5-137COM | 5-137COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Naar schatting telt ons land 40 à 50 000 mensen die verslaafd zijn aan de Lotto en aan Euro Millions, de twee belangrijkste kansspelen van de Nationale Loterij. Die cijfers heeft de Nationale Loterij in februari 2010 vrijgegeven, nadat een wetenschappelijk onderzoek had uitgewezen dat 1,5 tot 2% van alle spelers verslaafd raakt.
De Nationale Loterij kreeg van de overheid zowat het monopolie om het gokken in ons land op een officiële wijze te organiseren. Tegelijk draagt deze nv van publiek recht ook de bijzonder grote verantwoordelijkheid om dat gokken in goede banen te leiden. In haar spelbeleid moet ze er alleszins voor waken gokverslaving in de hand te werken. Cijfers en schrijnende getuigenissen uit de hulpverlening bewijzen dat deze opdracht nodig en relevant is. Bovendien kent het gokken een spectaculaire toename, ook bij jongeren. Bovenstaande cijfers wijzen daarenboven op de grote gevaren verbonden aan kansspelen zoals Lotto en Euro Millions.
Groot was dan ook mijn verbazing toen enkele mensen mij een reclamebrief van de Nationale Loterij doorspeelden die ze onlangs via de post in hun bus kregen. De brief belooft in een vetgedrukte passage: `met het Lotto/Joker+ abonnement hoeft u nooit meer te denken aan spelen, alleen maar aan winnen'. Het klinkt redelijk hallucinant. Tot op heden dacht ik dat een van de opdrachten van de Nationale Loterij erin bestaat de mensen te laten nadenken over hun spelgedrag en hen te wijzen op mogelijke gevaren en ongewenste effecten. Deze schriftelijke boodschap lijkt daar diametraal tegenin te gaan. Bovendien wordt gebruik gemaakt van bedenkelijke lokkertjes. In ruil voor blinde trouw krijgt men een startpakketje krasbiljetten ter waarde van 10 euro.
Het doet denken aan de first one is free-strategie, ook wel gebruikt door verkopers van andere schadelijke producten.
Verder bevat de brief nergens een preventieve boodschap. Integendeel, er wordt voorgehouden dat het helemaal niet zo moeilijk is om tot de `tientallen gelukkige miljonairs' te behoren die de Nationale Loterij ieder jaar voortbrengt. Tot slot heb ik ook grote problemen met het feit dat deze brieven op naam werden verstuurd. Het doet vragen rijzen over de informatievergaring die de Nationale Loterij hanteert met betrekking tot haar klantenbestand.
Was de minister of zijn voorganger op de hoogte van deze eindejaarsaanbieding via de post? Heeft de Nationale Loterij daarover contact opgenomen met de toenmalige minister? Vindt de minister dat deze handelspraktijk in overeenstemming is met de opdracht en de beheersovereenkomst van de Nationale Loterij? Hoeveel van deze brieven zijn er verstuurd en naar welke doelgroepen? Gaat de minister met mij akkoord dat het geen goed idee is abonnementen te verkopen aan occasionele spelers? Beaamt de minister dat het op deze wijze slijten van abonnementen op gokproducten absoluut niet als een goed idee mag worden beoordeeld? Werd deze promotie enkel naar reeds bestaande klanten of spelers gestuurd? Zo neen, hoe valt dit ter rijmen met de opdracht van de Nationale Loterij om de markt niet uit te breiden? Hoe omvangrijk is deze markt overigens en wordt de omvang ervan nauwgezet gevolgd?
Hoeveel klanten of unieke spelers kent de Nationale Loterij en hoe evolueerde dat aantal het voorbije decennium? Vindt de minister het een gunstige evolutie en hoe duidt en verklaart hij deze?
Vindt de minister het normaal dat deze brief geen enkele afradende of preventieve boodschap bevat, maar enkel een droombeeld over een miljonairsbestaan? Vindt de minister het positief en verantwoord dat de Nationale Loterij hierbij andere gokproducten als lokkertje gebruikt? Hoe zijn deze praktijken in overeenstemming te brengen met de opdracht om ervoor te waken gokverslaving in de hand te werken? Zal de minister dit grondig onderzoeken en de verantwoordelijken ter verantwoording roepen? Beaamt de minister dat er hier een grens is overschreden en dat de praktijken en methoden van de Nationale Loterij ten gronde moeten worden geëvalueerd en bijgestuurd?
