5-1353/4 | 5-1353/4 |
2 AUGUSTUS 2012
De RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, eerste vakantiekamer, op 4 juli 2012 door de voorzitter van de Senaat verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een wetsvoorstel « houdende wijziging van artikel 125 van de programmawet (I) van 27 december 2006, om asbestslachtoffers de mogelijkheid te geven een vordering in te stellen tot het bekomen van een integrale schadevergoeding jegens de aansprakelijke derde » (Parl. St. Senaat 2011-2012, nr. 5-1353/1), heeft het volgende advies gegeven :
Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.
Dat onderzoek geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
De kamer was samengesteld uit
De heer J. BAERT, staatsraad, voorzitter,
De heren J. CLEMENT en P. BARRA, staatsraden,
De heer L. DENYS, assessor van de afdeling Wetgeving,
Mevrouw M. VERSCHRAEGHEN, toegevoegd griffier.
Het verslag werd uitgebracht door mevrouw A. SOMERS, auditeur.
De griffier, | De voorzitter, |
M. VERSCHRAEGHEN. | J. BAERT. |