5-49

5-49

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 1 MAART 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over «de manipulatie van onderzoeksresultaten bij OIVO» (nr. 5-449)

De voorzitster. - De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, antwoordt.

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Het OIVO ligt onder vuur omdat de consumentenorganisatie onderzoeksresultaten zou manipuleren. Onder het mom van vulgarisatie worden ze, naar verluidt, bijgekleurd om de standpunten van het OIVO te ondersteunen. Volgens voormalige werknemers zouden de zogenaamde enquêtes totaal geen wetenschappelijke basis hebben. De directeur-generaal van het OIVO zou de onderzoeksresultaten persoonlijk filteren. De onderzoekers zelf geven aan dat ze het gevoel hadden dat de directie bepaalde resultaten wilde opleggen. Volgens hen worden de onderzoeksresultaten soms grofweg aangepast, als ze niet spectaculair genoeg zijn. Inzake personeelsbeleid heerst er een waar schrikbewind. Van de 35 mensen die bij het OIVO werkten, zouden er de jongste drie jaar 34 vertrokken zijn. Daarnaast is er tevens sprake van financieel wanbeheer met mogelijk persoonlijke belangenvermenging.

Als parlementslid ben ik verontwaardigd omdat OIVO het beleid beïnvloedt. De zogenaamde consumentenorganisatie is immers als gesprekspartner erkend door de FOD Economie, waardoor ze dus mee op het beleid weegt. Studies manipuleren om standpunten door te drukken is schrikwekkend. In bepaalde concrete dossiers zit het OIVO naast Test-Aankoop, een betrouwbare gesprekspartner, mee aan tafel. Gezien het manifest gebrek aan deontologie komt de representativiteit van het OIVO nu op de helling te staan. Overigens bestookt het OIVO vaak parlementsleden via het internet met zijn conclusies en bevindingen.

Graag had ik van de minister vernomen of hij reeds concrete informatie heeft ingewonnen over de gemanipuleerde onderzoeken. Welke onderzoeken werden gemanipuleerd? Wat is er van de mogelijke belangenvermenging met het oog op individuele verrijking? Zal hij de voormalige medewerkers horen? Welk gevolg zal hij geven aan het dossier als onderzoek mocht aantonen dat onderzoeken worden gemanipuleerd?

Is hij van oordeel dat de representativiteit en de geloofwaardigheid van het OIVO ernstig ondermijnd zijn en zo niet, waarom niet? Zo ja, kan hij een en ander toelichten?

Voor welke concrete dossiers en bij welke onderhandelingen in de FOD Economie zit het OIVO als zogenaamd representatieve consumentenorganisatie mee aan tafel? Zal de minister voor die dossiers en onderhandelingen het OIVO tijdelijk door andere consumentenverenigingen vervangen?

De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van minister Vande Lanotte.

Naar aanleiding van recente krantenartikelen stelt de heer Tommelein een reeks vragen over het OIVO. Ik heb natuurlijk ook kennis genomen van die artikelen, die uiteraard heel wat vragen oproepen over de werking van de organisatie.

Misschien moet ik eerst de situatie van het OIVO zelf wat duidelijker schetsen. Het OIVO krijgt jaarlijks een belangrijke subsidie van de FOD Economie; het is een stichting van openbaar nut die door de consumentenorganisaties wordt beheerd. Het OIVO is dus zelf geen consumentenorganisatie, maar heeft als doel aan die organisaties technische hulp te verlenen, de consumptiefunctie te valoriseren en de consumentenbescherming te bevorderen. In het licht van die opdrachten blijven de gestelde vragen hoe dan ook bijzonder relevant omdat ze precies op die onderzoeken betrekking hebben.

In een stichting van openbaar nut moeten de bestuursorganen in de eerste plaats verantwoording afleggen aan de algemene vergadering. De interne werking en het beheer van het OIVO behoren tot de bevoegdheid van zijn bestuursorganen en zijn raad van bestuur. Ik kan niet optreden in hun plaats, maar ik zal onderzoeken of de subsidies correct worden aangewend.

Krachtens de beheersovereenkomst van 2003 met de FOD Economie neemt het OIVO deel aan de consumentenvertegenwoordiging in de federale en regionale consultatieve raden en commissies die verband houden met de consumentenbescherming. Het OIVO kan in dat kader onderzoek doen, studies maken en analyses uitvoeren of inlichtingen verstrekken over alles wat het verbruik aangaat. Het OIVO draagt bij tot de permanente informatie van de consumentenorganisaties, beantwoordt hun vragen naar documentatie en ontwikkelt tevens een documentatiecentrum.

Enige tijd geleden heb ik de FOD gevraagd een overzicht te geven van de entiteiten en financiering ervan door de FOD Economie. Ik ben van mening dat in het kader van de beheersovereenkomst moet worden nagegaan welke de kerntaken zijn van het OIVO. Indien nodig, zal een externe doorlichting worden gevraagd, teneinde een objectief inzicht te krijgen. Die doorlichting zal de basis vormen voor een eventuele bijsturing op het vlak van de subsidie en de beheersovereenkomst.

De beheersovereenkomst stelt dat het OIVO resultaten van onderzoeken mag verspreiden zonder voorafgaande toestemming van de FOD. We beschikken momenteel niet over gegevens die een antwoord bieden op vragen over gemanipuleerde onderzoeken. Het zijn dus in de eerste plaats de bestuursorganen van het OIVO die dit moeten nagaan.

Het OIVO is, zoals ik al zei, geen consumentenorganisatie, maar een onderzoeks- en informatiecentrum ten dienste van de consumentenorganisaties. Zoals de beheersovereenkomst bepaalt, helpt het OIVO bij de vertegenwoordiging van de consumentenorganisaties. Ik zal een kopie bezorgen van de beheersovereenkomst, met een indicatieve lijst van de adviesorganen waaraan het OIVO deelneemt. Ik herhaal dat in de eerste plaats de verbruikersorganisaties in de raad van bestuur moeten oordelen of het OIVO hen nog kan vertegenwoordigen of geloofwaardig kan optreden.

De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik maak uit het uitvoerige antwoord op dat er een beheersovereenkomst met het OIVO bestaat en dat de FOD aan deze organisatie subsidies geeft.

Men kan niet ontkennen dat het OIVO geregeld het beleid poogt te beïnvloeden. Getuige hiervan artikelen in de pers die gebaseerd zijn op onderzoek van het instituut. Het doet onderzoek, maakt syntheses en analyses en roept zelfs soms op om op een bepaalde manier te reageren.

Het lijkt me dan ook noodzakelijk dat de werking van het OIVO degelijk wordt onderzocht. De FOD Economie en de bevoegde minister moeten erop aandringen dat de bestuursorganen daartoe overgaan. Aangezien er aanwijzingen zijn dat er wel degelijk iets fout loopt, vraag ik me af of men niet moet overwegen de beheersovereenkomst tijdelijk op te schorten en het OIVO te vragen geen publicaties meer te doen tot duidelijkheid is geschapen.