5-125COM

5-125COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MERCREDI 15 FÉVRIER 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au ministre de la Défense sur «la succession d'abus en Afghanistan» (no 5-1839)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De wanpraktijken van vooral Amerikaanse troepen in Afghanistan zijn bekend. Eind januari nog doken nieuwe videobeelden op van Amerikaanse mariniers die over de schreef gingen.

Buiten de evidente morele vragen rond die mensonwaardige feiten, is er ook groeiende twijfel over de veiligheid van onze militairen in Afghanistan. Amerikaanse en andere coalitietroepen worden in Afghanistan in toenemende mate vermoord door Afghaanse soldaten. Ik beweer niet dat er een oorzakelijk verband is, maar het is mogelijk dat door de wanpraktijken het beeld is ontstaan dat alle Amerikaanse soldaten een negatieve houding aannemen ten aanzien van de Afghanen. Het is vreemd dat de daders van de moordpartijen Afghaanse soldaten zijn die door ons en onze bondgenoten worden getraind.

The New York Times legde de hand op een rapport van het Amerikaans leger. Het document is gebaseerd op interviews met 613 Afghaanse veiligheidstroepen en schetst een uiterst somber beeld van minachting en onbegrip tussen de twee partijen. Uit datzelfde rapport blijkt dat tussen mei 2007 en mei 2011 op zijn minst 58 westerse militairen werden gedood in 26 afzonderlijke aanvallen door Afghaanse militairen of de nationale politie. Onlangs nog dreigde Frankrijk zijn troepen terug te trekken na de dood van vier Franse militairen bij een dergelijk incident.

Erkent de minister dat de gebeurtenissen negatieve consequenties inhouden voor de veiligheid van onze militairen in Afghanistan? Overlegde de minister hierover met zijn NAVO-collega's? Worden extra voorzorgsmaatregelen genomen?

Deelt de minister mijn opvatting dat men hier nog moeilijk kan spreken van geïsoleerde incidenten? Beaamt de minister mijn analyse dat het mogelijk gaat om een structurele scheeftrekking? Heeft de minister hierover al overleg gehad met de betrokken NAVO-bondgenoten en in het bijzonder met de Amerikanen? Gaat de minister akkoord dat men de hearts and minds van de Afghanen moeilijk kan veroveren, wanneer de hearts and minds van de coalitietroepen de Afghanen misprijzen en minachten?

Hoe verloopt de samenwerking tussen de Belgische en de Afghaanse troepen en burgers? Zijn er spanningen en zelfs tekenen van vijandigheid merkbaar? Beschikt de minister over informatie aangaande incidenten tussen Belgische en Afghaanse troepen? Kan de minister verzekeren dat de Belgische soldaten het nodige respect opbrengen voor de religieuze overtuigingen en de culture gebruiken van de Afghanen? Krijgen de Belgische militairen die op missie vertrekken een vorming in interculturele communicatie? Kent de minister zulke opleidingen in het Amerikaanse leger? Is de minister van mening dat de vormingen afdoende zijn voor een succesvolle militaire ontplooiing in Afghanistan?

Ik stel mijn vragen uit bezorgdheid voor onze mensen op het terrein. Het is duidelijk dat de situatie aan Amerikaanse kant ontspoort en dat dit mogelijk een van de oorzaken is voor de moordaanslagen op Amerikaanse soldaten door Afghaanse troepen en politiediensten. Mogelijk is het feit dat de Amerikanen de Afghanen minachten ingegeven door een zekere vorm van racisme.

De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Het incident waarnaar de heer Anciaux verwijst is uiteraard onaanvaardbaar en dan druk ik me nog te zwak uit.

De veiligheid van onze militairen in Afghanistan is en blijft een prioriteit en alle maatregelen worden genomen om dat te garanderen. Dat betekent niet alleen dat de deelname aan operaties onder optimale omstandigheden moet kunnen gebeuren, maar ook dat het begrip van de plaatselijke cultuur en religie ook een criterium zijn in de beslissing om onze troepen op buitenlandse missie te zenden.

Op de vraag of het hier om geïsoleerde incidenten gaat, dan wel om een structurele scheeftrekking, kan ik meedelen dat zich bij de Belgische deelname aan ISAF nog geen dergelijke incidenten hebben voorgedaan. Een correcte houding aannemen maakt integraal deel uit van de opdracht van de Belgische militairen in Afghanistan. Vóór hun vertrek krijgen ze daarvoor een training, tijdens de missie wordt hun regelmatig gewezen op het belang van een correcte houding en na de thuiskomst volgt een nazorg.

Het is evident, en dat geldt voor alle vredesoperaties waar ook ter wereld, dat hearts and minds moeilijk te veroveren zijn wanneer dat gebeurt op basis van misprijzend gedrag. De ervaring met onze militairen ter plaatse is dat zowel zij zelf, als de bondgenoten in het kader van ISAF met wie ze samenwerken, de Afghaanse militairen en burgerbevolking op een respectvolle manier bejegenen. Onze troepen komen buiten Kaboel op één locatie in rechtstreeks contact met Afghaanse militairen en burgers, namelijk in het noorden van het land waar ze instaan voor de opleiding van het Operational Mentor and Liaison Team, OMLT, en het Provincial Reconstruction Team, PRT. Ze nemen hierbij een respectvolle houding aan en ze nemen de lokale gebruiken en gewoonten in acht. Zo wordt bijzondere aandacht besteed aan het uitwisselen van blikken.

De Afghaanse militairen zijn zeer positief over de samenwerking met de Belgische militairen en tot nu toe heeft zich nog geen enkel vijandig incident voorgedaan tussen Belgische en Afghaanse militairen. Voor de contacten met de Afghaanse burgers worden gespecialiseerde Belgische teams ingezet. Ze maken deel uit van het door Duitsland geleide PRT. De contacten van de Belgen en de Duitsers droegen tot nu toe steeds bij tot een verbetering van de relaties met de lokale bevolking.

De Belgische militairen hebben zeer duidelijke richtlijnen aangaande het respect voor de plaatselijke cultuur en religie. Tijdens de voorbereiding op de missie in Afghanistan krijgen onze militairen op dit vlak een grondige vorming. De Belgische militairen brengen het nodige respect op voor de religieuze overtuiging en de cultuur van de Afghaanse militairen en de burgerbevolking.

Het Belgische OMLT heeft als opdracht de Afghaanse militairen te adviseren. De Belgen hoeven dus niet zelf mensen gevangen te nemen. De geadviseerde Afghaanse militaire eenheden houden opstandelingen op de plaats van het incident vast tot de aankomst van de Afghaanse politie, die ze eventueel aanhoudt. Tot op heden hebben die Afghaanse militairen een dertigtal opstandelingen tijdelijk ter plaatse vastgehouden en dit, zonder gebruik te maken van ontoelaatbaar geweld of mishandeling.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het antwoord van de minister verheugt me. Ik hoop dat het wederzijdse respect verder wordt benadrukt. Ik herhaal nogmaals dat mijn vraag door bezorgdheid is ingegeven. Incidenten tussen Amerikaanse troepen en Afghanen zouden een negatieve weerslag kunnen hebben op alle bondgenoten. Ik ben blij dat dit tot op heden blijkbaar niet het geval is en dat België alles in het werk stelt om het niet zo ver te laten komen.