5-65

5-65

Sénat de Belgique

Annales

MARDI 19 JUIN 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Proposition de loi portant diverses modifications du Code électoral et de la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen pour les élections de la Chambre des représentants et du Parlement européen et modifiant les lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative (de MM. Wouter Beke, Philippe Moureaux et Bert Anciaux, Mme Christine Defraigne, MM. Bart Tommelein et Marcel Cheron, Mme Freya Piryns et M. Francis Delpérée, Doc. 5-1560)

Proposition de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde (1) (de MM. Bart Laeremans, Yves Buysse, Jurgen Ceder et Filip Dewinter et Mme Anke Van dermeersch ; Doc. 5-15)

Proposition de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde (2) (de MM. Bart Laeremans, Yves Buysse, Jurgen Ceder et Filip Dewinter et Mme Anke Van dermeersch ; Doc. 5-16)

Proposition de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde (de Mme Liesbeth Homans, M. Piet De Bruyn, Mme Lieve Maes et M. Karl Vanlouwe ; Doc. 5-438)

Proposition de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde (de Mme Liesbeth Homans, M. Piet De Bruyn, Mme Lieve Maes et M. Karl Vanlouwe ; Doc. 5-439)

Proposition de loi modifiant les lois électorales en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde et d'instaurer un système de pool de voix par groupe linguistique dans la circonscription électorale de Bruxelles (de MM. Bart Laeremans et Yves Buysse, Mme Anke Van dermeersch et M. Filip Dewinter ; Doc. 5-1254)

Proposition de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde (de MM. Bart Laeremans et Yves Buysse, Mme Anke Van dermeersch et M. Filip Dewinter ; Doc. 5-1255)

Proposition de révision de l'article 63 de la Constitution (de MM. Philippe Moureaux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux, Marcel Cheron, Bart Tommelein et Francis Delpérée et Mme Freya Piryns ; Doc. 5-1561)

Proposition d'insertion d'un article 168bis dans la Constitution (de MM. Alexander De Croo, Philippe Moureaux et Dirk Claes, Mme Christine Defraigne, MM. Bert Anciaux et Marcel Cheron, Mme Freya Piryns et M. Francis Delpérée ; Doc. 5-1562)

Suite de la discussion générale

De heer Alexander De Croo (Open Vld). - Ik moet zeggen dat dit voor mij een speciaal moment is, niet zozeer omdat het onderwerp toch wel enigszins en niet ongewild met mij verbonden is, maar ook omdat het de eerste keer is dat ik deze assemblee toespreek.

De voorzitster. - Ik feliciteer u met uw maidenspeech, mijnheer De Croo.

(Applaudissements)

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Nochtans zetelt u toch al twee jaar in de Senaat, mijnheer De Croo?

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Uw voorzitter hebben we zelfs nog niet gehoord, mijnheer Vanlouwe.

De heer Alexander De Croo (Open Vld). - Toch wel, één keer, geloof ik.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Het onderwerp dat we vandaag bespreken vindt de N-VA-voorzitter blijkbaar niet belangrijk genoeg.

De heer Alexander De Croo (Open Vld). - Blijkbaar heeft mijn maidenspeech alleszins de aandacht aangescherpt, waarvoor dank.

Ik ben niet iemand die woorden als historisch gemakkelijk gebruikt, maar ik wil toch kort de chronologie van de BHV-geschiedenis overlopen. Verschillende politieke generaties hebben gepoogd dit probleem op te lossen. Dat begint bij de eerste staatshervorming, de grondwetsherziening van 1970. Toen is dat niet gelukt. Ook bij de onderhandelingen van Egmont-Stuyvenberg van 1977-1978 is BHV niet gesplitst. Bij de Sint-Michielsakkoorden van 1992 blijft het dossier in de diepvries en in de vijf resoluties die het Vlaams Parlement in maart 1999 heeft goedgekeurd, wordt er over BHV niet gesproken. In 2005 zijn er enkele pogingen die helaas ook zijn gestrand en na de verkiezingen van 2007 slaagt de formateur er niet in om bij de regeringsvorming een oplossing voor BHV te vinden.