Kan de minister mij uitleg verschaffen over de manier waarop de Nationale Loterij over haar potentiële klanten informatie vergaart en hoe ze die beheert? Worden er gegevens bijgehouden van individuele spelers/klanten? Hoe verklaart de minister dat verschillende mensen persoonlijk werden aangeschreven door de Nationale Loterij? Hoe hebben ze de adressen en de namen van deze personen achterhaald en mogen ze die zomaar gebruiken? Worden er ook andere gegevens van klanten bijgehouden, bijvoorbeeld welke producten ze in welke mate aankopen?
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Omdat ik weet dat de heer Anciaux het waardeert dat bij een vraag om uitleg ook wordt ingegaan op de kern van de politieke context, wil ik eerst daarop ingaan, vóór ik concreet antwoord op de terechte vragen.
Als het vandaag over gokverslaving gaat, dan komt de grote bedreiging van de toename van het illegale, het niet gecontroleerde gokken, waarop de overheid weinig of geen vat heeft en waarbij ze dus ook over minder instrumenten beschikt om mee de beleidskeuzes te maken. Dat is het grote verband waarin men bepaalde antwoorden die ik zal geven moet zien, namelijk een reële concurrentiestrijd die er uiteraard nooit toe mag leiden dat de Nationale Loterij kiest voor methodes die we aan de kant van de alternatieven precies trachten in te dammen. Het is verstandig om als overheid na te gaan hoe we de behoefte aan kansspelen, die bestaat, kunnen kanaliseren dankzij een goed georganiseerde participatie in producten die de Nationale Loterij aanbiedt, en hoe we tegelijkertijd voldoende sterk kunnen staan tegenover de alternatieven op de markt, zonder daarbij het evenwicht te verliezen.
Ingevolge haar opdracht en overeenkomstig het beheersakkoord moet de Nationale Loterij haar producten via adequate reclamecampagnes aan het publiek presenteren en moet ze rekening houden met nieuwe tendensen. Ik haast me eraan toe te voegen dat dat autonome bedrijfsbeslissingen van de Nationale Loterij zijn, waarover de toeziende minister niet vooraf moet worden ingelicht. Nu blijkt het aantal bezoekers aan de traditionele verkooppunten van de Nationale Loterij te dalen, niet omdat er in ons land minder wordt gegokt, integendeel, maar omdat de aantrekkingskracht van de traditionele verkooppunten afneemt. Met abonnementssystemen kan men daarop inspelen en ervoor zorgen dat men geen klanten verliest.
De actie waarnaar de heer Anciaux verwijst, werd gericht aan 150 000 personen die geselecteerd werden overeenkomstig gebruikelijke handelsmethoden. De adressen werden aangeleverd door een onderneming die gespecialiseerd is in het commercieel beheer van persoonsgegevens. Het ging om personen met een specifiek profiel dat identiek is aan het profiel van bestaande abonnementspelers of die in het verleden hebben aangegeven dat ze mogelijk in een abonnement geïnteresseerd zouden zijn. Het abonnementssysteem voor Lotto en Joker bestaat namelijk al sinds 2002. Het is dus zeker geen nieuw fenomeen en het is in de eerste plaats bedoeld om spelers die geen regelmatige bezoeker zijn van de traditionele verkooppunten, een alternatief te bieden.
De jaarlijkse omzet van het systeem bedraagt tussen 15 en 16 miljoen euro, voor ongeveer 22 200 abonnees in het totaal. In vergelijking met de totale omzet van 1,1 miljard euro en een totaal van 5 miljoen spelers op jaarbasis, is dat een beperkt aantal. De gemiddelde abonnee speelt voor een lager bedrag dan de gemiddelde speler die de traditionele verkooppunten bezoekt. In vele gevallen gaat het ook over mensen die wensen deel te nemen, maar die door mobiliteitsproblemen niet zo gemakkelijk in een verkooppunt geraken en het dus handig vinden via een abonnement `bediend' te worden.
