5-73

5-73

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 12 JULI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de eerste minister over «het standpunt van de regering over de veiligheidssituatie in Afghanistan» (nr. 5-657)

De voorzitter. - Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, antwoordt.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Ik had mijn vraag uitdrukkelijk aan de premier gesteld. Ik heb mevrouw De Block haar inschatting van de veiligheidssituatie in Kaboel al in de media horen verkondigen, maar van Buitenlandse Zaken heb ik daarover heel andere signalen gekregen. Daarom wilde ik aan de premier vragen hoe het eigenlijk met de veiligheidssituatie is gesteld. Blijkbaar heeft hij geen zin om op die vraag een antwoord te komen geven. Ik betreur dat ik dat nu pas verneem. Indien mijn vraag vooraf tot een vraag aan mevrouw De Block was omgezet, dan hadden we misschien een minidebat kunnen houden. Quod non.

Ik ben verward over de veiligheidssituatie in Afghanistan. De staatssecretaris en het departement Buitenlandse zaken zenden daarover zeer tegenstrijdige signalen uit.

Volgens het departement Buitenlandse Zaken is de veiligheidssituatie in Afghanistan uiterst problematisch. Alle Belgen wordt afgeraden om naar het land, inclusief Kaboel, af te reizen.

Volgens de staatssecretaris van Asiel en Migratie daarentegen is de situatie in Kaboel veilig genoeg om mensen ernaar uit te wijzen. Ze voegt er nog aan toe dat het in België - ik laat in het midden welk deel van België - toch ook niet altijd veilig is. Laten we ernstig blijven: Afghanistan is een land in oorlog, een land waarmee België zelfs oorlog voert - al noemen we dat niet zo, maar we sturen er wel F-16's naartoe.

Toch stuurt de staatssecretaris nog altijd mensen terug naar dat land, zelfs kwetsbare personen, zoals niet-begeleide jonge mensen. Dat is in strijd met de internationale verplichtingen die bepalen dat niemand gedwongen kan worden teruggestuurd naar een land waar hij of zij gevaar loopt.

Mevrouw De Block heeft de afgelopen dagen meermaals geponeerd dat `de wet de wet is'. In dit geval wordt de wet echter zeer verschillend geïnterpreteerd.

Mijn vragen waren aan de premier gericht, maar ik veronderstel dat mevrouw De Block in naam van de hele regering antwoordt.

Welke interpretatie over de veiligheidssituatie in Afghanistan is de juiste: die van het departement Buitenlandse Zaken of die van de administratie voor Asiel en Migratie?

Vindt de premier het verantwoord om kwetsbare jongeren gedwongen naar Afghanistan uit te wijzen?

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Mevrouw Piryns heeft haar vraag inderdaad aan de premier gesteld. Die heeft mij gevraagd namens de regering te antwoorden.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om deze complexe problematiek toe te lichten. De tegenstrijdigheid die mevrouw Piryns meent te ontwaren tussen het reisadvies van Buitenlandse Zaken en het asielbeleid komt voort uit het feit dat ze twee zaken vergelijkt die essentieel verschillen.

Buitenlandse Zaken raadt in zijn reisadvies de modale Belg af om als toerist naar Afghanistan te reizen. In het asielbeleid maken onafhankelijke instanties de afweging of een persoon, afkomstig uit Afghanistan, een reële nood aan bescherming heeft. Hierbij wordt met zeer veel aspecten rekening gehouden, zoals de regio waarvan de persoon afkomstig is. Ook worden de richtlijnen van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties gevolgd. Daarenboven is ons erkenningspercentage voor mensen uit Afghanistan uitzonderlijk hoog.

Dit hoge erkenningspercentage toont ook aan dat zowel het Commissariaat-generaal als de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de situatie zeer ernstig neemt. Noch het Commissariaat-generaal, noch de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen geeft reisadviezen. Zij beoordelen wel het wettelijke criterium voor de toekenning van een subsidiaire bescherming zoals bepaald in artikel 48/4, §2, c), van de Vreemdelingenwet. Hierbij houden zij rekening met de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan en in het bijzonder met het bestaan van een reëel risico op ernstige schade, in de zin van een ernstige bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het geval van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.

Het Commissariaat-generaal heeft voor Afghanistan dan ook een sterk onderbouwd beleid uitgewerkt, dat de Raad voor Vreemdelingebetwistingen heeft bevestigd. De situatie in Afghanistan wordt aan de hand van diverse bronnen beoordeeld. Bij de beoordeling van asielaanvragen wordt in de eerste plaats nagegaan of er redenen zijn om de aanvrager op grond van het dossier als vluchteling te erkennen. In tweede instantie wordt nagegaan of er redenen zijn om de subsidiaire beschermingsstatus toe te kennen, op grond van de richtlijnen van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen. Ook bij het Hoog Commissariaat is de beoordeling van de veiligheidssituatie afhankelijk van de regio van herkomst.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Groen staat ook voor een duidelijk asielbeleid, waarvan het terugkeerbeleid een belangrijk onderdeel is.

Mensen gedwongen uitwijzen naar een oorlogsgebied, waarvan alle rapporten van de Verenigde Naties zeggen dat de veiligheidssituatie er zwaar is achteruit gegaan, doet mij slechts concluderen dat de staatssecretaris het leven van een Belgisch toerist belangrijker vindt dan dat van een Afghaan, zelfs wanneer het gaat om een jongen die hier is geïntegreerd.