Mij is het er vandaag niet om te doen de voorgaande generaties daarover een verwijt te maken. Ik wil alleen duidelijk maken dat dit politiek probleem geen bagatel is, maar een belangrijke politieke kwestie. Ik vind het dan ook bijzonder stuitend dat collega's die van deze kwestie een belangrijk punt in hun partijprogramma hadden gemaakt, niet hebben deelgenomen aan de werkzaamheden van de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden noch aan de plenaire vergadering. Dit dossier heeft meer dan vijftig jaar het politiek leven in ons land verlamd.

(Applaudissements)

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mijnheer De Croo, wees eerlijk: het is vandaag de eerste keer sinds u verkozen bent dat u het woord neemt in de plenaire vergadering. U moet toch erkennen dat de leden van de N-VA-fractie intens hebben deelgenomen aan de discussies in de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden. U zult vermoedelijk zelfs gezien hebben dat wij de taken onder de leden van onze fractie hebben verdeeld. Tot spijt van wie het benijdt vormt de N-VA nog altijd de grootste fractie in de Senaat en in de Kamer.

De meerderheid heeft de problematiek van BHV op een bepaald ogenblik in clusters opgesplitst. Daarop hebben wij de taken verder verdeeld onder collega Pieters, Broers en mezelf. In de commissieverslagen kunt u zien dat wij veel meer aan de discussies hebben deelgenomen dan de leden van de fractie van Open Vld. Als het gaat over de deelname aan de discussies over dit thema, hebt u volgens mij dan ook geen recht van spreken.

De heer Alexander De Croo (Open Vld). - Alle respect voor de heer Vanlouwe, maar ik stel vast dat de politieke leiding van zijn partij compleet afwezig gebleven is in dit dossier. Een aantal leden van zijn fractie zijn daarin zeer actief geweest, maar ik vraag mij af waar de heer De Wever gebleven is in dit hele debat. Ik dacht dat het een belangrijk thema was, dat het één van de grote verwezenlijkingen is, en als hij kritiek heeft, had ik die graag in de commissie of vandaag hier gehoord.

De heer Wouter Beke (CD&V). - Je kan niet tegelijk lijsttrekker zijn in elke gemeente, voortdurend in een bus van stad tot stad rijden om te zeggen dat Bart De Wever de kracht van de verandering is in de 308 gemeenten, de virtuele lijsttrekker in heel Vlaanderen zijn en tezelfdertijd opkomen voor de thema's waarmee je de verkiezingen gewonnen hebt en waarvoor je een mandaat gekregen hebt, namelijk een staatshervorming en Brussel-Halle-Vilvoorde. Die twee zaken kan je niet combineren. Dus begrijp ik dat de lijsttrekker, de grote man van de N-VA, hier vandaag niet is, en ik vraag daar enige clementie voor.

De heer Alexander De Croo (Open Vld). - Wat de heer Beke zegt, is natuurlijk zeer pertinent. Mijn gemeente hangt ook vol met affiches van de heer De Wever. Ik zou hem willen welkom heten in mijn gemeente, om het debat aan te gaan over de stadskernvernieuwing van Nederbrakel of over het geplande cultureel centrum. Het is echter moeilijk om dat debat te voeren, want de lokale kandidaat is compleet onzichtbaar.

De heer Huub Broers (N-VA). - Ik pleit schuldig voor de afwezigheid van Bart De Wever. Ik heb destijds altijd voor de affiches van Tindemans, Martens en Leterme gezorgd. Ik heb die populaire aanpak bij de N-VA ingevoerd.

De heer Danny Pieters (N-VA). - Het getuigt niet van elegantie om leden die niet aanwezig zijn aan te vallen, maar we willen het graag verdedigen.

De heer De Croo is blijkbaar geobsedeerd door onze partijvoorzitter. Hij, de heer Beke en anderen zeggen altijd dat wij een eenmanspartij zijn. Het spijt mij te moeten vaststellen dat ik volgens de heren Beke en De Croo niet tot de leiding van onze partij behoor - dat laat ik voor hun rekening - maar ik spreek wel namens onze partij.

