5-55 | 5-55 |
Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Er is al veel gezegd over de gevangenis die binnenkort in Beveren zal worden gebouwd. Zowel mijn partijgenoten in de Kamer als die in het Vlaams Parlement en ikzelf hebben over dit onderwerp al vragen gesteld. Ik stel vast dat de verschillende ministers in dit dossier heel graag de zwartepiet naar elkaar doorschuiven. Iedereen is het erover eens dat er in ons land extra gevangenissen moeten komen. De plaats waar die nieuwe gevangenissen moeten worden gebouwd, is daarentegen wel een bron van discussie. De Vlaamse regering heeft ervoor gekozen om een gevangenis in Beveren in te planten, precies op een plek die als alternatief geldt voor het BAM-tracé in de Oosterweelverbinding, namelijk het Meccanotracé.
Nu is de Vlaamse regering bezig met een MER-onderzoek over dat BAM-tracé. Ze belooft daarbij het Meccanotracé serieus te nemen, maar als er een gevangenis wordt gebouwd, pal op de plek waar dat Meccanotracé zou moeten liggen, dan wordt dat tracé bij voorbaat onmogelijk gemaakt en is de Vlaamse regering bezig met na te laten wat ze met een ander petje op zegt, namelijk het Meccanoalternatief serieus nemen.
Antwerpse actiegroepen vragen om de geplande gevangenis 48 meter op te schuiven. Dat is niet veel. Minister Turtelboom is het daarmee eens, zo heeft ze zeer duidelijk verklaard. De staatssecretaris zegt dan weer dat dit plan de bouw van de gevangenis voor jaren zou uitstellen. Hij sprak zelfs van drie jaar. Dat klopt niet. Ofwel wordt de staatssecretaris door zijn administratie fout ingelicht, ofwel neemt hij zelf met de waarheid een loopje. Een nieuwe bouwvergunning zou volgens mijn informatie en ook volgens minister Muyters, die daarover gisteren in het Vlaams Parlement is ondervraagd, na drie maanden al kunnen worden verleend. Toegegeven, dat is nog altijd een kleine vertraging, maar ze betekent wel een immens verschil voor de Antwerpse mobiliteit.
De Regie der Gebouwen verleent de bouwvergunning. Dat betekent dat de staatssecretaris opdrachtgever is voor de bouw van de nieuwe gevangenis en dat hij ook de enige is die in deze fase nog met een kleine verandering in de locatie van de gevangenis een groot verschil kan teweegbrengen voor de mobiliteit in Antwerpen. Klopt deze redenering?
Zo ja, wat houdt hem tegen om deze kleine wijziging door te voeren, die zo'n gigantische invloed kan hebben op de mobiliteit en de leefbaarheid van Antwerpen voor de komende honderd jaar?
De heer Servais Verherstraeten, staatssecretaris voor Staatshervorming en voor de Regie der gebouwen. - In de eerste plaats wil ik enkele van de uitspraken van mevrouw Piryns rechtzetten. Ten eerste ben ik niet het hoofd van de Regie der gebouwen, maar alleen politiek verantwoordelijk. Ten tweede heb uiteraard niet ik de bouwvergunning verleend, maar wel de Vlaamse administratie, die ook een milieuvergunning afgaf. De eerste valt onder de bevoegdheid van Vlaams minister Muyters, de tweede onder die van Vlaams minister Schauvliege.
Het klopt wel dat de Regie der gebouwen in samenwerking met de FOD Justitie een gevangenis bouwt in Beveren. De werkzaamheden zijn vorige week gestart, nadat de Vlaamse overheid een maand eerder een milieuvergunning had verleend.
Een partijgenote van mevrouw Piryns vroeg mij in de Kamer al de gevangenis `op te schuiven'. Gisteren stelde een andere partijgenoot van haar een actuele vraag in het Vlaams Parlement aan de minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening.
De antwoorden zijn in essentie steeds dezelfde: het argument dat op korte termijn een nieuwe bouwvergunning kan worden verleend en dat in september een nieuw bouwterrein enkele tientallen meters verder kan worden opgestart, klopt niet. Om te bouwen heeft men namelijk niet alleen een bouwvergunning nodig. Ik overloop kort de chronologie inzake de vergunningen van de nieuwe gevangenis en verduidelijk een aantal factoren die in het `opschuifscenario' - eigenlijk een hypothese - ernstige vertragingen zouden veroorzaken.
