5-1711/1 | 5-1711/1 |
12 JULI 2012
De grensarbeiders die in de Europese Unie wonen en werken genieten het principe van het vrije verkeer krachtens diverse reglementeringen waarvan de doelstelling erin bestaat elke belemmering van hun mobiliteit tegen te gaan.
Daartoe werden verschillende overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belastingen ondertekend tussen België en andere landen om een dubbele belasting te vermijden en om regels in te voeren voor administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen om de fiscale verplichtingen van de betrokken landen zo goed mogelijk te kunnen naleven.
In de praktijk bemoeilijkt de toepassing van de belastingregelingen van verschillende landen evenwel de situatie en de problemen van de betrokken belastingplichtigen, ongeacht of ze nog werken of gepensioneerd zijn.
Dat is inzonderheid het geval van duizenden belastingplichtigen die een pensioen ontvangen van de Duitse Staat en die sedert kort in Duitsland belast worden op die pensioenen. Zij vinden die complexe procedures onrechtvaardig.
Die situatie vloeit voort uit een recente evolutie van het Duitse recht.
Sedert 2005 heeft Duitsland beslist zijn recht uit te oefenen op het heffen van belastingen op de in het buitenland uitbetaalde pensioenen, dat werd toegekend door artikel 19 van de overeenkomst tot het vermijden van dubbele belastingen die België en Duitsland in 1967 hebben ondertekend. Sedert 2010 worden de betrokken gepensioneerden die in België wonen, gevraagd een belastingaangifte in te dienen, met terugwerkende kracht tot 2005.
In principe houdt Duitsland geen rekening met de gezamenlijke inkomsten van de gepensioneerde grensarbeiders, noch met de gezinssituatie van de gepensioneerde, en wordt de aanslag volgens het Duitse recht op individuele basis gevestigd, waarbij geen rekening gehouden wordt met enige vrijstelling of aftrek.
De belastingen op de Duitse inkomsten van Belgische gepensioneerden die onderworpen zijn aan een beperkt belastingstatuut stijgen daardoor automatisch tot gemiddeld 25 %, waarbij geen rekening wordt gehouden met hun totale draagkracht.
Op verzoek en voor zover hun inkomsten niet meer bedragen dan 8 004 euro bruto per jaar (2011), kunnen deze gepensioneerden onderworpen worden aan de regeling van de onbeperkte belastingplicht, waardoor ze fiscale voordelen kunnen genieten en vrijgesteld kunnen worden voor een gedeelte van de Duitse inkomsten, in verhouding tot hun niet-Duitse inkomsten.
Tal van gepensioneerde grensarbeiders die onder de regeling van de onbeperkte belastingplicht zouden kunnen vallen, kennen die mogelijkheid echter niet en hebben dikwijls geen toegang tot de noodzakelijke formulieren.
De indiener van het voorstel van resolutie meent dat de belastingprocedures dringend moeten worden aangepast zodat de gepensioneerden in België effectief de regeling van de onbeperkte belastingplicht kunnen genieten waarop ze recht hebben.
Daarom vraagt hij de regering :
— de gepensioneerde grensarbeiders beter in te lichten over de uitoefening van hun fiscale rechten in een derde land, meer bepaald wat de regeling van de onbeperkte belastingplicht in het Duitse recht betreft;
— de Duitse regering te vragen de bestaande procedure te bestuderen en eventueel te wijzigen, opdat de Belgische gepensioneerden die een Duitse rente ontvangen hun rechten op de meest gunstige regeling kunnen doen gelden, namelijk de regeling van de onbeperkte belasting;
— de Belgische belastingadministratie te verplichten de Belgische belastingplichtigen actief te helpen om de Duitse formulieren in te vullen die nodig zijn om de regeling van de onbeperkte belastingplicht te kunnen genieten;
— na te gaan in welke mate de Duitse Staat het Europees recht eerbiedigt en meer bepaald het beginsel van non-discriminatie en gelijke behandeling van werknemers die zich op het grondgebied van de Europese Unie verplaatsen en, eventueel een vordering in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie
— de Belgische administratie te vragen de door de adhoc-werkgroep genoemde gevallen van dubbele belastingheffing te analyseren en in dat verband de mogelijkheid na te gaan om opnieuw te onderhandelen over artikel 18 van de overeenkomst tot het voorkomen van dubbele belasting die België en Duitsland hebben gesloten.
Louis SIQUET. |
De Senaat,
A. Gelet op de overeenkomst tot het voorkomen van dubbele belasting die België en Duitsland in 1967 hebben gesloten,
B. Gelet op de verordening nr. 1612/68 die het principe van non-discriminatie en gelijke behandeling bevestigt van de werknemers die zich binnen de Europese Unie verplaatsen,
C. Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB 1992) waarvan artikel 35 bepaalt dat de pensioenen die aan beide echtgenoten samen worden toegekend, worden beschouwd als inkomsten van iedere echtgenoot in verhouding tot de persoonlijke rechten die iedere echtgenoot in die pensioenen heeft opgebouwd,
D. Overwegende dat tal van gepensioneerde grensarbeiders die de regeling van de « onbeperkte belastingplicht » kunnen genieten, die mogelijkheid niet kennen en dikwijls geen toegang hebben tot de vereiste formulieren,
E. Overwegende dat er dringend voor moet worden gezorgd dat de gepensioneerde grensarbeiders effectief toegang krijgen tot de regeling van de onbeperkte belastingplicht waarop ze recht hebben,
Vraagt de regering :
1. De informatie voor de gepensioneerde grensarbeiders met betrekking tot de uitoefening van hun fiscale rechten in een derde land te verbeteren, meer bepaald met betrekking tot de onbeperkte belastingplicht;
2. De Duitse regering te vragen de bestaande procedure te analyseren en eventueel te wijzigen om het de Belgische gepensioneerden die een Duitse rente ontvangen, mogelijk te maken hun rechten op het meest gunstige belastingstelsel te doen gelden, namelijk het stelsel van de onbeperkte belasting;
3. De Belgische belastingadministratie te verplichten de Belgische onderdanen actief te helpen om de Duitse formulieren in te vullen die nodig zijn om de regeling van de onbeperkte belastingplicht te genieten;
4. Na te gaan in welke mate de Duitse Staat het Europese recht naleeft, inzonderheid het beginsel van non-discriminatie en gelijke behandeling van werknemers die zich op het grondgebied van de Europese Unie verplaatsen en, eventueel, een rechtsvordering in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie;
5. De Belgische administratie te vragen de gevallen van dubbele belasting die werden aangehaald door de adhoc-werkgroep over de problematiek van de belastingregeling van toepassing op door Belgen geïnde buitenlandse pensioenen, te analyseren en na te gaan of het mogelijk is opnieuw te onderhandelen over artikel 18 van de overeenkomst tot het voorkomen van dubbele belasting die België en Duitsland hebben gesloten.
25 mei 2012.
Louis SIQUET. |