De heer Alexander De Croo (Open Vld). - De heer Beke heeft de heer Schiltz geciteerd. Ik zou Jean-Luc Dehaene willen citeren. Toen wij in april 2010 geprobeerd hebben BHV te splitsen, heeft de heer Dehaene op een bepaald ogenblik de handdoek in de ring gegooid. Op dat ogenblik zijn de onderhandelingen de facto gestopt. In zijn persbericht stond onder andere het volgende: `in de opeenvolgende fases van de staatshervorming werd de basis van het compromis van 1970 steeds geëerbiedigd. De meerderheid kan haar wil niet aan de minderheid opleggen, maar de minderheid aanvaardt dat er moet onderhandeld worden. Ge dreigt mis te lopen als de minderheid weigert te onderhandelen'. In die passage is elk woord belangrijk. Iedereen moet willen onderhandelen, men mag zijn wil niet zomaar opdringen aan een minderheid. In april 2010 waren die voorwaarden jammer genoeg niet aanwezig om een akkoord te bereiken over BHV. Op dat moment is BHV de kiezel in de schoen van de regering Leterme geworden. Op allerlei domeinen zijn we er niet in geslaagd de hervormingen door te voeren die we op dat ogenblik hadden moeten doorvoeren.

Na de verkiezingen van 13 juni 2010 waren de voorwaarden om tot een akkoord te komen er echter wel: de Franstaligen waren bereid om te onderhandelen over BHV en om een oplossing te vinden voor de splitsing, en de Vlaamse partijen hadden van de kiezer een zeer duidelijk mandaat gekregen om tot een vergelijk te komen.

Jammer genoeg zagen we een heel jaar lang geen resultaat. Maandenlang deed men ons geloven dat er onderhandeld werd en uiteindelijk deed men ons geloven dat het compleet onmogelijk zou zijn om een oplossing te vinden voor dit probleem. Het was een mission impossible, werd er gezegd. Uiteindelijk bleek dat misschien zelfs het doel te zijn. Misschien wilden de onderhandelaars wel bewijzen dat het onmogelijk was om dit soort problemen in ons land op te lossen.

Pas vanaf het moment dat deze acht partijen aan tafel gingen zitten, is men de principes van Jean-Luc Dehaene gaan respecteren. De sleutel van de oplossing was de wil om te onderhandelen met respect voor alle partijen rond de tafel. Deze groep van acht partijen heeft het licht weer aangestoken in ons land. Zes maanden geleden was België immers het zwakke broertje van Europa. We werden in één adem met de PIGS-landen genoemd. Vandaag kijkt men op naar ons land. We zijn budgettair één van de sterkste landen in Europa en we behoren niet tot de landen die in de problemen verkeren. Het voorliggend BHV-akkoord is de dominosteen die die verandering in gang zette. Daardoor hebben we daarna ons budget in orde kunnen brengen. Daardoor hebben we daarna een asiel- en migratiebeleid kunnen voeren. Daardoor zullen we justitie kunnen hervormen. Dit was het begin en dit heeft bewezen dat beleid in ons land wel degelijk mogelijk is. Dat politiek kan leiden tot oplossingen en niet moet leiden tot het creëren van problemen.

Men wou ons doen geloven dat we leven in het land van de onmogelijkheid: BHV oplossen was onmogelijk met de liberalen aan tafel, een staatshervorming of een nieuwe financieringswet was onmogelijk met de Franstaligen aan tafel, een sociaaleconomisch akkoord was onmogelijk met liberalen en socialisten aan dezelfde tafel ...

Welnu, deze acht partijen hebben bewezen dat we niet in het land van de onmogelijkheid leven. Ze hebben bewezen dat we in het land van de mogelijkheid leven en dat dit goed is voor de Brusselaars, goed voor de Walen en goed voor alle Vlamingen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Zoals ik al zei is onze partij verheugd dat ze zich ertoe geëngageerd heeft om de zesde staatshervorming te helpen realiseren, met inbegrip van de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Groen verleent medewerking en steun aan de grondwetsherziening en de wijzigingen van de kieswetgeving die noodzakelijk zijn om die splitsing van BHV te realiseren, zoals tussen de partijen van de institutionele meerderheid is overeengekomen.

Samen met alle partijen van de institutionele meerderheid, realiseren wij nu hetgeen sedert meer dan vijftig jaar wordt gevraagd door alle Vlaamse partijen. Dat is iets waarover men zich moet verheugen, hoewel de N-VA daar anders over denkt. Het belang van de splitsing van de kieskring BHV moet misschien niet nog eens worden benadrukt, maar ik wil een aantal zaken toch even op een rijtje zetten.