Het Meccanotracé dateert van juni 2010, maar al op 20 november 2009 ging de Vlaamse regering principieel akkoord met de locatie van de gevangenis. Op 29 april 2010 werd bij de dienst MER een gemotiveerde aanvraag ingediend tot ontheffing van de verplichtingen inzake plan-MER voor het nieuwe Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. De ontheffing werd verleend op 8 juli 2010 en de voorlopige vaststelling van het GRUP kwam er op 10 december 2010, de definitieve op 15 juli 2011.
Ter uitvoering van het masterplan Gevangenissen heeft de vorige federale regering de Design-Build-Finance-Maintenance-procedures opgestart. In juni 2009 vond de kandidatuurstelling plaats, in december werden er vijf kandidaten geselecteerd en in mei 2010 werden de offertes aan de Regie overgemaakt, waarin het ontwerp zoals het nu bekend is al voorlag. De Regie der gebouwen en Justitie hebben een objectieve zoektocht een geschikte site georganiseerd en dat heeft geleid tot de site van Beveren, waarmee zowel de technici van de Regie als de technici van Justitie akkoord gingen.
De beslissing om de gevangenis te bouwen op het beoogde terrein dateert dus al van ruim voor de voorstelling van het Meccanotracé. De Vlaamse overheid heeft steun gegeven aan dit project via de beslissing van de Vlaamse regering van 20 november 2009 en door het verlenen van de nodige vergunningen.
Het opschuiven van een gevangenis met enkele tientallen meters zou aanleiding geven tot ernstige vertraging bij de bouw ervan. De afbakening van het GRUP reikt maar tot aan de grens van het terrein. De gevangenis enkele tientallen meters opschuiven houdt in dat waarschijnlijk ook een nieuw GRUP en een MER gemaakt moeten worden. Vorige keer nam de gehele procedure ongeveer 690 dagen in beslag, de zoektocht naar een locatie en de tijd om de vergunningen te krijgen niet meegerekend.
Een nieuwe inplanting vraagt een nieuw of vernieuwd ontwerp. Het contract voor de DBFM-procedure voor dit gebouw op deze plaats werd al ondertekend in juni 2011. Een nieuw ontwerp zou dat contract verbreken, met een nieuwe procedure en nieuwe onderhandelingen tot gevolg.
Een nieuw of vernieuwd ontwerp vereist eveneens een nieuwe stedenbouwkundige aanvraag. De goedkeuring van die aanvraag voor het huidige project duurde 335 dagen vanaf de indiening, de voorbereiding niet meegerekend.
De verwerving van het terrein nam ongeveer 400 dagen in beslag. Alle percelen waren op 1 juni 2011 verworven. Nieuwe percelen verwerven zal opnieuw op veel tegenstand stuiten en daarvoor moet in nieuwe financiële middelen worden voorzien. Mogelijke problemen met af te breken woningen in de nabijheid kunnen zich voordoen. De kostprijs voor de verwerving is geraamd op minimaal 11 miljoen euro plus rente.
Bovendien moet bij wijziging van het terrein ook een nieuw archeologisch onderzoek worden uitgevoerd, gezien de aanwezigheid van veel archeologisch waardevolle sporen in de omgeving. Voor het gevangenisproject nam de doorlooptijd van het archeologisch onderzoek al 330 dagen in beslag en is de verwerking van de gegevens nog steeds lopende. Het volledige onderzoek kostte de federale overheid meer dan 1 miljoen euro.
Ook met de nutsmaatschappijen zijn er al verschillende contacten geweest en zijn de studies ter uitvoering van de voorzieningen voor gas, elektriciteit en water al aan de gang of zelfs bijna beëindigd. Daarmee gaan eveneens grote kosten gepaard.
Indien echter binnen de afbakening wordt gebleven, dan zijn er in het `opschuifscenario' nog meerdere punten rekening waarmee nog rekening moet worden gehouden:
Bij de herlokalisatie is geen rekening gehouden met de in het GRUP voorgeschreven noodzakelijke groene buffer met de woningen in de Biestraat. Bij de herlokalisatie is geen rekening gehouden met de toegangsweg via de Schaarbeekstraat, de secundaire noodontsluiting via de Biestraat en de wens van de gemeente om de Schaarbeekstraat op het kruispunt van beide straten door te knippen om zo het sluipverkeer in te perken. Dit zijn eveneens voorschriften van het huidige goedgekeurde GRUP. Er wordt nauwelijks rekening gehouden met de parkeermogelijkheden op de site, noch met de mobiliteitsstudie die in het kader van de stedenbouwkundige vergunning voor de gevangenis werd opgemaakt.
