5-55

5-55

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 29 MAART 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Danny Pieters aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking over «de Stichting Biermans-Lapôtre in Parijs» (nr. 5-486)

De heer Danny Pieters (N-VA). - Sinds 1927 kunnen Belgische en Luxemburgse postdoc-studenten en kunstenaars die in Frankrijk verder willen studeren terecht in het Huis van de Stichting Biermans-Lapôtre in Parijs. Dit huis is gesitueerd op een internationale universitaire campus in Parijs. Via de media circuleren allerlei lijstjes van usurperende bevoegdheden waarvoor de federale staat de factuur wenst door te schuiven naar de deelstaten. Ook deze Stichting werd vermeld op verschillende nieuwssites.

Wil de federale overheid enkel de factuur van de werkingskosten doorschuiven, of ook andere kosten? Met andere woorden: gaat het alleen over het loon van de directeur en de vicedirecteur of ook over andere zaken?

Op basis van welke criteria is deze Stichting op de lijst van usurperende bevoegdheden terechtgekomen en zijn andere gelijksoortige instellingen, zoals de Academia Belgica en het Belgisch Historisch Instituut, beide te Rome, niet vermeld?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De Stichting Biermans-Lapôtre staat op de lijst van de zogenaamde usurperende bevoegdheden. Die worden met de deelstaten besproken in het kader van de Interministeriële Conferentie. Werkgroepen werden opgericht. Er is echter nog niet beslist welke bevoegdheden het federale niveau aan de gemeenschappen zal doorgeven.

De POD Wetenschapsbeleid begrootte 149 000 euro voor de subsidie, 155 000 euro voor de terugbetaling van de lonen van de directeur en de adjunct-directeur en 483 000 euro als uitzonderlijke subsidie die overeenstemt met de terugbetaling van de lening voor de restauratie van het gebouw. Deze instelling stond op de lijst van de usurperende bevoegdheden, die op 1 februari opgesteld werd door de heer Annicaert, algemeen inspecteur van financiën.

Het Belgisch Historisch Instituut te Rome maakt echter geen deel uit van de instellingen die het federaal niveau wenst over te hevelen. In tegenstelling tot de Stichting Biermans-Lapôtre, is het Belgisch Historisch Instituut te Rome een openbare dienst van de Staat, met een statuut dat vergelijkbaar is met dat van een academie. Het enige verschil met een instelling zoals de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, eveneens een federale instelling, is dat het Historisch Instituut zich in het buitenland bevindt. Dat neemt niet weg dat het federale niveau hiervoor bevoegd is.

Door de duidelijke banden tussen de Academia Belgica met het Belgisch Historisch Instituut te Rome lijkt het nadelig te zijn beide structuren onder de bevoegdheid van twee verschillende overheden te plaatsen. Dat geldt trouwens ook voor de Stichting Prinses Marie-José.

De heer Danny Pieters (N-VA). - Het lijkt alsof de minister zelf beslist waar een bevoegdheid wordt uitgeoefend. Dat verwondert mij. Ik dacht dat dit voortvloeit uit de Grondwet en de wetten en niet uit wat hij daar zelf over vindt.

De minister heeft het in zijn antwoord ook over de schulden uit het verleden. Het lijkt mij moeilijk om nu schulden over te dragen voor een periode waarin er geen zeggenschap was. Ik begrijp wel dat de werkingskosten kunnen worden overgedragen, maar niet de schulden uit het verleden.