5-112COM | 5-112COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Uit een onderzoek van het Kenniscentrum Gezondheidszorg over het aantal buitenlandse ziekenhuispatiënten blijkt dat hun aandeel relatief beperkt blijft, namelijk 1,3% van de meerdaagse en 1% van de dagopnamen. In 2008 bedroeg het totaal bijna 43 000, voor 2011 raamt men het totaal op 55 000 buitenlandse patiënten. Dat is een sterke groei, maar volgens de analyses van het KCE gaat het hier slechts in een beperkte mate om spoedopnames van bijvoorbeeld reizigers of passanten. De grote meerderheid zijn geplande ingrepen, vooral aan het skelet en tegen zwaarlijvigheid en hart- en bloedvataandoeningen. Van deze buitenlanders benemen de Nederlanders meer dan 50% en de Fransen 10%. De cijfers bevatten blijkbaar geen gegevens over niet-Europese vreemdelingen die hier legaal werken.
Het KCE relativeert een mogelijk negatief effect van de buitenlandse ziekenhuispatiënten, maar waarschuwt wel voor een verdere sterke groei, die kan resulteren in ongewenste wachtlijsten. Daarnaast pleit het KCE voor een wijziging van de betalingsregels, want blijkbaar betalen veel buitenlanders of hun verzekeringen niet mee voor de vaste kosten van ziekenhuizen. Het KCE refereert eveneens aan bepaalde internationale akkoorden en taakafspraken. Zo bouwt Nederland geen grote ziekenhuizen in Zeeuws-Vlaanderen, wegens de nabijheid van grote Belgische ziekenhuizen.
Beaamt de minister de analyses van het Kenniscentrum Gezondheidszorg, die het aantal buitenlandse ziekenhuispatiënten relativeren maar toch waarschuwen voor een snelle groei en eventuele lange wachtlijsten? Hoe wil de minister hierop anticiperen? Kan de minister toelichten welke internationale afspraken hieromtrent bestaan? Zijn die wederkerig, kunnen Belgen ook een beroep doen op de gezondheidszorg in buurlanden en in welke mate wordt daar gebruik van gemaakt? In welke mate zullen ook de cijfers van de niet-Europese vreemdelingen die hier werken een plaats vinden in de registraties?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Het rapport van het Kenniscentrum heeft de bedoeling enkele trends op het vlak van grensoverschrijdende gezondheidszorg en meer bepaald op het vlak van electieve chirurgie bloot te leggen. De cijfers tonen inderdaad dat het aantal buitenlandse patiënten in onze ziekenhuizen stijgt. Het is een evolutie die we zeker moeten blijven volgen, ook in het licht van de Europese richtlijn van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg.
Het Observatorium voor Patiëntenmobiliteit, opgericht in het kader van de wet van 4 juni 2007, zal hierin een belangrijke rol spelen. Mijn administratie is, in samenwerking met het Observatorium, al begonnen met het realiseren van een van de aanbevelingen van het Kenniscentrum, namelijk het verfijnen van de gegevensverzameling. Zo zal men in de toekomst een beter zicht krijgen op de stromen buitenlandse patiënten in België. Ook het onderzoek naar het ontstaan van wachtlijsten voor bepaalde behandelingen door de instroom van buitenlandse patiënten behoort tot het takenpakket van het Observatorium.
Op grond van de Europese regelgeving, meer in het bijzonder de Verordening 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en de principes van het vrij verkeer van goederen en diensten en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, kunnen ook Belgische patiënten zich laten verzorgen in andere Europese lidstaten en daar onder bepaalde voorwaarden terugbetaling voor krijgen.
In grensregio's bestaan er meer doorgedreven samenwerkingsverbanden die de toegang en de tenlasteneming van de kosten van gezondheidszorg in het aanpalende land vergemakkelijken. Dergelijke samenwerkingsverbanden bestaan in streken grenzend aan Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en Nederland.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het verheugt me dat de minister wil blijven nagaan of het aantal buitenlandse patiënten in Belgische ziekenhuizen stijgt. Vooral de kostprijs moeten we onderzoeken, want blijkbaar betalen die patiënten niet mee aan de vaste kosten van ziekenhuizen. Het is dan voor Nederland ook zeer gemakkelijk om precies daarop te besparen. Blijkbaar gaan er ook niet zoveel Belgen naar Nederlandse ziekenhuizen, omdat de kostprijs daar veel hoger ligt. We mogen dus geen valse solidariteit creëren met mensen die het zich kunnen veroorloven naar ons land te komen en die daar dan ook nog eens financieel munt uit weten te slaan. Ik zou nog kunnen pleiten voor het openzetten van onze deuren voor arme sukkelaars, maar niet voor vermogende buitenlanders die hier goedkoop verzorgd willen worden.