5-45

5-45

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 26 JANUARI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over «de benoeming van een magistraat in zijn beleidscel» (nr. 5-393)

De heer Bart Laeremans (VB). - Naar wij uit de kranten mochten vernemen, benoemde de minister een magistraat van het Gentse parket-generaal in zijn beleidscel, met name Frank Schuermans. Daarmee gaat hij regelrecht in tegen de aanbevelingen van de Hoge Raad voor de Justitie. Die schreef in zijn rapport naar aanleiding van het Fortisschandaal: `De Hoge Raad is van mening dat de aanwezigheid van parketmagistraten op beleidscellen beperkt dient te blijven tot die van Justitie. De Fortiszaak heeft aangetoond dat persoonlijke relaties, vriendschappen, politieke affiniteiten enzovoort kunnen leiden tot allerlei tussenkomsten, buiten de minister van Justitie om, zodat het imago van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de magistraten in het gedrang kan komen en indrukken van collusie en beïnvloeding kunnen ontstaan. Een gedetacheerde magistraat kan ook een conflict ervaren tussen enerzijds zijn magistratendeontologie en anderzijds de gebruiken en plichten die gelden voor persoonlijke medewerkers van de minister.'

De Hoge Raad formuleerde dan ook de volgende aanbeveling: `Artikel 327 Gerechtelijk Wetboek dient zodanig gewijzigd te worden dat detacheringen van leden van het openbaar ministerie naar ministeriële beleidscellen of departementen, andere dan die van Justitie, verboden worden en dat het college van procureurs-generaal een gelijkluidend advies dient af te leveren voor detacheringen van leden van het openbaar ministerie naar de beleidscel van Justitie.' Er is trouwens een wetsvoorstel in die zin in voorbereiding.

Op basis daarvan veroordeelde Renaat Landuyt, een partijgenoot van de minister, in december 2011 de benoeming van procureur-generaal Visart de Bocarmé tot kabinetschef van Joëlle Milquet. Hij zei dat dit tegen de afspraken was die in de Fortiscommissie gemaakt zijn. Verder zei hij daarover nog: `Wij hebben toen ook geadviseerd om geen magistraten meer te benoemen in de kabinetten, behalve bij Justitie.'

Intussen werd in de Kamer een vraag gesteld aan minister van Justitie Turtelboom, die begrip toonde voor de beslissing van mevrouw Milquet, omdat Binnenlandse zaken in vele dossiers samenwerkt met Justitie. Maar ze zei dat het anders lag voor de kabinetten van Pensioenen of Economie. Uitgerekend de minister van Economie doet nu toch een beroep op een parketmagistraat.

Waarom negeert de minister de uitdrukkelijke aanbevelingen van zowel de Hoge Raad voor de Justitie als van de justitiespecialist van zijn eigen partij? Waarom anticipeert de minister niet op de komende wetswijziging die zulke detacheringen onmogelijk zal maken? Dat wekt de verdenking dat hij snel een voldongen feit wil creëren.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Vooreerst is het advies van de Hoge Raad voor de Justitie slechts een advies. Soms worden adviezen gevolgd, maar soms ook niet. De Hoge Raad heeft geadviseerd om het Hof van Assisen af te schaffen, ik heb noch in de Kamer noch in de Senaat gehoord dat het de bedoeling is dat advies te volgen, integendeel.

Wat zo een detachering betreft, is de aanbeveling van de Hoge Raad al enkele jaren oud, maar werd ze niet gevolgd door het parlement. Als het parlement zou beslissen dat zo een detachering niet meer kan, dan zal ik op geen enkele wijze in het debat daarover tussenbeide komen en zal ik die beslissing volgen. Het parlement heeft het advies van de Hoge Raad tot nog toe niet gevolgd en maakt daartoe zelfs geen aanstalten. Dat is een politiek en zelfs juridisch feit.

Ten tweede heeft het college van procureurs-generaal zelfs een omgekeerd advies gegeven. Op vraag van de minister van Justitie zei het college dat soort detachering niet te willen verbieden en heeft het zelfs aanbevolen dat parketmagistraten zouden belast worden met specifieke projecten binnen hun domein van expertise. Dat is precies wat ik doe: de betrokken parketmagistraat moet zich toeleggen op de gerechtelijke hervorming, het strafprocesrecht, de politiële veiligheid en werking, fraudebestrijding, en handhavingsaspecten die in de mededingingssfeer zitten. De Gentse procureur-generaal heeft daarom een positief advies gegeven.

