5-131COM | 5-131COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Al vele jaren vormt de geluidshinder van de vliegtuigen rond de luchthaven van Zaventem een ernstig gezondheidsprobleem en veroorzaakt die ook ingrijpende samenlevingsproblemen. De luchthaven van Zaventem blijkt op de slechtst denkbare plaats gevestigd, ten noordoosten van een grote stad, te midden van een stedelijke agglomeratie. Met voor tachtig procent zuidwestenwinden is er geen slechtere plaats denkbaar. Dat vind je nergens anders in Europa.
Daaraan gekoppeld ontwikkelde zich de problematiek van de Brusselse geluidsnormen. Die vormen de basis waarop de Brusselse regering recent besliste opnieuw boetes te innen telkens wanneer de onhaalbare geluidsnormen worden overschreden. Daarmee legt de Brusselse regering een zware hypotheek, niet alleen op de leefbaarheid van de vitale en dichtbevolkte Vlaamse Rand maar ook op de economische toekomst van de nationale luchthaven.
Ik wijs er tussen haakjes op dat er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest twee normen bestaan, met als gevolg dat sommigen zwaar lijden onder het vliegverkeer en andere er bijna geen hinder van hebben.
Die hypotheek komt op een moment dat we de diepste economische en financiële crisis van de laatste decennia doormaken, en bovendien op het moment dat de overheden de politieke beslissing nemen om aan het Brussels Gewest een bijkomende grote jaarlijkse dotatie toe te kennen.
Die gang van zaken valt niet te verdedigen. Het is dan ook van het grootste belang dat de Brusselse geluidsnormen dringend worden vervangen door milieuafspraken tussen de gewesten, waarbij een gelijke behandeling van alle burgers centraal staat. Dat is in mijn ogen het enige te hanteren criterium.
Weet de staatssecretaris dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opnieuw boetes oplegt?
Zo ja, over welke bedragen gaat het en welke maatschappijen zijn daarvan het slachtoffer of de begunstigde? Wat ondernemen de staatssecretaris en de regering om met de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot een vergelijk te komen? Hoe valt te verklaren dat er door de geluidsnormen een ongelijkheid ontstaat binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen mensen die worden beschermd door de geluidsnormen en anderen die net daardoor het slachtoffer worden van zware concentraties en discriminaties? Heeft de staatssecretaris die onrechtvaardigheid aangekaart binnen de regering? Zo ja, met welk resultaat?
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en voor Staatshervorming. - Voor de vragen in verband met de sancties voor het niet-naleven van de geluidsnormen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwijs ik naar het gewest dat daarvoor bevoegd is. Ik beschik overigens niet over cijfergegevens in verband met de boetes die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan luchtvaartmaatschappijen heeft opgelegd.
Conform de Belgische institutionele beginselen inzake de bevoegdheidsverdeling, heb ik niet het recht mij op welke wijze dan ook te mengen in de uitvoering van bepalingen van gewestelijke aard. Anderzijds heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest van 8 september 2011 bevestigd: `... een nationale milieuregeling die grenswaarden stelt voor geluidsoverlast, gemeten aan de grond, die tijdens vluchten boven gebieden die dicht bij de luchthaven liggen, moeten worden gerespecteerd, vormt bijgevolg als zodanig geen "exploitatiebeperking" in de zin van deze bepaling, tenzij ze vanwege de relevante economische, technische en juridische omstandigheden dezelfde werking kan hebben als een toegangsverbod tot de luchthaven'. Daarom is het inderdaad wenselijk, zoals de heer Anciaux suggereert, om een harmonisering van de geluidsnormen door te voeren.
Mijn bezorgdheid is om te waken over de zo volledig mogelijke toepassing van de beslissingen van de Ministerraad om te komen tot een evenwichtige verdeling van de overlast veroorzaakt door de luchthaven Brussel-Nationaal.
De geluidsomtrekken opgenomen in het laatste jaarverslag over de omtreklijn van het geluid van de luchthaven Brussel-Nationaal geven duidelijk aan dat er geen wanverhouding bestaat inzake hinder. Er bestaat dus geen discriminatie tussen Brusselaars. Dat blijkt ook uit de evolutie van de oppervlakte en het aantal inwoners per geluidszone.
Alle indicatoren van overlast, te weten het aantal dB(A) voor de weergave van de geluidshinder overdag, 's avonds en 's nachts, tonen een significante daling sinds 2005. Het spreekt vanzelf dat deze cijfergegevens geen onderscheid maken tussen een inwoner wonende ten noorden of ten zuiden, oosten of westen van de luchthaven, laat staan ten noordwesten ervan. Bovendien is sinds 2000 het aantal inwoners binnen de samengetelde geluidsomtrekken overdag, 's avonds en 's nachts gedaald van 164 059 in 2000 naar 66 709 in 2010, ofwel een daling van bijna 60%.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ga ervan uit dat als de staatssecretaris niet op de hoogte is van nieuwe boetes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, er ook geen nieuwe boetes zijn opgelegd.
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en voor Staatshervorming. - Er zijn zelfs gewesten die naast luchthavens bouwen zonder advies te vragen aan de federale Staat. Wat de heer Anciaux zegt, is natuurlijk common sense maar het betekent niet dat het effectief zo gebeurt en dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mij ervan op de hoogte brengt als er boetes zijn opgelegd.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben het daarmee eens, maar voor zover ik weet, bouwt het Vlaams Gewest niet. Er is zelfs geen begin van bouwen. De adviezen van het Directoraat-Generaal voor de Luchtvaart vind ik belangrijk. Belgocontrol is eveneens een belangrijke instelling. Het gaat voor mij dus niet over dat dossier.
Mij gaat het over het dossier waarbij de staatssecretaris als verantwoordelijke voor het luchtverkeer niet op de hoogte zou zijn dat een luchtvaartmaatschappij onlangs al boetes heeft gekregen. Ik ga ervan uit dat hij op de hoogte zou zijn gebracht door de luchthaven. Het is evenwel een geruststelling te vernemen dat er voorlopig nog geen boetes zijn. Als de staatssecretaris echt niet op de hoogte is, zou hij wel informeel inlichtingen kunnen inwinnen.
Ik ben het er niet mee eens dat de huidige normen niet tot een vorm van exploitatiebeperking aanleiding geven. Ik ben het er helemaal niet mee eens dat er geen wanverhouding bestaat tussen de Brusselaars onderling. In Haren, Molenbeek, Neder-Over-Heembeek of Schaarbeek zullen de mensen wel wat anders vertellen dan in het zuidelijke deel van Brussel. Zelfs de oostkant van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft veel minder hinder.
Er zijn dus wel degelijk wanverhoudingen. De nachtvluchten daarentegen veroorzaken minder lawaaihinder dan vroeger.
Kortom ik hoop dat de staatssecretaris geen toename van de hinder zal toestaan, maar vrees dat ik nog op het dossier zal moeten terugkomen. Vandaag kreeg de staatssecretaris alleen maar een voorsmaakje.