De Nationale Loterij heeft mij bovendien verklaard dat ze in de toekomst in dergelijke campagnes haar initiatieven rond verantwoord spel en haar campagnes om gokverslaving tegen te gaan, zoals de campagne `Ken uw limieten', uitdrukkelijk zal opnemen.
Rekening houdend met deze feiten en overwegingen ben ik niet van mening dat de Nationale Loterij door het aanbieden van abonnementen of door de reclamecampagne verslaving in de hand werkt.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik waardeer het dat de minister duidelijk is, ook over zijn politieke verantwoordelijkheid, en zich niet achter de Nationale Loterij verstopt. Het gaat dan wel om een autonoom overheidsbedrijf, maar volgens mij moet de minister het recht hebben de grenzen aan de handelspraktijken van dat bedrijf te bepalen.
Eerlijk gezegd heb ik nog niet zoveel nagedacht over de invalshoek van de minister. Ik was vooral gechoqueerd door de reclamecampagne, net zoals de enkele mensen van wie ik ze doorgespeeld kreeg, dat ook waren. Ik had de indruk dat we te maken hadden met echte ronselpraktijken. Maar ik moet ook niet naïef zijn en ik wil zeker nadenken over de argumenten die de minister heeft gegeven. Het is alleen een beetje kiezen tussen pest en cholera. Soms denk ik ook dat de overheid maar beter een speler op de markt kan zijn om zo groter kwaad te voorkomen. Illegaal gokken ontsnapt helemaal aan elke controle, terwijl we legaal gokken tenminste nog beperkingen kunnen opleggen. Maar het is en blijft een delicate evenwichtsoefening, daar zijn we het over eens.
Indien de Loterij met haar reclame één persoon die eigenlijk amper of niet gokt, kan overtuigen van het abonnementssysteem gebruik te maken, dan zijn we verkeerd bezig. Indien de Loterij hiermee mensen uit het illegaal gokken weghaalt, dan heeft de minister zeker en vast een argument. Misschien moeten we het effect van een dergelijke campagne eens onderzoeken.
Met mijn vraag wilde ik er echter vooral voor zorgen dat dergelijke zaken in het oog worden gehouden en dat de Nationale Loterij niet zomaar een vrijgeleide krijgt. Ik vind dat ze soms echt grenzen overschrijdt. Dat de opbrengst van de Loterij naar goede doelen gaat - en dat is effectief het geval - mag geen argument zijn om het instrument Nationale Loterij als gokmachine zomaar te laten concurreren met het illegale gokken. Illegaal gokken moeten we keihard aanpakken en niet alleen beconcurreren. Maar ik weet het, het is dubbel.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Ik wil niet per se het laatste woord hebben, maar toch nog het volgende meegeven.
Deze vraag om uitleg heeft minstens al het positieve effect gehad dat de Nationale Loterij in de toekomst haar campagnes tegen gokverslaving uitdrukkelijk mee in haar reclamecampagnes zal opnemen.
Verder dank ik de heer Anciaux ook voor de openheid waarmee hij naar mijn argumenten luistert. Ik ben het ermee eens dat het een zeer subtiele keuze is. Wanneer men om de concurrentie aan te gaan met datgene wat men tracht in te dijken, op de concurrenten begint te lijken, dan is men fout bezig. Tegelijkertijd mag de overheid, uit naïviteit, zich niet laten wegdrukken uit een markt die een realiteit is en die door sommige personen wordt gekarakteriseerd als een belasting op het niet kennen van de statistische werkelijkheid, een soort belasting op domheid om te gokken. Maar blijkbaar heeft de mens in zich toch een zeer sterke neiging om zijn kans te wagen en als we het zo kunnen organiseren dat het ook goede doelen ten goede komt, dan is dat verstandiger dan ons er helemaal van te onttrekken en vast te stellen dat de goklust alleen in handen wordt gelaten van de niet-openbare initiatieven.