorheen reeds aanbevelingen opgesteld, in de zin dat de controleur niet meer zou afhangen van de gecontroleerde. Om dit te verhelpen en naar het voorbeeld van soortgelijke precedenten, onder meer de Commissie voor de naturalisaties en de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, heeft de Centrale Raad een werkgroep opgericht om een concreet voorstel voor te bereiden.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Er is volgens mij maar één zwak punt: dit antwoord werd wellicht opgesteld door de FOD Justitie, waarvan ik niet echt een kritische instelling verwacht.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Mijn kabinet en ikzelf hebben dit dossier intensief behandeld omdat we weten dat er problemen zijn. Op een bepaald moment was er geen ondersteuning meer. We hebben toen op ondersteuning aangedrongen, omdat voor zulke gevoelige thema's een neutrale onafhankelijke waakhond belangrijk is. Ook een minister heeft baat bij een goed toezichtsorgaan, dat bijvoorbeeld ook een partner kan zijn wanneer er bijvoorbeeld voor schrijnende situaties middelen moeten worden vrijgemaakt.

Op een bepaald moment heb ik de kredieten gedeblokkeerd. Ik heb ervoor gezorgd dat er iemand werd aangesteld en dat alles opnieuw functioneerde, zodat onze engagementen werden nageleefd.

Nu wil de voorzitter zijn ontslag geven. Ik houd het in beraad omdat ik vind dat er zo snel mogelijk iemand anders moet worden aangesteld. Die persoon moet zijn taak ter harte nemen en op een onafhankelijke manier de rol van waakhond kunnen spelen. Ik vergelijk het met het Comité P voor de politiediensten en met de Hoge Raad voor de Justitie. Ook voor het gevangeniswezen is er een orgaan nodig dat de gevangenissen regelmatig bezoekt, dat de zaken door een andere bril bekijkt dan de administratie en dat aanbevelingen doet.

De heer Anciaux beweert dat het antwoord door de FOD Justitie werd opgesteld, maar ik weet waar de knopen zitten. En laat het dus duidelijk zijn: ik wil een centrale toezichtsraad die functioneert.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het bijkomend antwoord van de minister en haar lichaamstaal stellen me gerust.