5-76

5-76

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 18 OKTOBER 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de minister van Landsverdediging over «de mogelijke deelname van België aan de NAVO-ondersteuning van Turkije in het conflict in Syrië» (nr. 5-670)

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Al enkele weken is het onduidelijk of het conflict tussen Turkije en Syrië verder zal escaleren. De kans is reëel dat de Turkse regering alsnog een militaire confrontatie zal aangaan met de Syrische autoriteiten. De berichtgeving leert ons dat er nog geen troepen de grens zijn overgestoken, maar dat er over de grenzen heen toch verschillende beschietingen plaatsvonden en dat aan beide kanten militaire apparatuur in gereedheid wordt gebracht.

De secretaris-generaal van de NAVO, Anders Rasmussen, liet ondertussen ook weten dat de NAVO alle nodige plannen klaar heeft om lidstaat Turkije te beschermen als dat nodig blijkt. Alle NAVO-leden zijn verplicht elkaar bij te staan indien één van de NAVO-leden wordt aangevallen. Het gaat om artikel 5 van het NAVO-verdrag.

In De Standaard konden we ook lezen dat minister Reynders tijdens zijn bezoek aan de vluchtelingenkampen in Turkije liet weten dat hij blijft inzetten op de `bevrijde zones' die de rebellen vooral in het noorden al konden innemen, en dat we hun misschien wapens konden leveren, al voegde hij eraan toe dat het daar nu nog te vroeg voor is. Wanneer er een "echte autoriteit" in de bevrijde zones is, zo stelde hij, wordt voor hem ook steun van buitenlandse militairen, liefst uit de regio, mogelijk. Maar ook Belgische militairen zijn volgens de minister een optie, bijvoorbeeld voor opleiding of logistiek.

België is lid is van de NAVO; volgens mij is de minister van defensie dan ook de aangewezen persoon om enkele vragen over militaire steun aan Turkije te stellen.

Is ons land inderdaad van plan om militaire steun te bieden als de NAVO-partners ons daarom vragen? Is daarover in de regering al gesproken? Wat is het regeringsstandpunt daaromtrent? Zoals we in Afghanistan en in Libië hebben gezien, kan een conflict heel snel escaleren.

De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - De vraag van mevrouw Talhaoui gaat over de NAVO-ondersteuning van Turkije in het conflict in Syrië. De vraag was iets langer dan ik had verwacht. Mijn antwoord zal kort zijn. Ik zou mij er gemakkelijk kunnen vanaf maken door te zeggen dat die vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken moet worden gesteld, maar we kunnen het ook iets ruimer bekijken.

Een inzet van Belgische militairen in het kader van een NAVO-opdracht, op grond van artikel 4 en/of artikel 5 van het NAVO-Verdrag, moet uiteraard gebeuren nadat de Belgische regering een officieel verzoek daartoe van de NAVO heeft ontvangen. Dat is tot op heden niet gebeurd.

Bovendien moet ook de Ministerraad akkoord gaan om een dergelijke operatie in gang te zetten en een engagement aan te gaan. Ook dat is op dit moment niet gebeurd.

Dat bleek ook uit de besluiten van de NAVO-Top vorige week.

Wanneer de internationale gemeenschap op of aan de grens van het Syrische grondgebied een militaire of humanitaire actie wil organiseren, moet eerst een resolutie in de Verenigde Naties worden goedgekeurd.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Ik stelde de vraag omdat een situatie soms snel kan escaleren. Ik weet ook wel dat officieel geen verzoek aan België werd gericht en dat er nog discussies lopen in de VN. Desalniettemin hoop ik dat de regering al nadenkt over het antwoord dat ze zal geven, als de vraag ooit zou worden gesteld. Ik hoop vooral dat we niet in een hachelijk avontuur worden meegesleept.