5-78 | 5-78 |
Mevrouw Fatma Pehlivan (sp.a). - Seksueel geweld op vrouwen is geen uitzondering in ons land. De statistieken zijn hallucinant. Jaarlijks vinden er tussen de 230 en 300 groepsverkrachtingen plaats. Dat zijn er circa vijf per week. Zulks blijkt uit cijfers die minister van Binnenlandse Zaken Milquet zelf vrijgaf.
Volgens Liesbet Stevens, expert seksueel strafrecht aan de Katholieke Universiteit Leuven, liggen de werkelijke cijfers nog veel hoger. Uit schaamte en schrik durven vele slachtoffers namelijk vaak geen aangifte te doen. Bovendien hebben ze nog al te vaak de neiging om de schuld bij zichzelf te leggen.
Vaak worden groepsverkrachtingen in verband gebracht met criminele bendes in Brussel, maar uit de cijfers blijkt dat het fenomeen algemener is dan wordt aangenomen. Van de 232 groepsverkrachtingen in 2011 vonden er `slechts' 50 plaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het fenomeen doet zich dus eveneens in andere steden voor.
Problematisch is ook dat de daders van verkrachtingen vaak onbekend blijven. Internationaal onderzoek toont aan dat ons land zeer middelmatig scoort in het aantal aangiftes van verkrachting die daadwerkelijk tot een veroordeling leiden. De DNA-databank zou daar verandering in kunnen brengen.
In haar beleidsnota kondigt de minister aan dat ernstige feiten, zoals groepsverkrachting, zullen worden geïntegreerd in een omvattend en ambitieus strategisch plan voor de bestrijding van geweld op vrouwen. Ook stelt ze maatregelen in het vooruitzicht die moeten leiden naar een hogere vervolgingsgraad, een strengere bestraffing en een betere behandeling en follow-up van daders van seksueel geweld.
Ik blijf echter op mijn honger. In het Nationaal Veiligheidsplan zou de minister verkrachting als een absolute prioriteit opnemen, maar in het Veiligheidsplan 2012-2015 vind ik dit slechts in heel beperkte mate terug.
Wat is de stand van zaken van het aangekondigde strategisch plan voor de bestrijding van geweld op vrouwen? Welke concrete stappen zijn er al gedaan voor een hogere vervolgingsgraad, een strengere bestraffing en een betere behandeling en follow-up van de daders?
De Senaat houdt volgende week hoorzittingen over het DNA-onderzoek in strafzaken. Werd er in dit dossier samengewerkt met de minister van Justitie en is er al vooruitgang inzake de uitbreiding van de DNA-gegevensbank?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Op mijn verzoek werd intrafamiliaal geweld en geweld tegen vrouwen uitdrukkelijk als prioriteit in het Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 opgenomen. Het doel van het Nationaal Veiligheidsplan is om elke aantasting van de fysieke integriteit, dus ook collectieve verkrachtingen, zo goed mogelijk af te handelen. In samenspraak met de magistratuur werkt de politie draaiboeken uit of past ze aan. Dat is al gebeurd voor de thematiek `verdacht overlijden'. Dezelfde aanbevelingen zijn ook voor verkrachtingen relevant. Het draaiboek werd intussen rondgedeeld en meermaals op studiedagen en opleidingen besproken. Bovendien wordt op dit ogenblik naar aanleiding van het onderzoek naar Annick Van Uytsel een draaiboek uitgewerkt voor grootschalige onderzoeken van geweldmisdrijven.
Ook werden de diensten van de federale gerechtelijke politie meermaals attent gemaakt op alle aspecten van een gedegen onderzoek van dergelijke criminaliteit: afstapping ter plaatse, informatiebeheer, taakverdeling, leiding, coördinatie, enzovoort.
Het nationaal actieplan ter bestrijding van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld wordt momenteel geactualiseerd en aangevuld met nieuwe acties. Dit plan beoogt onder meer de evaluatie van de set seksuele agressie door Justitie.
Een vergadering daaromtrent met alle vertegenwoordigers van de betrokken ministers van de federale, de regionale en de gemeenschapsregeringen is volgende week gepland op mijn kabinet.
In de politieopleidingen wordt veel aandacht aan dit thema besteed, met inbegrip van verkrachtingen. Het gaat van slachtofferonthaal over opsporing tot slachtofferbejegening.
Wat betreft de vervolging, bestraffing en controle van daders verwijs ik naar mijn collega van Justitie, voor wie het thema fysiek geweld eveneens prioritair is.
Mevrouw Fatma Pehlivan (sp.a). - Ik dank de minister voor haar antwoord, maar het is geen antwoord op mijn vraag. De vraag ging immers specifiek over groepsverkrachtingen. Vorige week verscheen daarover een groot artikel en waren er getuigenissen van jonge vrouwen die trauma's hebben opgelopen. In het nationaal actieplan vind ik daarover niets terug.
Groepsverkrachtingen zijn een echt probleem. Hoe zal de minister dat aanpakken? Is er sensibilisering? De cijfers zouden zelfs veel hoger liggen dan vijf groepsverkrachtingen per week. We kunnen dit probleem niet minimaliseren. Ik weet overigens niet of de slachtoffers geholpen zijn met een draaiboek. Er zal veel meer nodig zijn dan wat de minister heeft vermeld.
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - De vragen van mevrouw Pehlivan vallen ook onder de bevoegdheid van Justitie. Ik spreek over mijn eigen bevoegdheden. We bereiden natuurlijk ook andere maatregelen voor, waaronder sensibiliseringscampagnes en preventiemaatregelen. Die ressorteren eveneens onder de bevoegdheden van Justitie, met name de procureurs-generaal. Mijn bevoegdheden in dat verband zijn tamelijk beperkt. Het is niet alleen een zaak van politie, maar ook van Justitie, opsporing en preventie.
Het nieuwe plan omvat een aantal maatregelen, maar ik kan ze hier niet allemaal toelichten, aangezien sommige van die maatregelen onder de bevoegdheid van mijn collega's vallen. Ik herhaal, vele vragen vallen onder de bevoegdheid van de minister van Justitie.
Mevrouw Fatma Pehlivan (sp.a). - In haar bevoegdheid van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen heeft de minister het Nationaal Actieplan aangekondigd. Ik vind er maar één paragraaf over de aanpak van deze problematiek in terug. Ik had veel meer maatregelen in het actieplan verwacht en daarom heb ik mijn vraag tot haar gericht.
De vragen over de DNA-onderzoeken zal ik aan de minister van Justitie stellen.