5-68 | 5-68 |
Mevrouw Inge Faes (N-VA). - Mevrouw de minister, gisteren vernam ik dat u meer geld voor Justitie wil. Volgens ons een terechte vraag, want uw departement heeft dringend nood aan extra investeringen. Over hoe dat extra geld er moet komen, was u echter heel vaag. Alsof creativiteit alleen voldoende zou zijn om extra middelen te vinden. Het is bovendien gemakkelijk te zeggen dat u een goed functionerend Justitiedepartement wil, dat bovendien nog geld in het laatje brengt, zonder erbij te vermelden hoe u dat denkt te verwezenlijken.
Ik wacht met andere woorden nog altijd op uw plan om de werking van Justitie echt te verbeteren. Ik wacht nog altijd op een plan dat verdergaat dan de steekvlampolitiek omtrent de strafuitvoering in de zaak Belkacem. We wachten op een plan dat in middelen voorziet voor een modern opsporingsonderzoek en een duidelijk statuut en verloning voor gerechtsdeskundigen.
De meeropbrengsten van Justitie in kaart brengen zou een begin van plan kunnen zijn. In de toelichting bij uw beleidsnota legde u immers de nadruk op het feit dat Justitie over een welbepaald budget beschikt waarmee u het moet doen, maar dat u in het regeerakkoord liet optekenen dat, ingeval u kon zorgen voor meerinkomsten, een deel ervan zou terugvloeien naar Justitie.
Heeft u een idee van de omvang van deze meerinkomsten? Justitie int immers tal van bedragen: minnelijke schikkingen, geldboetes, verbeurdverklaringen, onmiddellijke inningen, bijdragen in fondsen en gerechtskosten in strafzaken. Weet u hoeveel hiervan terugvloeit naar het departement Justitie?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik leid het departement Justitie vanuit de overtuiging dat een goede werking van justitie ook opbrengsten kan genereren voor de overheid. Daarom wil ik de uitgaven zo efficiënt mogelijk besteden door te investeren in projecten die een terugverdieneffect teweegbrengen, de inkomsten zo goed en zo efficiënt mogelijk te innen, en een en ander beter te volgen bij de FOD Financiën en ook te besparen op uitgaven die onverantwoord zijn of geen meerwaarde aan Justitie opleveren.
De uitgaven zijn momenteel onder controle en tijdens de vorige budgetcontrole heb ik via Optifed extra geld gekregen om bestaande projecten te maximaliseren.
Op de inkomsten heb ik een minder goed zicht, omdat de gewestelijke ontvangers van de FOD Financiën instaan voor de inning ervan. Ondertussen probeer ik ook in mijn eigen departement meer statistisch materiaal te verzamelen. Denk maar aan de cijfers die het COIV, het Centraal Orgaan voor Inbeslagname en Verbeurdverklaring, heeft geleverd. Daaruit konden we besluiten dat het meer inkomsten zou genereren in 2012.
Ten slotte wil ik ook met de Optifed-projecten meer rationalisaties verwezenlijken, in de ruime zin van het woord. Dat betekent dat de straffeloosheid wordt aangepakt maar ook het financieel beheer of de sociale vrede.
Voor de toekomst ben ik ervan overtuigd met beter cijfermateriaal de `onderneming' Justitie efficiënter en optimaler te kunnen doen draaien. Dat is een gezamenlijk project van mijn beleidscel, de regering en mijn administratie.
Ik ga in ieder geval voort met mijn plan inzake de strafuitvoering, dat volgende week door het kernkabinet wordt besproken. Daarna zal ik het uiteraard ook aan het Parlement voorstellen. Ik volg daarvoor verschillende denksporen; sommige daarvan kwamen al meermaals ter sprake in antwoord op vragen in de Senaat, andere heb ik daar recent aan toegevoegd.
Mevrouw Inge Faes (N-VA). - Mevrouw de minister, met dit antwoord blijft u al even vaag als wat u via de pers hebt bekendgemaakt. Ik weet nog altijd niet hoeveel of wat u precies gaat vragen.
Uiteraard juich ik toe dat u initiatieven neemt, maar dat u uitgerekend het COIV als voorbeeld aanhaalt is eigenlijk pijnlijk, aangezien de ambtenaren daar al blij zijn dat ze kunnen beschikken over een boekhoudprogramma waarmee ze hun inkomsten kunnen boeken.
Ik las vandaag in een Franse publicatie dat u de kwestie van de verloning van de deskundigen in de schoenen schuift van uw voorganger. Dat is bijzonder jammer, want het is hoog tijd dat problemen die er vandaag zijn bij de FOD Justitie, worden aangepakt. Ik stel vast dat dit nog altijd niet gebeurt en dat u uw beleid baseert op een paar gevallen. Ik vind dat heel spijtig.
(La séance, suspendue à 17 h 05, est reprise à 20 h 10.)
(Mme Sabine de Bethune, présidente, prend place au fauteuil présidentiel.)