5-145COM

5-145COM

Commission des Finances et des Affaires économiques

Annales

MARDI 24 AVRIL 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur «les actions de la SABAM à l'encontre de la lecture à voix haute dans les bibliothèques» (no 5-2158)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik moet een beetje oppassen dat ik niet overkom als een chagrijnig ventje dat altijd problemen heeft met SABAM. Ik heb de vorige ministers immers al herhaaldelijk over SABAM ondervraagd.

Als minister van Cultuur ben ik tien jaar met SABAM in gesprek geweest en dat was niet altijd eenvoudig. Ik blijf vanzelfsprekend een groot pleitbezorger van een correcte vergoeding van kunstenaars voor hun artistieke prestaties en producten. Laat daarover geen twijfel bestaan. Wel integendeel. Maar SABAM slaagt er keer op keer in noch de belangen van de kunstenaars, noch de belangen van de bevolking te verdedigen. Telkens weer begaat het stommiteiten die het draagvlak dat ze onder de bevolking moeten kunnen opbouwen, compleet ondermijnen. Heel vaak zijn het staaltjes van hebzucht en wereldvreemdheid en dat voor een vereniging die stevig georganiseerd is en daarvoor heel wat middelen heeft.

Nu heeft SABAM het plan om auteursrechten te heffen op de voorleesuurtjes voor jonge kinderen in bibliotheken. Dat is snijden in eigen vlees. Bibliotheken hebben voor dergelijke zaken niet veel middelen en rekenen op heel veel bereidwilligheid en vrijwilligheid. Als we kinderen niet vanaf zeer jonge leeftijd in contact brengen met cultuur en boeken, zullen ze later niet lezen, geen boeken kopen of lenen en krijgen de schrijvers minder vergoedingen. SABAM is dus echt contraproductief bezig.

Bovendien gaat SABAM opnieuw zijn boekje te buiten. SABAM vordert systematisch voor iedereen, terwijl dat allen mag voor mensen die bij SABAM zijn aangesloten. Miljoenen euro's worden gevorderd zonder dat ze aan iemand kunnen worden toegewezen, omdat de betrokken kunstenaars - soms bewust - niet bij SABAM zijn aangesloten. De wetgeving geeft SABAM niet het recht te vorderen voor mensen die geen lid zijn.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Behalve bij dwanglicenties. Dat is een mededeling in het publiek. Dan kan SABAM optreden ook namens niet-aangeslotenen. Dat is niet onbelangrijk. Bij een straatbarbecue, dat is een openbare manifestatie is waarvoor geen entreegeld moet worden betaald, kan SABAM, en SABAM alleen, optreden namens iedereen die daar iets heeft.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Maar wat dan met de middelen die SABAM niet aan een kunstenaar kan toewijzen.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Die moeten een bepaalde periode in reserve worden gehouden.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Maar SABAM moet wel actief op zoek gaan naar de begunstigde en dat gebeurt niet, op geen enkele manier.

SABAM snijdt in eigen vlees. Voorleesuurtjes zijn een prachtig pedagogisch middel om kinderen te winnen voor lezen en het genieten van literatuur. Met deze en nog veel andere activiteiten stimuleren bibliotheken jonge mensen om te houden van boeken en er hopelijk levenslang een belangstelling voor te koesteren.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Voorlezen in de bibliotheek valt onder `mededeling publiek', dus onder de dwanglicentie.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dan moeten we die wet echt aanpassen.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Het is Europese regelgeving. Veel te streng, daar ben ik het mee eens.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Heel veel van de huidige wetgeving op de beheersvennootschappen staat echter niet in de Europese richtlijn.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Maar wat ze mogen en moeten vragen staat er wel in.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat kan, maar volgens mij staat ook in de Europese richtlijn dat ze alle middelen naar de sector moeten laten terugvloeien. Dat doen ze dus niet.

SABAM claimt ook louter bedragen te innen voor beschermd werk en voor auteurs die bij hen aangesloten zijn. Uit het programma van de Neveneffecten, een hilarisch stukje televisie, bleek zelfs dat ze ook innen voor kunstenaars die niet bestaan.

Is er over het innen van bijdragen voor voorleesuurtjes in bibliotheken overleg geweest? Hoe beoordeelt de minister de werking van SABAM? Is hij ook van mening dat de zaak toch eens grondig moet worden onderzocht en dat er eventueel maatregelen moeten worden genomen om het belang van de kunstenaars veilig te stellen, maar ook om het pestgedrag te stoppen en een goede middenweg te vinden?

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Deze vraag is ook in de Kamer al aan bod gekomen en ook daar heb ik opgemerkt dat het plan van SABAM uiteraard zeer contraproductief is.

De Europese richtlijn bepaalt zeer duidelijk dat er een plicht tot innen is bij mededeling aan het publiek, tenzij het gaat om `gebruik uitsluitend als toelichting bij het onderwijs of ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek'. We hebben de richtlijn in Belgisch recht omgezet en eigenlijk zouden we die moeten aanpassen naar: `uitsluitend als toelichting bij onderwijs, ook buiten de school'. Daarbij gaan we er dan van uit dat bibliotheken een educatieve, schoolse opdracht hebben. Daarmee heb ik meteen ook aangetoond dat, als we de wet wijzigen, we de richtlijn een beetje `oprekken'. Het moet echt om onderwijs gaan.