Zelfs binnen de afbakening dient er een vernieuwd ontwerp te worden ingediend, gezien het feit dat de impact van en op de omgeving nauwkeurig werd bestudeerd in het architecturaal concept. Denk maar aan de geluidsoverlast, lichthinder en de landschapsarchitectuur. Een nieuw concept moet ook worden afgetoetst op het vlak van veiligheid. Gezien het wezenlijke belang werd daar bij het ontwerp op verschillende manieren rekening mee gehouden. De ligging van de administratieve diensten, het cellulair blok, de wandelingen, de werkateliers enzovoort is bestudeerd, zodat ze niet zo maar kan worden verschoven.
Het `opschuiven' van een grote infrastructuur als een gevangenis mag dus niet worden voorgesteld als een `kleine wijziging' of worden gereduceerd tot een kwestie van een nieuwe bouwvergunning die op korte termijn kan worden verkregen. De verplaatsing van een gevangenis is een bijzonder complexe zaak, die - indien ze al tot een goed einde zou komen - leidt tot een vertraging van meer dan twee jaar en een hele reeks bijkomende kosten.
Gelet op de grote nood aan extra gevangenisplaatsen is dat een onaanvaardbaar scenario. Het probleem van de overbevolking en de staat van de bestaande gevangenissen is bijzonder prangend. Het masterplan Gevangenissen moet dringend voort worden uitgevoerd. Ik verwijs in dat verband naar het antwoord van de minister van Justitie in de plenaire vergadering van de Kamer op 8 maart jongstleden. Ze toonde zich blij met de extra gevangeniscapaciteit die de bouw van een nieuwe gevangenis in Beveren zal opleveren. Net zoals ikzelf hoopt de minister van Justitie dat die extra capaciteit er zo snel mogelijk komt, zodat werk kan worden gemaakt van een meer sluitende strafuitvoering.
Ik verwijs ook naar de actualiteit van deze week rond de overbevolking in de gevangenis van Vorst. De maatschappelijke last van bijkomende vertraging is dus bijzonder groot.
Tot besluit, stel ik vast dat voor de bouw van de gevangenis in Beveren een geldige bouw- en milieuvergunning werden verleend en dat de bouwwerken in overleg met het kabinet Justitie van start zijn gegaan.
Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn zeer uitgebreide antwoord. Spijtig genoeg blijft hij het technisch en hypothetisch spelen en neemt hij geen politiek standpunt in over de hypotheek die de inplanting van dat belangrijke project legt op een voor Antwerpen ander en niet minder belangrijk project. Het zijn twee uitermate belangrijke investeringsprojecten en het mag duidelijk zijn dat ik, net als wij allen, de bouw van een extra gevangenis ontzettend belangrijk vind. Vlaanderen stapelt echter blunder na blunder op in dat soort investeringsdossiers. Dat blijft maar aanslepen.
De actiegroep Straten-Generaal heeft het probleem inmiddels al bij Europa aanhangig gemaakt. Ik hoor het al waaien dat die lastige actiegroepen weer alles proberen tegenhouden. Uit hoofde van zijn functie en had de staatssecretaris dat in overleg met de Vlaamse regering kunnen voorkomen. Waarom laat men het toch altijd zover komen?
In plaats van het hypothetisch te spelen, had hij al lang kunnen onderzoeken of het gebouw 48 meter opschuiven al dan niet binnen het GRUP mogelijk is. Volgens mij is het dat wel, maar hij spreekt zich daar niet eens over uit!
Het zal mede zijn verantwoordelijkheid zijn, mocht Europa België of Vlaanderen ook op dit project terugfluiten, waardoor alles weer eens op de lange baan wordt geschoven.
Wij willen een oplossing voor het probleem van de gevangenissen en wij willen een oplossing voor het mobiliteitsprobleem in en rond Antwerpen, maar dan wel een degelijke oplossing waar iedereen beter van wordt.