5-135COM | 5-135COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het Europees Hof voor de rechten van de mens veroordeelde ons land in één week tweemaal voor een onmenselijke behandeling van asielzoekers. Een eerste zaak ging over de onwettige opsluiting gedurende vier maanden van Sri Lankaanse vluchtelingen, een moeder en drie kinderen. De recentste veroordeling betrof een Kameroense vrouw, die eveneens vier maanden zat opgesloten in het gesloten opvangcentrum 127bis in Steenokkerzeel. Deze vrouw lijdt aan hiv en kreeg daarvoor niet de noodzakelijke medicatie. Ze kon de noodzakelijke attesten voorleggen, afgeleverd door het Instituut voor tropische geneeskunde in Antwerpen. Daaruit bleek onomstotelijk dat zij hiv-patiënte is. Desondanks kreeg ze pas na bijna drie maanden opsluiting de noodzakelijke aidsremmers.
Ik weet dat die feiten dateren van voor de aanstelling van de staatssecretaris. Daarom wil ik niet zozeer naar het verleden, maar wel naar de toekomst kijken.
Op welke wijze wil de staatssecretaris, meer dan in de voorbije periode, ervoor zorgen dat de menselijkheid, de menswaardigheid en het basale respect voor mensenrechten wordt gegarandeerd voor iedereen die in opvangcentra, open of gesloten, terechtkomt? Welke extra waarborgen kan de staatssecretaris daarvoor bieden? Op welke wijze zal zij de huidige beleidsvoering, die blijkens de veroordelingen door het Europees Hof voor de rechten van de mens niet uitmunt door menselijkheid en respect voor de mensenrechten, bijsturen? Zal de staatssecretaris de verantwoordelijken voor de betrokken centra op hun falen aanspreken? Is de staatssecretaris bereid om van menswaardigheid - en dit gaat verder dan het toepassen van wetten - een prioriteit in haar beleid voor asiel en migratie te maken? Op welke wijze kan zij dit illustreren en zal ze dit kunnen bewijzen?
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Voortgaand op wat ik de voorbije weken heb vernomen van de betrokken partijen en overigens zelf heb kunnen vaststellen, ben ik ervan overtuigd dat de menselijkheid, de menswaardigheid en het respect voor de mensenrechten zowel in de open als in de gesloten centra worden gegarandeerd en ook in de toekomst zullen worden gegarandeerd. Dat neemt niet weg dat tekortkomingen kunnen worden vastgesteld in specifieke situaties of situaties van overmacht waarin soms een wettelijk vacuüm bestaat. In dat geval worden de praktijk en indien nodig de wetgeving steeds aangepast.
Zo werd de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de vreemdelingenwet aangepast met betrekking tot de opsluiting van gezinnen met minderjarige kinderen, ook al werden gezinnen in de praktijk sedert enkele jaren niet meer opgesloten, sedert 2008 voor families die illegaal op het grondgebied verblijven en sedert 2009 voor families die illegaal de grens pogen over te steken. Mijn voorgangers hebben specifieke woonunits opgericht om illegale gezinnen met kinderen op te vangen met het oog op hun verwijdering.
De wet van 16 november 2011 tot wijziging van de vreemdelingenwet maakt het daarenboven mogelijk om illegale gezinnen met minderjarige kinderen uit het land te verwijderen vanuit hun eigen woning, zodat ze niet eerst moeten worden overgeplaatst naar een gesloten centrum. Dat is immers meestal traumatiserend, zeker voor de kinderen, maar ook voor de ouders.
De veroordeling door het Europees Hof voor de rechten van de mens met betrekking tot de medische verzorging in een gesloten centrum betreft een heel andere situatie. De hiv-patiënte, die uit Nederland kwam, had gezegd dat ze haar medicatie sedert enige tijd had stopgezet. Ze had geen attest van het Instituut voor tropische geneeskunde. De arts in het centrum, die toevallig een aanvullende vorming inzake hiv had gevolgd, vond het nodig een bijkomend advies van het Instituut voor tropische geneeskunde en van een gespecialiseerde dienst van het ULB-ziekenhuis te vragen. Hij dacht dat er een grote kans was dat de vrouw een resistentie tegen de medicatie had ontwikkeld, omdat ze al gedurende meerdere maanden haar medicatie niet had genomen. Dat bleek inderdaad uit de onderzoeken. Hiv is een snel muterend virus, waardoor een resistentie wordt ontwikkeld bij het voortijdig stopzetten van de medicatie. In dat geval moet andere medicatie worden getoetst bij de patiënt. Dat is in dit geval gebeurd. Dat heeft enkele weken geduurd. Intussen werd de vrouw wel medisch behandeld voor andere medische problemen zoals een hoge bloeddruk.
De vrouw heeft het centrum in een betere medische toestand verlaten dan toen ze er binnenkwam. Ondertussen is ze erkend als vluchteling en is haar toestand goed.
De heer Tuybens merkte in de Kamer op dat ons land wellicht niet goed werd verdedigd in het Europees Hof voor de rechten van de mens. Ons land had immers niet moeten worden veroordeeld. Had de arts gewoonweg de medicatie die de patiënt vroeger kreeg, voorgeschreven, dan was België niet veroordeeld, maar was de vrouw medisch niet goed behandeld. Artsen zijn onafhankelijk. Ze mogen naar eer en geweten en met inachtneming van hun beroepsgeheim oordelen over de aard van de behandeling van de patiënt. Ik respecteer dat.
Dit geval vereist geen wijziging van de maatregelen. Het betreft een individuele, moeilijke situatie. Er zijn vaak hiv-patiënten bij de vluchtelingen. Dat was trouwens de reden waarom de arts die in het centrum werkte, een bijkomende opleiding had gevolgd en goed op de hoogte was van het resistentiegevaar.
We moeten steeds attent zijn voor de aanpak van bepaalde situaties en we moeten er de nodige follow-up aan geven.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Over de eerste zaak is de uitleg van de staatssecretaris duidelijk.
De tweede zaak blijft merkwaardig. Wellicht had de vrouw in paniek haar hiv-behandeling stopgezet. Dat alles uiteindelijk goed is gekomen, verheugt me uiteraard. Ik weet dat de staatssecretaris met zeer veel dossiers wordt geconfronteerd. Het gevaar voor een staatssecretaris voor Asiel en Migratie is dat ze zich wil wapenen tegen al dat menselijk leed omdat ze niet alles kan oplossen. Ik vraag alleen dat ze gevoelig blijft voor het leed, ook al stelt ze zich daardoor kwetsbaar op. Ik hoop dat ze op dit leed niet met een cynische houding reageert. Ik vraag hetzelfde aan haar diensten, onder andere in de gesloten centra. Elk dossier gaat over mensen.