5-46

5-46

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 2 FÉVRIER 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de M. Patrick De Groote au premier ministre sur «le plan d'action annoncé suite au drame de Liège» (no 5-403)

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Na de dodelijke schietpartij op dinsdag 13 december 2011 op de Place Saint-Lambert in Luik waarbij de dader Nordine Amrani zelfmoord pleegde, kondigde de eerste minister in samenspraak met de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken voor eind januari een actieplan aan met als thema's de strijd tegen de illegale wapenhandel, de opvolging van voorlopig vrijgelatenen en een verbeterde uitwisseling van informatie tussen justitie, gevangenissen en politie.

In het actualiteitenprogramma van de VRT De zevende dag van zondag 18 december 2011 zagen wij zeer geëngageerde ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken verschillende elementen naar voren schuiven die een verdere uitwerking zouden krijgen in een actieplan met een lijst van verschillende concrete maatregelen, een concrete timing en een concrete financiering.

We zijn nu begin februari, vandaar mijn vragen.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot dit actieplan, in het bijzonder met betrekking tot het onderdeel bestrijding van illegale wapens? Wanneer kan dit actieplan in Senaat en Kamer worden toegelicht?

De heer Elio Di Rupo, eerste minister. - De minister van Justitie heeft het initiatief genomen om vanaf december de betrokken ministeriële kabinetten samen te brengen. Er werden vijf actiedomeinen bekeken: ten eerste de wapenhandel, ten tweede de situatie van veelplegers, ten derde de informatie-uitwisseling tussen politiediensten, de gerechtelijke en de sociale diensten, ten vierde het crisisbeheer bij de civiele bescherming en ten slotte de medische spoeddiensten en de preventie door de gemeenschapswachten.

Het punt van het crisisbeheer werd door de minister van Volksgezondheid behandeld. De ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie zullen de komende dagen een ontwerp van Nationaal Veiligheidsplan 2012-2015 aan de ministerraad voorleggen. In dat plan zal het thema van de wapenhandel als een prioriteit worden opgenomen en zullen daarvoor ook concrete maatregelen worden voorgesteld. De minister van Justitie zal ook een aanpassing van de wapenwet voorstellen. De internationale samenwerking tussen de politiediensten en de gerechtelijke diensten zal worden versterkt.

Ook de federale politieraad en de federale procureur werden bij die werkzaamheden betrokken. Inzake de informatie-uitwisseling wordt momenteel een circulaire van de procureurs-generaal opgesteld.

Ten slotte onderzoekt de minister van Binnenlandse Zaken momenteel de mogelijkheid van een grotere rol voor de gemeenschapswachten. De regering wenst een concreet antwoord te geven op de vragen over het bloedbad in Luik. We willen ook dat de voorgestelde maatregelen op het terrein worden toegepast en dat ze worden opgenomen in een globaal beleid ter bestrijding van de criminaliteit. Indien u nog meer informatie wenst, nodig ik u uit de vraag te stellen aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

De heer Patrick De Groote (N-VA). - Ik heb niets meer gehoord dan de reeds aangekondigde beloftes. De vooropgestelde datum is al overschreden. Mijnheer de eerste minister, ik zeg u dat een van de belangrijkste actiepunten tegen de illegale wapenhandel het markeren van wapens en munitie is. De markering is dus zeer belangrijk om de oorsprong van een wapen dat in de grijze of zwarte zone is terechtgekomen, te achterhalen.

De premier verwijst voor meer details naar de minister van Justitie en Binnenlandse Zaken. Ik heb ze twee weken geleden een vraag gesteld over de wapenproefbank en over de markering van munitie - wat sinds 2010 verplicht is door de Europese wapenrichtlijn, maar nog niet in Belgisch recht is omgezet. Ik werd doorverwezen naar de minister van Economie. Toen ik een week later bij hem informeerde, antwoordde hij me: `Ik zal contact laten opnemen met de FOD Justitie of met het kabinet, zodat er duidelijkheid komt op het vlak van de bevoegdheid. Ik kan begrijpen dat minister Turtelboom het dossier nog niet volledig kent en van oordeel is dat het tot de bevoegdheid van de minister van Economie behoort. Ik ken het dossier evenmin goed en dacht dat het tot de bevoegdheid van de minister van Justitie behoorde.' Als op die manier de zaken moeten worden gecoördineerd en een actieplan moet worden opgesteld, dan is het tijd dat de premier zijn ministers samenroept en duidelijk afspreekt wat de bevoegdheden zijn. Als die ministers half januari nog niet weten wie waarvoor bevoegd is, heb ik grote vragen bij het hele plan.

Op de Place Saint-Lambert werd jammer genoeg met scherp geschoten. Het actieplan van de regering is echter gebaseerd op losse flodders. Ik hoop dat de premier gelijk heeft als hij zegt dat hij binnen de maand een degelijk concreet plan zal voorleggen.