5-63

5-63

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 14 JUIN 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de Mme Elke Sleurs à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «le projet pilote de contraceptifs gratuits pour les jeunes» (no 5-602)

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Uit de geschreven pers blijkt dat de minister heeft geopperd het budget voor de chronisch zieken met negen miljoen euro te verminderen. Die vermindering heeft te maken met een experiment waarvan nog steeds niet is bewezen dat het resultaten oplevert.

De minister wil namelijk het proefproject verlengen dat abortus wil voorkomen door gratis contraceptie aan te bieden aan jongeren beneden 21 jaar. Abortuspreventie is uiteraard een goede zaak, maar dat moet niet gebeuren ten koste van het budget chronische zieken dat al onder grote druk staat, en terwijl er op dat gebied nog vele noden niet zijn gelenigd.

Het proefproject is om verscheidene redenen merkwaardig.

Ten eerste leidt een veralgemeende terugbetaling van contraceptiva niet tot een daling van het aantal tienerzwangerschappen en abortussen. Dat blijkt alleszins uit de praktijk én uit studies in Groot-Brittannië, dat tot dergelijke terugbetaling is overgegaan.

Ten tweede heeft de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking impliciet erkend dat een volledige terugbetaling van contraceptiva aan alle vrouwen tot 20 jaar niet haalbaar is. Om een betere preventie mogelijk te maken, verkiest de commissie de verstrekking van gratis anticonceptie afhankelijk te maken van sociale criteria.

Ten derde heeft de minister erkend dat het voorstel van de commissie niet uitvoerbaar is.

Ten vierde is het aanbod van generieke anticonceptiva exponentieel gestegen en zijn grotere verpakkingen meer en meer beschikbaar, waardoor de prijs van anticonceptiva gevoelig is gedaald. Dat is het geval sinds 2004, toen het proefproject van start is gegaan. Daardoor heeft een veralgemeende terugbetaling minder toegevoegde maatschappelijke waarde.

Om die redenen steunen we de suggestie van de Nationale Evaluatiecommissie om in alle scholen meer werk te maken van de voorlichting over anticonceptiemethoden. De commissie heeft die suggestie vermeld in haar recente verslag ten behoeve van het parlement.

Waarom houdt de minister vast aan een duur experiment waarvan de waarde niet is bewezen?

Beschikt ze over gegevens die het tegendeel bewijzen?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Ik geef graag toelichting bij het precieze doel van mijn beleid. Ik heb nooit laten uitschijnen dat de pil beschouwd moet worden als een behandeling tegen een chronische ziekte. Het is ook helemaal niet de bedoeling dat de pil gefinancierd wordt via het budget voor chronische ziekten.

Op vraag van het RIZIV is een werkgroep opgericht in verband met de terugbetaling van voorbehoedsmiddelen aan jongeren. Die werkgroep, waarin ik vertegenwoordigd ben, heeft inderdaad verwezen naar een techniek die gebruikt wordt bij de terugbetaling van kosten voor chronische ziekten. Dat is het enige verband dat kan worden gelegd tussen het budget voor contraceptiva en dat voor chronische ziekten.

Ik ben er overigens van overtuigd dat de terugbetaling van contraceptiva aan meisjes moet behouden blijven. Het is juist dat het aantal abortussen bij jonge meisjes maar traag afneemt. De situatie verbetert daarentegen wel in vergelijking met de andere leeftijdsgroepen. In 2008 en 2009 daalde het aantal abortussen bij jongeren met respectievelijk een halve procent en één procent. Voor de andere leeftijdsgroepen was er een stijging met vier procent in 2008 en met twee procent in 2009.

Zoals spreker zegt, heeft de Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking aanbevolen contraceptiva gratis te maken op basis van sociale criteria. Ik leid daar vooral uit af dat er een sociaal criterium moet zijn en dat anticonceptiva betaalbaar moet zijn voor iedereen.

Ik betreur dat de terugbetaling van anticonceptiva aan meisjes jonger dan 21 onvoldoende rekening houdt met sociale criteria. Op het vlak van de ziekteverzekering is dat technisch moeilijk te regelen. Overigens werkt de terugbetaling van contraceptiva over het algemeen vrij goed. Jonge meisjes maken ook steeds meer gebruik van terugbetaalde contraceptiva.

Hoewel ik uitkijk naar de komst van goedkopere pillen en andere anticonceptiva, geef ik toe dat anticonceptiva voor jongeren vaak nog te duur is. Ik ben ook niet van plan de steunmaatregelen te verminderen.

Ten slotte ben ik het ermee eens dat preventie van essentieel belang is, maar het is wel een gemeenschapsbevoegdheid.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - De minister wil het voordeel behouden, maar ik wil er toch op wijzen dat er goedkopere alternatieven bestaan.

In de overeenkomst is er sprake van verplichte evaluatierapporten die moeten worden opgesteld door de ziekenfondsen. Die rapporten worden echter met vertraging bezorgd.

Ik roep de minister op om de maatregel in kwestie te herzien. Op het eerste gezicht lijkt de maatregel nuttig, maar er zijn heel wat wetenschappelijke argumenten die dat tegenspreken.

Die negen miljoen euro kan dan in tijden van krapte op een andere manier gebruikt worden, bijvoorbeeld voor preventie.