5-45

5-45

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 26 JANUARI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «het Europese embargo tegen Iran» (nr. 5-388)

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - Het dossier-Iran is weer brandend actueel en staat hoog op de internationale en Europese agenda. Deze week raakte bekend dat de Europese Unie sancties wil opleggen aan Iran, en dan vooral voor de olie-uitvoer, om meer druk uit te oefenen op het Iraanse nucleaire programma. Iran blijft beweren dat zijn nucleair programma louter vreedzaam is en dat het niet van plan is een atoombom te maken. Vraag is of we Iran moeten geloven. In elk geval heeft de Europese Unie beslist alle contracten tot 1 juli na te komen en dan een totale boycot in te stellen. China, India en zelfs Italië voeren heel veel olie uit Iran in en de vraag is dan ook of we die landen kunnen overtuigen zich aan een boycot te houden, vooral omdat de relatie tussen China en Iran blijkbaar toch niet zo slecht is.

Iran dreigt met het afsluiten van de Straat van Hormuz, een zeer belangrijke transportroute waar de olie uit de hele wereld passeert. Amerikaanse en Britse militairen hebben al schepen ter plaatse om als het nodig is, tot een aanval over te gaan.

Ik heb voor de minister twee concrete vragen.

Hoe kunnen we zeker zijn dat we van de olieboycot geen schade zullen ondervinden? Europa importeert toch heel wat Iraanse olie. Is de internationale coalitie waarnaar de minister streeft om druk uit te oefenen zodat Iran naar de onderhandelingstafel terugkeert, wel realistisch?

Militair ingrijpen is altijd een ultieme remedie. In Irak hebben we zeven jaar of langer oorlog gevoerd omdat er zogezegd massavernietigingswapens aanwezig waren en we zijn van een kale reis teruggekomen. De situatie in Irak is nog altijd niet stabiel en we hebben er geen wapens gevonden. Kan de minister onomstotelijk bewijzen dat Iran inderdaad aan een atoombom werkt, zodat ingrijpen noodzakelijk is? President Obama heeft gisteren trouwens met zoveel woorden gezegd dat de VS militair zullen ingrijpen als het nodig is. Ik wil graag weten wat wij als Europese Unie daarop te antwoorden hebben en of we misschien aan de vooravond staan van een derde wereldoorlog.

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Mevrouw Talhaoui zei dat `we in Irak zeven jaar oorlog hebben gevoerd'. Ik kan me echter niets herinneren van een Belgische interventie in Irak, behalve dan in de eerste oorlog rond Koeweit.

Het gedrag van Iran in het nucleaire dossier, zoals dat is gebleken uit het rapport van het Internationaal Atoomenergieagentschap van november 2011, liet de Europese Unie inderdaad geen keuze meer. We kunnen de interne informatie van de Verenigde Staten en misschien Groot-Brittannië, die leidde tot de interventie in Irak, echter op geen enkele manier vergelijken met een internationaal rapport over de evolutie in Iran, waarover geen betwisting bestaat. Maar misschien heeft mevrouw Talhaoui meer informatie en dan kan ze die altijd aan mijn departement doorgeven.

Iran werkt duidelijk niet met het Agentschap mee, hoewel het daartoe verplicht is volgens het non-proliferatieverdrag. De doelstelling van de nieuwe restrictieve maatregelen is Teheran terug naar de onderhandelingstafel te brengen, conform het tweesporenbeleid dialoog-sancties. De sancties dienen dus om een dialoog op te wekken. Mocht dat niet lukken, dan vrees ik voor een militaire actie. Het is inderdaad belangrijk dat de grootste afnemers van Iraanse olie er minder olie gaan kopen. Japan heeft zich al bereid verklaard om dat te doen. De contacten met de andere landen lopen nog. Het is ook belangrijk voor onze economie dat het aanbod van olie op de wereldmarkt stabiel blijft. Een aantal producenten heeft toegezegd om een stabiele aanvoer te verzekeren. Ook zij hebben belang bij een stabiele marktomgeving. Precies om een instabiele markt te vermijden, heeft België tijdens de onderhandelingen gepleit voor enerzijds een transitieperiode voor het invoeren van een olie-embargo, vastgelegd op 1 juli 2012, en anderzijds voor een herzieningsclausule om de situatie te kunnen evalueren, voorzien tegen eind april 2012. Dat was van belang voor onder andere Griekenland, dat 65% van zijn olie in Iran haalt, minder voor België, waarvan de olie-import uit Iran maar 6% bedraagt.

De Europese sancties tegen Iran zijn stevig en uitgebreid, maar zijn geen commercieel embargo. Wij willen de beslissingnemers in Iran op de gevolgen van hun daden wijzen en hen, zoals al gezegd, met aandrang vragen naar de onderhandelingstafel terug te keren. In Iran is heel veel macht verschoven naar de Revolutionaire Wachters. Zij zitten zowel aan de oliekraan als aan de commandotafel van het atoomprogramma. Daarom willen we hen een boodschap geven. Telkens we verplicht werden om sancties te nemen, kwam er een dubbele reactie vanwege Iran: een schijn van diplomatieke opening, enerzijds, en provocerende verklaringen, anderzijds. Iran is zeker in staat om problemen te veroorzaken in de Straat van Hormuz, maar of dat grote gevolgen zal hebben, valt af te wachten. Als Iran de oliehandel via de Straat van Hormuz moeilijker maakt, snijdt het onmiddellijk ook in eigen vlees. Het is de gevaarlijke retoriek van het Iraanse bewind die economische onrust veroorzaakt in Iran en het leven er voor de bevolking moeilijker maakt. De Europese Unie heeft op maandag haar tweesporenbeleid ten opzichte van Iran bevestigd: sancties als het moet, dialoog als het kan. Mevrouw Ashton wacht nog steeds op een Iraans antwoord op haar brief van 21 oktober 2011. In verband met de Amerikaanse verklaringen over een mogelijke militaire actie, wachten wij traditiegetrouw op de bespreking daarvan in de VN-Veiligheidsraad.

Mevrouw Fauzaya Talhaoui (sp.a). - In verband met Irak bedoelde ik met `wij' uiteraard de internationale gemeenschap. De minister heeft dus gelijk wat de houding van België betreft.

Ik apprecieer dat België tegenover Iran een bemiddelende rol heeft gespeeld in verband met de transitieperiode en de herzieningsclausules. Dat lijkt mij een verstandige manier om de dialoog met het Iraanse regime aan te gaan.

Ik ben ook blij te horen dat we alleen in een VN-constellatie een militaire actie tegen Iran kunnen overwegen. Een embargo is voor mij dan weer de ultieme remedie om het regime te treffen. We mogen niet vergeten dat de Iraanse bevolking nu al lijdt onder de sancties.