5-140COM

5-140COM

Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives

Annales

MARDI 17 AVRIL 2012 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances sur «l'activation des Cellules de veille contre l'antisémitisme et leur extension possible à l'anti-islamisme» (no 5-2045)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - In overleg met haar collega van Justitie, besliste minister Milquet om meer prioriteit te verlenen aan de bestrijding van het antisemitisme. Daarvoor worden er bij de politie aanspreekagenten aangesteld. Deze maatregelen sluiten aan bij een meer geïntegreerde aanpak vanwege Justitie. Er wordt tevens ook gecommuniceerd met de Joodse gemeenschap.

Deze beslissing en de aanpak zijn terecht en verdienen alle steun, want antisemitisme is en blijft een koppig en nooit helemaal uitgeroeid kwaadaardig en gevaarlijk fenomeen. Dat fenomeen kent weliswaar hoogtes en laagtes, maar verliest nooit zijn relevantie en vereist een duurzame alertheid. Het is ook een sterk punt dat de Joodse gemeenschap actief en communicatief bij deze aanpak wordt betrokken.

Tegelijkertijd kan men niet naast een ander, maar wel vergelijkbaar kwalijk en venijnig verschijnsel kijken, namelijk islambashing. Steeds meer mensen uit diverse maatschappelijke geledingen laten hun terughoudendheid varen en uiten zich op een beledigende en kwetsende wijze over moslims en alles wat samenhangt met hun geloof, de islam, in al zijn diverse uitingen, presentaties en invullingen. Ook dit fenomeen vraagt om diverse redenen een meer structurele aanpak van Justitie en politie. Naast de basale ethische en morele redenen zijn er ook politieke en sociale aspecten die de hoge relevantie van deze probleemstelling schragen.

Beaamt de minister dat islambashing, of het publiekelijk kwaadaardig beledigen of ridiculiseren van moslims en hun geloof, vergelijkbaar met het antisemitisme, steeds meer een maatschappelijk probleem is geworden? Vindt de minister het daarom ook nodig de goede, noodzakelijke beleidsintenties en dito maatregelen gericht op de bestrijding van het antisemitisme op een vergelijkbare wijze uit te breiden tot de problemen die zich stellen met betrekking tot antimoslim- of anti-islamuitlatingen, -activiteiten, -standpunten? Zo ja, op welke wijze zal de minister deze uitbreiding concretiseren? Zo neen, waarom maakt ze hier dan een onderscheid?

De heer Bart Laeremans (VB). - Mijnheer de voorzitter, ik vraag het woord.

De voorzitter. - Neen, u krijgt straks het woord om uw vraag om uitleg te stellen.

De heer Bart Laeremans (VB). - Conform het reglement heeft een parlementslid het recht het woord te nemen in het kader van een vraag om uitleg.

De voorzitter. - Dan sta ik u toe enkele woorden te zeggen.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ik wil slechts heel kort aangeven dat ik veel meer verontrust ben door de vraag van de heer Anciaux dan door het fenomeen waarover hij zich druk maakt. Het is natuurlijk nooit mooi wanneer mensen kwetsen om te kwetsen, maar kritiek op een godsdienst is een fundamenteel recht. De Grondwet garandeert godsdienstvrijheid, maar geeft ook ruimte voor kritiek op een godsdienst. Gelukkig dat dit wordt toegelaten, want als dat niet had gemogen, hadden we het protestantisme nooit gekend. De kwetsende termen waarmee Luther destijds het katholicisme en de katholieken aanviel, zijn in niets te vergelijken met de brave en soms ludieke kritiek die af en toe op de islam wordt uitgebracht. In deze tijd van oprukkend salafisme en van radicalisme binnen de islam, moeten we de waarden van de vrije meningsuiting en van de godsdienstkritiek met overtuiging verdedigen. De vrije meningsuiting mag op dit vlak niet beknot worden. Net zoals destijds en ook vandaag, meer dan ooit, kritiek op de katholieke kerk toegelaten was en is, moet dat ook op de islam kunnen. Daarom begrijp ik de vraag van de heer Anciaux niet. Ze is zo algemeen gesteld dat ze zich ook kan keren tegen al wie in een democratische samenleving gebruik maakt van het recht om terechte kritiek te formuleren op een totalitaire godsdienst zoals de islam.

M. le président. - Je pense que les critiques de M. Anciaux ne visaient pas une religion en particulier, l'islam ou le judaïsme. Elles visaient surtout l'antisémitisme et l'islamophobie qui sont des formes de racisme.

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - We stellen in ons land steeds meer antisemitische aanvallen vast. Daarom heb ik de waakzaamheidscel antisemitisme versterkt om een nieuwe strategie uit te werken en een antwoord te kunnen bieden op dit onaanvaardbare fenomeen. Sinds de gebeurtenissen in Toulouse beseffen we beter dat er ook bij ons gelijksoortige racistische incidenten of misdrijven voorvallen. Tegelijk stellen we ook een groeiende islamofobie vast. Dat is een nieuwe vorm van racisme die zich uit in een nieuwe vorm van afwijzing van de Arabische en moslimcultuur, in discriminatie in verschillende sectoren en in gewelddadige incidenten op bidplaatsen, enzovoorts.

Ik maak me zorgen over het algemene klimaat dat een gemeenschap systematisch met de vinger nawijst en alles over dezelfde kam scheert. Daarom heb ik een reeks van tools geïmplementeerd, zoals de sociaaleconomische monitoring of de diversiteitsbarometer. Daarmee wil ik een actief beleid voeren tegen discriminatie, maar ook tegen de verspreiding van haat via het internet. `Cyberhaat' neemt zorgwekkend toe en tot vandaag wordt dat niet of nauwelijks bestraft. We moeten het multiculturalisme met kracht en tegelijk pragmatisch benaderen. Niet vanuit een of ander particularisme, maar met het oog op een dringende noodzaak heb ik de waakzaamheidscel antisemitisme versterkt.

Uiteraard moeten we het extreme radicalisme met evenveel energie bestrijden als het racisme, het antisemitisme, de islamofobie en andere vormen van racisme.

In de kadernota Integrale Veiligheid heb ik een belangrijk hoofdstuk gewijd aan de strijd tegen het racisme in al zijn mogelijke vormen en een ander hoofdstuk aan de strijd tegen het radicalisme.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor haar duidelijke antwoord en betreur tegelijk dat de partij van de heer Laeremans antisemitisme en anti-islamisme bagatelliseert en dat ze die wil toelaten onder het mom van de vrije meningsuiting. Ik hoop dat de waakzaamheidscel antisemitisme inderdaad kan worden uitgebreid tot islambashing en het aanvallen van moslims en alles wat daarmee te maken heeft.