Zoals iedereen weet wordt met de splitsing eindelijk gevolg gegeven aan het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 mei 2003. De kieskring werd in dat arrest ongrondwettig verklaard, en dat probleem wordt nu eindelijk opgelost. Het onderliggende probleem is ook bij iedereen bekend, namelijk het feit dat Brusselse kandidaten, veelal Franstalige Brusselse kandidaten, verkiesbaar waren in heel Halle-Vilvoorde.

Het BHV-dossier heeft het beleid op het federale niveau gedurende vele jaren herhaaldelijk gedomineerd. Het beleid werd erdoor verziekt en raakte er bij momenten totaal door verlamd. De kwestie heeft de federale regering gehinderd om de sociaaleconomische en financiële uitdagingen op een snelle en efficiënte manier aan te pakken.

De splitsing was noodzakelijk om in ons land opnieuw op een grondwettige manier federale en Europese verkiezingen te kunnen organiseren. Daarom ben ik ervan overtuigd dat het een goede zaak is dat de splitsing van de kieskring BHV vandaag eindelijk in de Senaat wordt besproken. Het wetsvoorstel en de voorstellen tot herziening van de Grondwet die nu voorliggen, zijn het resultaat van een onderhandelde oplossing. Zo'n onderhandelde oplossing was nodig. Iedereen herinnert zich nog tot welke waanzinnige toestanden de poging tot eenzijdige splitsing heeft geleid. De enige mogelijke oplossing voor het dossier is er een die de goedkeuring wegdraagt van de beide gemeenschappen van ons land. Die oplossing ligt vandaag effectief voor.

Het onderhandelde compromis is ook een goed compromis. Het gaat om een heldere, eenvoudige en evenwichtige splitsing van BHV. Er komen drie aparte kieskringen, namelijk de kieskring Vlaams-Brabant waaronder Halle en Vilvoorde ressorteren, de kieskring Brussel en de kieskring Waals-Brabant. Enkel voor de kiezers uit de zes faciliteitengemeenten rond Brussel geldt nog een uitzondering: zij zullen kunnen kiezen tussen de lijsten uit Vlaams-Brabant en de Brusselse lijsten. De tegenstanders van de voorgestelde splitsing zullen in die uitzondering het bewijs zien dat de splitsing niet zuiver is. Ik blijf in dat verband herhalen dat een volledig zuivere splitsing een illusie is. De enige manier om BHV te splitsen was via onderhandelingen die kunnen leiden tot een compromis.

Er is zoals gezegd een goed compromis uit de bus gekomen, want in de meeste gemeenten bestaat niet langer de mogelijkheid om te kiezen tussen de Brusselse en de Vlaams-Brabantse lijsten.

Die mogelijkheid wordt inderdaad enkel behouden in de zes faciliteitengemeenten. Ik hoef niet te benadrukken dat dit voor de zes faciliteitengemeenten niet meer is dan een behoud van de status quo. Met de voorliggende regeling komt er dus, zelfs in die gemeenten, geen uitbreiding van de faciliteiten. We moeten ook oog hebben voor de voorstellen van de Franstaligen die het niet hebben gehaald in het compromis. Er komt geen uitbreiding van Brussel, er wordt niet geraakt aan taal- of gewestgrenzen, de faciliteiten van de Franstaligen in de randgemeenten worden niet uitgebreid en er is geen sprake meer van een afschaffing van de omzendbrief-Peeters. Ik denk dat we daarover zeer tevreden moeten zijn.

Bij wijze van besluit wil ik nog het volgende kwijt over de teksten waarover we donderdag stemmen en waarmee we geschiedenis zullen schrijven. Die teksten geven inderdaad niet voor 100% weer wat de Vlamingen willen en dat kan ook worden gezegd voor de Franstaligen en voor de Brusselaars. We moeten daar niet flauw over doen. Net daarom noemen we het een onderhandelde oplossing, een compromis. Ik durf veronderstellen en hopen dat de evenwichtige splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde sterk zal bijdragen tot de communautaire pacificatie in ons land. Dat geeft ons de mogelijkheid in de komende maanden grondig verder te werken. Wij staan immers niet alleen voor alle andere aspecten van de staatshervorming, maar vooral ook voor de sociaaleconomische uitdagingen die ons land in tijden van crisis niet voor zich uit kan blijven schuiven.