5-139COM | 5-139COM |
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - De fabrikanten van Coca-Cola en Pepsi beslisten onlangs om hun recept voor de productie voor de Amerikaanse markt aan te passen, omdat uit labtests was gebleken dat een onderdeel van het product bij dieren kankerverwekkend is. Het gaat om de stof 4-methylimidazool die de cola zijn bruine kleur geeft. Volgens Coca-Cola is de stof niet schadelijk voor mensen, maar volgens het Amerikaanse Center for Science in the Public Interest is er toch een probleem. Om in orde te zijn met de Californische wetgeving beslisten de fabrikanten om tot actie over te gaan.
Coca-Cola België deelde al mee dat de Coca-Cola Company niets aan het recept gaat veranderen, maar enkel het productieproces zal veranderen. Toch gaan ze - voor de Amerikaanse markt - hun karamelleveranciers vragen om de hoeveelheid 4-MI te verminderen.
Aangezien Coca-Cola en Pepsi vaak spreken over het zeer specifieke en unieke recept van hun drank, kunnen we ervan uitgaan dat 4-MI zich ook in de cola bevindt die in Europa gedronken wordt. En gezien de grote populariteit van cola in ons land rijst de vraag welk effect grote hoeveelheden cola heeft op de gezondheid.
Is in ons land het FAVV bevoegd voor de controle op de veiligheid zowel van de consumptie van de in ons land geproduceerde als van de ingevoerde cola en wat heeft het agentschap in dit dossier al ondernomen?
Weet de minister of de cola op de Europese markt eveneens 4-MI bevat en in welke hoeveelheden? Zo ja, is de minister bereid om de bovengenoemde studie en de adviezen van het Center for Science in the Public Interest nader te bestuderen en zo nodig de colafabrikanten in België een gelijklopende verandering op te leggen of de invoer van buiten België geproduceerde cola te verbieden?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Voor de eerste vraag van mevrouw Temmerman verwijs ik naar collega Laruelle, die voor het FAVV bevoegd is.
De regelgeving op de levensmiddelen en additieven is op Europees niveau volledig gestandaardiseerd. De karamelkleurstoffen E150a, E150b, E150c en E150d mogen in vele soorten voedingswaren worden verwerkt, overeenkomstig de voorwaarden van het koninklijk besluit van 9 oktober 1996 betreffende de kleurstoffen die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt. Dat besluit vormde de omzetting in nationaal recht van richtlijn 94/36.
De Europese Voedselveiligheidsautoriteit, EFSA, evalueert de risico's van kleurstoffen. Ze heeft in maart 2011 het gebruik van de karamelkleurstoffen, waarin men de 4-methylimidazool of 4-MI kan terugvinden, opnieuw geëvalueerd. In dit 4-MI vindt men de kleurstoffen E150c en E150d terug. Op basis van alle beschikbare gegevens besluit het wetenschappelijke team van de EFSA dat de karamelkleurstoffen toxisch noch carcinogeen zijn en dat er geen bewijs is dat ze ongewenste gevolgen hebben voor de menselijke voortplanting of voor het ongeboren kind. Het wetenschappelijke team heeft een gegroepeerde aanvaardbare dagelijkse inname, ADI, van 300 milligram per kilogram lichaamsgewicht vastgelegd, die, gezien hun gelijkaardige eigenschappen, voor de vier kleurstoffen kan gelden. Voor de kleurstof E150c heeft het wel een beperktere ADI van 100 milligram per kilo lichaamsgewicht vastgelegd.
De EFSA-wetenschappers hebben zich ook over bestanddelen gebogen die uit de productie van die kleurstoffen voortkomen, namelijk het 4-MI. Op basis van wetenschappelijke literatuur over dit 4-MI, met inbegrip van recente studies over de carcinogeniteit bij dieren, is het wetenschappelijk team van mening dat de maximale blootstelling aan het 4-MI door het eten van voedingswaren die de kleurstoffen E150c en E150d bevatten, geen aanleiding tot ongerustheid mag geven. De maximumconcentratie voor 4-MI en voor de twee kleurstoffen die de huidige wetgeving op de zuiverheidscriteria vastlegt, wordt dus als afdoende veilig beschouwd.
In het licht van het voorgaande heb ik geen plannen om specifieke maatregelen te treffen voor de producten die deze stoffen bevatten.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Ik dank de minister voor haar uitgebreid én geruststellend antwoord. Dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd naarmate er meer gegevens beschikbaar worden.