De richtlijn is inderdaad gemaakt vanuit het principe dat artiesten een billijke vergoeding moeten krijgen. Ze is zeer gedetailleerd en daardoor ook zeer moeilijk te interpreteren. We stellen vast dat SABAM door een aantal zaken zware inkomstenverliezen heeft geleden. Zo zijn ze contracten met buitenlandse artiesten in België kwijtgeraakt en lopen de royalty's ook terug door downloads en dergelijke. Om dat verlies te compenseren, wordt nu op iedere slak zout gelegd en wordt continu gezocht waar de wet nog kan worden toegepast, op het pesterige af.

De auteurswet is goedgekeurd, maar ze is nog niet uitgevoerd. We werken aan de uitvoeringsmaatregelen in een overlegcomité, zoals bepaald in artikel 78bis van de auteurswet, met vertegenwoordigers van de beheersvennootschappen, van het Instituut van de bedrijfsrevisoren, de Commissie voor boekhoudkundige normen, de debiteurenorganisaties enzovoort. We hopen de uitvoeringsbesluiten tegen het einde van het jaar klaar te hebben.

Met de nieuwe wet worden de beheersvennootschappen onder meer verplicht tot een systeem van gescheiden rekeningen, een aangepaste beleidsstructuur en een transparantere boekhouding. Verder moeten ze binnen zes maanden na het afsluiten van het boekjaar op hun website het bedrag aan geïnde rechten, de kosten en de onder de rechthebbenden verdeelde, betaalde en nog te verdelen rechten bekendmaken. Op die manier zien we veel beter wat er allemaal gebeurt.

De FOD Economie kan optreden. De wet van 10 december 2009 voorziet trouwens in een waarschuwingsprocedure, waarbij de Controledienst voor de beheersvennootschappen kan optreden tegen beheersvennootschappen die de wet miskennen. Als de uitvoeringsbesluiten rond zijn, kunnen we die controle ook verscherpen.

De Europese richtlijn is er, maar we zitten toch met een regelgeving die door de evolutie van de maatschappij, van de techniek en de digitalisering een stuk achterhaald is. De muziekindustrie is daarvan een typisch voorbeeld. Die is vertwijfeld op zoek naar middelen om onder andere bij mensen met kabeltelevisie de auteursrechten te innen. De technologie en digitalisering zijn echter een feit en we zitten met een al bij al vrij theoretisch concept van intellectuele eigendom: ik verkoop een boek, maar blijf er wel de eigenaar van. Dat is eigenlijk een merkwaardig concept en altijd een bron van betwisting. Zeker wanneer het gaat om kunstwerken die enorm verspreid worden. Een patent dat door een tiental vennootschappen wordt gebruikt, dat houd je nog onder controle, maar hoe moet dat met muziek waar tien miljoen mensen naar luisteren?

Ik heb geen oplossing. Ik kan de vraag perfect formuleren, maar ik kan ze niet beantwoorden.

Het systeem is niet meer aangepast. Net zoals de privébedrijven, moeten ook de overheidsdiensten tegenwoordig betalen wanneer het personeel op het werk naar de radio luistert. Zo kan men bezig blijven. Dat is een straatje zonder einde. Strikt volgens de wet is er altijd iets voor te zeggen, maar het heeft geen zin. Maar nog eens, ik kan het allemaal vaststellen, maar de oplossing kan ik echt niet geven. In het buitenland liggen de vergoedingen trouwens nog veel hoger dan bij ons.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik loop blijkbaar een beetje achter op het punt van de Europese richtlijn.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Die is zeer gedetailleerd.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik kende die regelgeving vrij goed, maar ze is blijkbaar nogal wat geëvolueerd.

Over de grond van de zaak moeten we echter nadenken. Er is geen twijfel dat de auteursrechten moet worden beschermd en dat auteurs een vergoeding moeten krijgen voor hun intellectueel eigendom en hun creaties.

Er wordt zo verkrampt gereageerd op downloaden. Dat valt niet te stoppen. We moeten ophouden met al die mensen als criminelen te beschouwen. Zelf heb ik een tijd geloofd in het belasten van de lege dragers. Maar het idee van de lege dragers is ook achterhaald. Er wordt niet zoveel meer op schijfjes gezet. Het gaat rechtstreeks op iPad, iPhone en zo meer. De mijne staat ook vol, maar - tegenwoordig - allemaal van eigen cd's.

Ik vind dat de overheid een deel van de billijke vergoeding op zich moet nemen. Als minister heb ik dat destijds, voor de billijke vergoeding, voor de jeugdhuizen gedaan. We moeten echt eens uitrekenen hoeveel het in zijn totaliteit kost en hoeveel de bevolking uitspaart. We moeten dat financieel natuurlijk goed bekijken, want het zijn moeilijke tijden en ik beweer niet dat de overheid zomaar miljoenen kan vrijmaken. Misschien moeten we een systeem zoeken via een algemene bijdrage. Ik ben ervan overtuigd dat we de helft minder zullen betalen, want minstens de helft van alles wat wordt geïnd, blijft in de organisatie hangen.