5-70 | 5-70 |
De heer Danny Pieters (N-VA). - Er wordt opnieuw gestaakt in de gevangenissen van Sint-Gillis en Leuven. De stakingen van de cipiers jagen de lokale politie op kosten, maar hebben ook een ander merkwaardig gevolg. Sommige gevangenen hebben het geluk om te mogen werken in de gevangenis. Dat is eigenlijk een voorrecht, want er is niet genoeg werk voor alle gevangenen. Gedetineerden die ten gevolge van een staking van de cipiers niet kunnen werken, blijken recht te hebben op een soort van werkloosheidsvergoeding. Die regeling werd in 2004 door toenmalig minister van Justitie Onkelinx ingevoerd en verbijstert me enigszins, omdat die uitkering geen enkel sociaal doel dient. Bovendien zouden volgens deze logica alle andere werkwillige gedetineerden die in de gevangenissen geen werk krijgen, recht hebben op een uitkering. Men zou zelfs kunnen zeggen dat op die manier de stakingen van de cipiers worden gesubsidieerd.
Wordt het besluit van minister Onkelinx in de praktijk toegepast? Bestaat er een rechtsgrond voor de uitkeringen? Is de minister van plan om de regeling te behouden?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De regelgeving betreffende de technische werkloosheid van gedetineerden bestaat inderdaad en wordt ook toegepast. In 2011 heeft de Regie van de gevangenisarbeid 10 000 euro betaald aan gedetineerden die wegens een personeelsstaking niet hebben kunnen werken. Dat bedrag vertegenwoordigt 0,06% van de totale omzet van de Regie, die 16 miljoen euro per jaar bedraagt. Op dit ogenblik bestaan er geen plannen om het systeem te herzien, maar mijn administratie heeft wel een voorstel uitgewerkt om in de basiswet duidelijk op te nemen dat gevangenisarbeid niet onder een arbeidsovereenkomst valt. Met deze verduidelijking is de discussie die senator Pieters opwerpt, definitief gesloten.
De heer Danny Pieters (N-VA). - Het antwoord is naast de zaak. De uitkeringen zijn hoe dan ook niet gebaseerd op de werkloosheidsverzekering. Of er al dan niet een arbeidsovereenkomst bestaat, is niet ter zake. De minister antwoordt evenmin op de wat de rechtsgrond is voor de huidige regeling en of er een sociale bestaansreden is. In dat laatste geval dient de minister de uitkering uit te breiden tot alle werkwillige gedetineerden voor wie er geen arbeid is.