5-129COM

5-129COM

Commission de la Justice

Annales

MARDI 28 FÉVRIER 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la ministre de la Justice sur «l'arrêt de l'enquête sur les tueurs du Brabant wallon» (no 5-1795)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Op 19 januari stelde ik een vraag naar aanleiding van het vertrek van de topspeurder die zich bezighield met het onderzoek naar de misdaden van de Bende van Nijvel. Korte tijd nadien, met name op 10 februari, werden 21 huiszoekingen verricht. Het onderzoek is met andere woorden nog springlevend en daar ben ik blij om.

De speurder gaf eerder de indruk dat hij wist wie lid was van de bende van Nijvel, maar dat hij bij gebrek aan bewijzen vastzat.

Sinds wanneer heeft het parket of Justitie een materieel bewijs nodig om over te gaan tot dagvaarding of tot het openen van een proces voor het Hof van Assisen? Om iemand te veroordelen volstaat een onweerlegbaar vermoeden. Er vallen vaak veroordelingen zonder dat er één element van materieel bewijs is, wat onlangs nog gebeurde in de zaak van de parachutemoord.

Welnu, die topspeurder beweert dat hij vrijwel zeker weet wie achter de Bende van Nijvel schuilgaat, maar dat hij zonder bewijs niets kan ondernemen.

Daarom is mijn vraag, los van de recente huiszoekingen, waarom men niet overgaat tot het organiseren van een Hof van Assisen? Men hoeft helemaal geen bewijzen te hebben om verdachten voor de rechter te brengen. Het is aan de jury, die het volk vertegenwoordigt, om te oordelen of er voldoende elementen zijn om die mensen te veroordelen.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Na 16 jaar heeft commissaris Vos geoordeeld dat hij niet langer de nodige motivatie kon opbrengen om dat onderzoek naar de bende van Nijvel voort te zetten. Hij heeft wel altijd gezegd dat hij volledig ter beschikking blijft voor de onderzoekscel die er nog altijd is.

Niettegenstaande de rol die hij binnen die cel heeft gespeeld, brengt zijn vertrek op geen enkele manier de dynamiek en het goede verloop van het onderzoek in het gedrang.

Bovendien vond hij het feit dat nieuwe mensen betrokken worden bij het onderzoek misschien wel een goede zaak, die voor vooruitgang kan zorgen.

Zowel de onderzoeksrechter als de onderzoekers zijn bijzonder gemotiveerd. Ze verkennen verschillende pistes zonder enige zekerheid of dat tot opheldering van de feiten zal leiden, maar met de vaste wil om te slagen. Ze doen er alles aan om klaarheid te scheppen in deze zaak.

Binnenkort zal ik de nabestaanden van de slachtoffers ontmoeten. Dat is mijn manier om te tonen dat dit onderzoek mijn volledige steun geniet. Als maatschappij hebben we immers een collectief trauma opgelopen en als minister van Justitie neem ik dat zeer ernstig, uiteraard met inachtneming van het geheim van het onderzoek.

Het is de taak van de gerechtelijke autoriteiten om afwegingen te maken en te beslissen of ze deze zaak al dan niet voor een rechtbank brengen. Vast staat in elk geval dat de onderzoekscel, de onderzoeksrechter en de onderzoekers die daarmee bezig zijn, bijzonder gemotiveerd zijn. Dat blijkt onder meer uit de recente huiszoekingen.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank u voor uw antwoord. Ik heb alles gelezen wat commissaris Vos verklaard heeft in de geschreven pers en ik heb wel vijf of zes keer het interview in de laatste show bekeken. Meer en meer raakte ik ervan overtuigd dat die man weet wie het gedaan heeft.

Uw actieve injunctierecht geldt niet alleen voor onderzoeksdaden, het kan volgens mij ook dienen om een behandeling van de zaak op te leggen. Ik zeg niet dat u dit injunctierecht te pas en te onpas moet gebruiken. Maar indien men weet wie het gedaan heeft, waar ik van overtuigd ben, laat dan toch geen verjaring intreden en zorg dat minstens op het einde de laatste kans wordt benut om tijdens een Assisenproces de waarheid aan het licht te laten komen.