Ten derde ben ik het absoluut niet eens, noch met de heer Laeremans, noch met de Hoge Raad voor de Justitie, die het voor parketmagistraten heeft over een magistratendeontologie, die verplicht tot onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Grondwettelijk gezien zijn parketmagistraten ambtenaren die behoren tot de uitvoerende macht. De rechters vormen de rechterlijke macht, maar parketmagistraten behoren niet tot de rechterlijke macht. Onze Grondwet is daar extreem duidelijk over en ik vind het belangrijk dat het ook zo blijft. Parketmagistraten hebben een specifiek statuut en het is dus perfect logisch dat ze deel kunnen uitmaken van een kabinet dat aan de uitvoerende macht wordt gehecht. Ze nemen deel aan de rechterlijke functie, maar het zijn geen rechters. Volgens het adagium `la plume est serve mais la parole est libre' zijn ze vrij en onafhankelijk wanneer ze spreken op een proces, maar wanneer ze schrijven en onderzoeken zijn ze niet onafhankelijk: ze kunnen een injunctie krijgen van de minister of een opdracht van een hiërarchisch overste. Het kan dus perfect dat een procureur iets vordert op papier, maar op de zitting iets anders zegt.

Het onderscheid tussen de parketmagistraten, die ambtenaren zijn van de uitvoerende macht, en de rechters, die deel uitmaken van de rechterlijke macht, moet blijvend worden gemaakt. In de jaren dertig was Hayoit de Termicourt een tegengestelde mening toegedaan om aan de totalitaire tendensen van de jaren dertig te kunnen ontsnappen. Tot de jaren negentig is vastgehouden aan de idee dat het parket van niemand instructies kon krijgen, behalve van het volk zelf.

Justitie is te sterk hervormd om naar die tijden terug te keren. Nogmaals, als het parlement een wet wil goedkeuren om de zaken terug te draaien, dan doet het dat. Ik zal de eerste zijn om die nieuwe wet na te leven. Niemand zou toch een algemeen verbod op suiker overwegen omdat sommige mensen aan suikerziekte lijden. Ik heb op mijn kabinet jarenlang met een parketmagistraat gewerkt, zonder dat dit ooit een probleem heeft opgeleverd. Ik heb hem nooit gevraagd om tussen te komen of een vriendendienst te leveren. Er is nooit iets misgelopen en er is geen enkele reden om te denken dat dit in de komende jaren wel zal gebeuren. Het is niet omdat het in één zaak is misgelopen dat het op mijn kabinet ook zal gebeuren.

Ik zie dan ook geen enkele reden om iemand met zeer veel ervaring op verschillende terreinen geen plaats te bieden op mijn kabinet, waar hij zeer nuttige diensten kan leveren.

De heer Bart Laeremans (VB). - De vice-eersteminister is mooi om de kritiek van zijn partijgenoot en gouwgenoot Landuyt heen gefietst.

Het klopt dat het statuut van de staande magistratuur verschilt van dat van de zittende magistratuur. Wanneer parketmagistraten echter op een kabinet worden tewerkgesteld, dan worden ze als politieke werktuigen gebruikt. Daardoor wordt het imago van Justitie geschaad. Dat is niet de juiste weg. Om die reden hebben verschillende politici in het verleden, onder meer in de Fortiscommissie, gesteld dat aan die praktijk van detachering paal en perk moet worden gesteld.

De vice-eersteminister zegt ook dat de betrokken magistraat zijn kabinet veel nuttige ervaring kan bijbrengen. Volgens mij kan hij nog veel nuttiger werk doen in zijn rechtsgebied, waar nog heel wat vervolgingen moeten worden gedaan, dan op een kabinet dat hoofdzakelijk met economische zaken bezig is.

De heer Vande Lanotte heeft met zijn ervaring als minister en als professor in Gent voldoende connecties om een kabinet met deskundigen te bemannen. Hij hoeft dus geen magistraten weg te plukken uit het parket-generaal.

Overigens gaat de vice-eersteminister nogal vlot tegen zijn partijgenoten in. Dat zou moedig zijn geweest, mocht hij daarmee het algemeen belang willen dienen. In dit geval wil de heer Vande Lanotte vooral zijn eigen belang dienen. Het is dan ook betreurenswaardig en zelfs gênant.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Het raakt me zeer dat de heer Laeremans zo voor mijn partij opkomt. (Gelach)